De gemeente Son en Breugel wil 10% minder uitgeven aan leerlingenvervoer. Het huidige budget bedraagt 450.000 euro, daar moet 46.000 euro vanaf. De gemeente wil dat bereiken door kinderen die in aanmerking komen voor leerlingenvervoer niet meer aan huis op te halen, maar op één opstapplaats. Via een medische keuring wordt vastgesteld welke vorm van vervoer voor welk kind geschikt is: leerlingenvervoer, openbaar vervoer of de fiets.

Gesubsidieerd leerlingenvervoer is een grote bezuinigingspost bij gemeenten in de regio. Daardoor moeten voortaan meer leerlingen zelfstandig met de fiets of het openbaar vervoer naar school gaan reizen. Volgens gemeenten gaat het echter om ‘stimulering van maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van kinderen’.

Centrale opstapplaatsen

Ook andere gemeenten in de Regio maken de regeling leelrlingenvervoer steeds kaler. Gemert-Bakel, Oirschot, Eersel, Bladel en Sint-Oedenrode maken ook gebruik van, in sommige gevallen meerdere, centrale opstapplaatsen in hun gemeenten. Valkenswaard volgt en wil groter vervoer zoals touringcars inzetten, meldt ED.

Daarnaast hebben gemeenten de criteria aangescherpt. De gemeente Best gaat niet langer uit van het advies van de eigen huisarts van de kinderen, maar laat aanvragen objectief toetsen door een GGD-arts. Het aantal leerlingen dat in aanmerking kwam voor vervoer daalde met ruim twintig procent.

Afstandsnorm

Het verhogen van de afstandsnorm tussen huis en school naar zes kilometer, de wettelijk bepaalde grens, is ook een populaire maatregel. Eindhoven en Asten deden dit in 2012.