Een moeder van een kind dat geen leerlingenvervoer meer krijgt van de gemeente Almere, is naar de Raad van State gestapt. Ze heeft een second opinion laten uitvoeren waaruit zou blijken dat haar kind niet met het openbaar vervoer kan reizen. Maar de gemeente Almere legde dat naast zich neer. Het kind heeft het Down-syndroom en komt volgens de gemeente niet meer in aanmerking voor de vergoeding van taxivervoer tussen zijn huis en een school voor speciaal onderwijs. De zaak diende eerder bij de rechtbank Zwolle-Lelystad, waar de gemeente gelijk kreeg.

Uitspraak van de Raad van State in het hoger beroep van de Almeerse volgt voor 2 september, meldt Almere Vandaag.

Bezuinigingen

Vanwege bezuinigingen op het schoolvervoer heeft de gemeente kinderen die gebruik maakten van taxibusjes opnieuw laten indiceren. Hierbij is gekeken of ze voortaan niet met het openbaar vervoer heen en weer konden reizen. Volgens Almere is gebleken dat het kind onder begeleiding met de bus naar school kan wat voor de gemeente goedkoper is.

De gemeente baseerde zich daarbij op een advies van Argonaut Advies BV waar de Almeerse leerling is geobserveerd. Omdat het kind geen gedragsproblemen heeft en geen agressief gedrag vertoont adviseerde Argonaut dat hij in staat is onder begeleiding met de bus van en naar school te reizen.

Bus

De moeder  vindt het vreemd dat haar zoontje volgens de gemeente eerst niet van het openbaar vervoer gebruik kon maken en nu plotseling wel. In de bus zijn er teveel prikkels die voor hem het reizen met openbaar vervoer onmogelijk maken, aldus de vrouw.

Ze won een second opinion in bij een specialist. Daaruit blijkt dat de jongen door zijn handicaps niet met de bus kan reizen. Almere is het echter niet eens met de second-opinion en houdt vast aan het advies van Argonaut.