Taxi Jappie, Jap Sweijen, taxibedrijf, Mercedes 190 Ponton uit 1958

‘Kleinschaligheid van familiebedrijf in taxisector verdwijnt’

Taxibedrijven met minder dan 20 auto’s gaan het niet redden in het contractvervoer. Aanbestedingen worden alleen nog maar gewonnen door de grote vijf, waarna de kleinschaligheid van familiebedrijven verdwijnt. Er blijven straks ongeveer vijftig taxibedrijven over die als onderaannemer kunnen blijven fungeren. Maar dan moeten ze wel altijd kwaliteit blijven leveren. Dat is het toekomstbeeld van Jap Sweijen van Taxi Jappie.

Taxi Jappie is van origine zo’n traditioneel familiebedrijf. Jap is nu nog betrokken als adviseur. Het bedrijf wordt geleid door zoon Jan Sweijen en zijn vrouw Jill. Taxi Jappie beschikt over een wagenpark van 35 taxivoertuigen en een antieke Mercedes-Benz 190 Ponton uit 1958. Het bedrijf rijdt grotendeels voor Connexxion en Bios-Groep. Die bedrijven huren de taxi’s met chauffeur in per uur. Een aantal wagens rijdt nog onder eigen regie.

Planning

„Daarbij maken zij zelf de planning en versturen de ritten naar onze chauffeurs”, vertelt Sweijen. „Wij zorgen er alleen maar voor dat er een goede chauffeur met een nette auto en dataterminal beschikbaar is op de gewenst tijden.”

Tegenwoordig doen regionale familiebedrijven vaak nog zelfstandig mee met aanbestedingen, bijvoorbeeld als het gaat om leerlingenvervoer. „Maar dat lukt niet meer. Al het werk zit in grote aanbestedingen. Kleine bedrijven missen de kennis om die te kunnen winnen. De grote jongens hebben een eigen tenderteam, dat gaat mij nooit lukken. Die tenderteams kunnen veel beter rekenen dan de doorsnee taxi-ondernemer. Wat ik wel kan is een goede auto met chauffeur leveren.”

Taxibedrijven

De reden dat taxibedrijven nog wel bestaansrecht hebben als onderaannemers, is omdat de grote bedrijven nooit een dekking kunnen creëren voor heel Nederland. „Dat is veel te duur. Bovendien beschikken wij over de lokale kennis die nodig is voor goed taxivervoer. Wij kennen de lokale klanten en de lokale instellingen. Bovendien zijn de contacten met de passagiers warmer. Het maakt immers vaak in de praktijk nogal een verschil of je iemand uit de buurt in je taxi hebt of niet.”

In plaatsen waar sommige regionale bedrijven nog wel actief zijn in de opstapmarkt, wordt dat al jarenlang steeds minder. En zal straks helemaal verdwijnen, verwacht Sweijen. „De straattaximarkt is eigenlijk al helemaal in handen van zzp’ers. Want chauffeurs in loondienst zijn daarvoor te duur. Ook een taxibusje naar bijvoorbeeld een trouwerij, wordt steeds moeilijker. Want je moet de chauffeur 3 uur betalen voor een ritje van één uur.”

Bedrijfsvoering

Nadeel van puur onderaannemer zijn is uiteraard wel dat je bedrijfsvoering afhankelijk is van anderen. Als zij besluiten je geen werk meer te gunnen, is het over en sluiten. Maar volgens Sweijen is dat niets nieuws.

„Als een van onze twee opdrachtgevers zou wegvallen, hebben we inderdaad een groot probleem. Maar iedereen draait nu ook al op zijn netwerk. De gunningsfactor is groot, dus zorg ervoor dat je als volwaardig wordt aangezien. Als jij de beste bent voor een redelijke prijs, dan hebben ze je nodig.”

Hoofdaannemer

Om te voorkomen dat onderaannemers uitgebuit worden door de machtspositie van hoofdaannemers, is kwaliteit leveren het allerbelangrijkst. „Zorg ervoor dat de hoofdaannemer niet om jou heen kan in jouw regio”, vertelt Sweijen. „Daardoor kun je ‚nee’ zeggen tegen een te laag tarief. Als je kwaliteit levert, zul je nooit een oneerbaar voorstel krijgen.”

De chauffeurs van Taxi Jappie voeren de ritten uit die ze van Connexxion of Bios doorgestuurd krijgen. Daarbij maakt het niet uit of het nou Wmo-, zakelijk-, Schiphol- of Valys-vervoer is. „Wij maken alleen roosters voor de chauffeurs die gevraagd worden. Connexxion en Bios hebben dan de regie. Wij houden ons niet bezig met ritplanning.”

Krimpende markt

Voordat de nieuwe rol van taxibedrijven overal is doorgesijpeld, komt er eerst nog wel een crisis in de markt, verwacht Sweijen. „De markt zal nog met 20% krimpen. Daar moet je klaar voor zijn. Dus ben je niet flexibel, dan ga je het niet redden.”

Die flexibiliteit moet vooral in wagenpark en bedrijfspand zitten, vindt Sweijen. „Het grootste deel van mijn personeel is in vaste dienst. Natuurlijk moet je ook kunnen inkrimpen met personeel. Maar niet door allerlei rare constructies.”

Deltaplan taxi

Sweijen heeft jarenlang diverse bestuursfuncties in de taxisector bekleed. Hij hoopt dan ook van harte dat het Deltaplan Taxi, dat nu door KNV en de vakbonden wordt ontwikkeld, daadwerkelijk de sector zal verbeteren. Hij heeft dan ook zitting in de werkgroep. „Loontredes zorgen ervoor dat het product niet meer betaalbaar is. Je wordt gestraft door mensen lang in dienst te houden. We zouden dus moeten streven naar een meer uniform loon. Want de forse loonsverhoging door ervaring, kan zich tegen je keren.”

Als er meer uniformiteit bestaat in het loon van taxichauffeurs, zal het ook makkelijker zijn om een bepaalde prijs neer te leggen bij opdrachtgevers in het contractvervoer. „Want iedereen weet dan dat je het gewoon niet voor minder kunt doen zonder allerlei rare trucjes. De prijs van een chauffeur is dan voor iedereen bekend.”

Loontredes

Nu zijn er bijvoorbeeld nog ruim 10 loontredes voor taxichauffeurs, variërend van 1814 euro bruto per maand tot 2224 euro. „Na drie jaar kun je echt wel zeggen of iemand een goede chauffeur is. Die neem je in vaste dienst. Je zou dus gewoon twee loontredes kunnen hebben. Een beginnend chauffeur en een ervaren chauffeur. En dat hoeft dan geen 400 euro verschil te maken. Daarmee voorkom je concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Terwijl er nu aanbestedingen worden gewonnen omdat iemand subsidies inzet voor social return en alleen maar UWV’ers inzet.”

Iets waar KNV en de vakbonden nog wel dichter tot elkaar moeten komen in het Deltaplan, is de OPOV-regeling. De vakbonden willen naar 100% overgang van personeel, maar Sweijen vindt de regeling een ‘gedrocht’.

Vervoerder

„Ik betwijfel of dat de bescherming is die de markt wil. Een goede chauffeur wordt vanzelf wel benaderd door de nieuwe vervoerder. Nu moet je vaak als chauffeur afwachten wat de nieuwe partij wil. Bovendien kan het zijn dat de winnaar een ander idee heeft over het vervoer, dat kan niet altijd met dezelfde mensen. Want sommige bedrijven verliezen een aanbesteding omdat ze ongeschikt personeel gebruiken.”

Maar uiteindelijk zal de taxisector altijd een belangrijke rol vervullen in de maatschappij. Sweijen: „Want de vervoersvraag blijft altijd bestaan. En een goede auto met chauffeur leveren die op de juiste wijze ritten uitvoert en klanten tot tevreden passagiers maakt, dat is en blijft een vak.”

Bart Pals

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

7 reacties op “‘Kleinschaligheid van familiebedrijf in taxisector verdwijnt’”

Frank Van Boxtel|28.11.13|11:57

De bijeenkomst van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer op woensdag 28 november j.l. in Utrecht bevestigt de gevreesde ontwikkelingen. Er zijn grote regiocentrales in ontwikkeling onder auspiciën van opdrachtgevers van waaruit alle contractvervoer wordt verdeeld over voertuigen. Taxibedrijven kunnen dan een voertuig met chauffeur leveren. Dat kan ook een payroll- en leasebedrijf. Een ZZP-er is misschien nog goedkoper. Zorgelijk…

Henk Mullem|28.11.13|13:22

beste Frank ik deel je zorgen en wat Jap Sweijen betreft ik ken die man alleen maar als realist die redelijk ver kan denken zonder een dromer te worden en die twee loon versies beginnend en ervaren is geen verkeerde als het maar niet betekent dat die 400 euro verschil naar beneden bijgesteld wordt,omdat een alleenverdiener fultime in de bovenste loontrede nog steeds een bruto jaarsalaris verdient dat te laag is om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning bijvoorbeeld gr Henk vanMullem

Helemaal mee eens Jappie. Ik kan jou betoog volledig onderschrijven. Jan Willem

Duco Douwstra|28.11.13|15:03

Ik ben het op sommige punten wel eens met Jappie, maar het verhaal is ook wel een beetje ontroerend naïef. De afgelopen jaren hebben aangetoond dat je als onderaannemer overgeleverd ben aan de bedrijven die jou het werk gunnen zolang als jij aan hun eisen voldoet en kan voldoen. De winst zal steeds verder worden afgeroomd en de personeel risico’s worden steeds groter. Kijk even BCT!
https://docs.google.com/document/d/185m9kYxwzxwDJiRLlIcARl2s-rBRAJ7NrcQpppLt8qU/edit#heading=h.fskippgmeaet

Ton van Dalfsen|28.11.13|17:46

Wat mij betreft mag het weer naar vanouds gaan, de plaatselijke vervoerder krijgt de opdracht van de gem. of instelling en daardoor zijn de overlevings kansen van een plaatselijk bedrijf groter dan nu. Weg met die aanmbestedingen die de prijzen steeds verder naar beneden brengen en daardoor als onderaannemer een wurg contract kan krijgen wat je niet jaren kan volhouden. Laat KNV eens meer voor de kleinere bedrijven opkomen en niet voor de grote partijen die het bij KNV voor het zeggen hebben

Ton van Dalfsen|28.11.13|17:53

Den Helder is daar een goed voorbeeld van : WMO vervoer wordt daar door de plaatselijke taxibedrijven gedaan waarbij de client zelf zijn kwaliteits vervoerder mag kiezen , en hierdoor zijn hun overlevings kansen tenminste goed omdat de gemeente het aan de plaatselijke bedrijven gunt en niet aan bedrijf uit bijv het zuiden of oosten van het land

Jan Geluk|19.12.13|12:21

kleine bedrijfjes grote service.
grote bedrijven kleine service.
helaas is dat het gene wat in de praktijk vaak gebeurd.

mvg jan geluk

‘Kleinschaligheid van familiebedrijf in taxisector verdwijnt’ | TaxiPro