rechtbank

Wachttarief minimaal volgens CAO bij kostendekkend tarief in aanbesteding

Wanneer tarieven op zichzelf kostendekkend moeten zijn volgens het bestek in een taxi-aanbesteding, moeten inschrijvers minimaal de laagste schijf van de CAO Taxivervoer hanteren voor hun wachttijd. Dat blijkt uit een uitspraak over de aanbesteding van het zakelijk vervoer van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland. De gemeente moet de opdracht gunnen aan de klagende partij.

In het bestek had de gemeente inschrijvers verboden om te schuiven met kosten of kosten weg te laten (strategisch inschrijven). Alle deelprijzen moeten op zichzelf reëel en marktconform zijn.

Taxibedrijf

Een taxibedrijf had ingeschreven met een wachttarief voor een representatieve auto van € 3,00 per kwartier, dus € 12,00 per uur. ’s Nachts rekent dit bedrijf als wachttarief voor een representatieve auto € 2,00 per kwartier, dus € 8,00 per uur.

Het minimumbrutoloon conform de CAO Taxivervoer voor een 18-jarige chauffeur zonder enige ervaring bedraagt € 7,40 per uur. De werkelijke kosten liggen echter hoger, aangezien ook nog vakantiegeld, werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet moeten worden betaald. In totaal komt dit neer op een bedrag van € 9,77 aan loonkosten per uur. Buiten het feit dat vrijwel geen taxibedrijf met 18-jarigen werkt.

Kosten

Ook is nog geen rekening gehouden met vakantiedagen, feestdagen en dagen waarop de werknemer ziek is. Daarbovenop komen nog eens de kosten van de auto en diverse andere kosten. In werkelijkheid liggen de kosten van een werknemer per uur dus veel hoger.

De rechter gaat mee met de klagende partij en oordeelt dat de inschrijving terzijde had moeten worden gelegd. “Partij A heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de door taxibedrijf B opgegeven wachttijdtarieven niet vanuit kostenperspectief te verantwoorden zijn. De kosten die gepaard gaan met die dienstverlening (het wachten van een chauffeur) gaan immers de door B opgegeven deelprijs hoe dan ook ver te boven”, luidt de uitspraak.

Prijzen

“De gemeente heeft onderbouwd aangevoerd dat [B] met de prijzen die zij in rekening brengt in staat is haar chauffeurs conform de geldende CAO te belonen, de bijkomende kosten te voldoen en haar bedrijf draaiend te houden. Volgens de gemeente behelst de dienstverlening een combinatie van aspecten en zal een wachttarief nooit alleen voorkomen, maar altijd in rekening worden gebracht met een kilometertarief. Dat verweer gaat er evenwel aan voorbij dat het Beschrijvend Document nadrukkelijk voorschrijft dat alle deelprijzen op zichzelf reëel dienen te zijn”, aldus de rechter.

Het onderwerp strategisch inschrijven komt vaak terug bij taxi-aanbestedingen, weet advocaat aanbestedingsrecht Joost van de Wetering van Infense Advocaten. “Veel aanbestedingen worden uiteindelijk gewonnen door ‘op papier’ lage prijzen door handig gebruik te maken van de gunningssystematiek. Dat mag, maar er zijn grenzen. Onder andere wanneer daaraan in de aanbestedingsstukken paal en perk wordt gesteld. Dat was hier het geval.”

Jurisprudentie

De gemeente had in de aanbestedingsstukken onder andere opgenomen dat alle opgegeven (deel- en totaal)prijzen reëel en marktconform dienen te zijn. Van de Wetering: “Dergelijke formuleringen kom ik vaker tegen, maar zijn meestal niet handig. Er is vrij veel jurisprudentie waaruit blijkt dat begrippen als ‘reëel’ en ‘marktconform’ te vaag zijn om goed te kunnen toepassen. Dat kan soms zelfs tot een verplichting tot heraanbesteding leiden.”

In deze zaak wist de rechtbank de eis van ‘reële tarieven’ wel toe te passen op de geoffreerde wachttarieven. Maar dat kwam onder andere door een niet zo handig verweer van de gemeente, zo concludeert Van de Wetering.

Kilometertarief

De gemeente had namelijk als verweer gevoerd dat wachttarieven nooit alleen voorkomen en altijd gevolgd worden door kilometertarieven. Geen handig verweer, vindt de advocaat, “Dat is schuiven met kosten en dus bewijs dat het wachttarief onvoldoende is voor de wachttijd en dat het kilometertarief dat gat moet vullen. Maar elk deeltarief moest reëel zijn, zo had de gemeente zelf voorgeschreven.”

De rechtbank achtte dus de geoffreerde wachttarieven niet reëel omdat deze (als individueel tarief) niet vanuit kostenperspectief te verantwoorden zijn nu de wachtkosten hoger waren dan het wachttarief. En dus moet de gemeente Westland de opdracht gunnen aan de nummer 2 volgens de uitspraak van de rechtbank in Den Haag.

Bart Pals

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

1 reactie op “Wachttarief minimaal volgens CAO bij kostendekkend tarief in aanbesteding”

Paul Dijkhuizen|04.06.15|12:56

Prima jurisprudentie, hoop dat dit voortaan bij alle inschrijvingen wordt bekeken, of de in de inschrijving genoemde prijzen wel minimaal kostendekkend zijn. En dan niet alleen kijken naar de loonkosten, ook de overhead, autokosten, belastingen, verzekeringen e.d., in principe alle kosten zouden meegerekend moeten worden. Onder kostprijs, onmiddellijk uitsluiten!

Wachttarief minimaal volgens CAO bij kostendekkend tarief in aanbesteding | TaxiPro
rechtbank

Wachttarief minimaal volgens CAO bij kostendekkend tarief in aanbesteding

Wanneer tarieven op zichzelf kostendekkend moeten zijn volgens het bestek in een taxi-aanbesteding, moeten inschrijvers minimaal de laagste schijf van de CAO Taxivervoer hanteren voor hun wachttijd. Dat blijkt uit een uitspraak over de aanbesteding van het zakelijk vervoer van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland. De gemeente moet de opdracht gunnen aan de klagende partij.

In het bestek had de gemeente inschrijvers verboden om te schuiven met kosten of kosten weg te laten (strategisch inschrijven). Alle deelprijzen moeten op zichzelf reëel en marktconform zijn.

Taxibedrijf

Een taxibedrijf had ingeschreven met een wachttarief voor een representatieve auto van € 3,00 per kwartier, dus € 12,00 per uur. ’s Nachts rekent dit bedrijf als wachttarief voor een representatieve auto € 2,00 per kwartier, dus € 8,00 per uur.

Het minimumbrutoloon conform de CAO Taxivervoer voor een 18-jarige chauffeur zonder enige ervaring bedraagt € 7,40 per uur. De werkelijke kosten liggen echter hoger, aangezien ook nog vakantiegeld, werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet moeten worden betaald. In totaal komt dit neer op een bedrag van € 9,77 aan loonkosten per uur. Buiten het feit dat vrijwel geen taxibedrijf met 18-jarigen werkt.

Kosten

Ook is nog geen rekening gehouden met vakantiedagen, feestdagen en dagen waarop de werknemer ziek is. Daarbovenop komen nog eens de kosten van de auto en diverse andere kosten. In werkelijkheid liggen de kosten van een werknemer per uur dus veel hoger.

De rechter gaat mee met de klagende partij en oordeelt dat de inschrijving terzijde had moeten worden gelegd. “Partij A heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de door taxibedrijf B opgegeven wachttijdtarieven niet vanuit kostenperspectief te verantwoorden zijn. De kosten die gepaard gaan met die dienstverlening (het wachten van een chauffeur) gaan immers de door B opgegeven deelprijs hoe dan ook ver te boven”, luidt de uitspraak.

Prijzen

“De gemeente heeft onderbouwd aangevoerd dat [B] met de prijzen die zij in rekening brengt in staat is haar chauffeurs conform de geldende CAO te belonen, de bijkomende kosten te voldoen en haar bedrijf draaiend te houden. Volgens de gemeente behelst de dienstverlening een combinatie van aspecten en zal een wachttarief nooit alleen voorkomen, maar altijd in rekening worden gebracht met een kilometertarief. Dat verweer gaat er evenwel aan voorbij dat het Beschrijvend Document nadrukkelijk voorschrijft dat alle deelprijzen op zichzelf reëel dienen te zijn”, aldus de rechter.

Het onderwerp strategisch inschrijven komt vaak terug bij taxi-aanbestedingen, weet advocaat aanbestedingsrecht Joost van de Wetering van Infense Advocaten. “Veel aanbestedingen worden uiteindelijk gewonnen door ‘op papier’ lage prijzen door handig gebruik te maken van de gunningssystematiek. Dat mag, maar er zijn grenzen. Onder andere wanneer daaraan in de aanbestedingsstukken paal en perk wordt gesteld. Dat was hier het geval.”

Jurisprudentie

De gemeente had in de aanbestedingsstukken onder andere opgenomen dat alle opgegeven (deel- en totaal)prijzen reëel en marktconform dienen te zijn. Van de Wetering: “Dergelijke formuleringen kom ik vaker tegen, maar zijn meestal niet handig. Er is vrij veel jurisprudentie waaruit blijkt dat begrippen als ‘reëel’ en ‘marktconform’ te vaag zijn om goed te kunnen toepassen. Dat kan soms zelfs tot een verplichting tot heraanbesteding leiden.”

In deze zaak wist de rechtbank de eis van ‘reële tarieven’ wel toe te passen op de geoffreerde wachttarieven. Maar dat kwam onder andere door een niet zo handig verweer van de gemeente, zo concludeert Van de Wetering.

Kilometertarief

De gemeente had namelijk als verweer gevoerd dat wachttarieven nooit alleen voorkomen en altijd gevolgd worden door kilometertarieven. Geen handig verweer, vindt de advocaat, “Dat is schuiven met kosten en dus bewijs dat het wachttarief onvoldoende is voor de wachttijd en dat het kilometertarief dat gat moet vullen. Maar elk deeltarief moest reëel zijn, zo had de gemeente zelf voorgeschreven.”

De rechtbank achtte dus de geoffreerde wachttarieven niet reëel omdat deze (als individueel tarief) niet vanuit kostenperspectief te verantwoorden zijn nu de wachtkosten hoger waren dan het wachttarief. En dus moet de gemeente Westland de opdracht gunnen aan de nummer 2 volgens de uitspraak van de rechtbank in Den Haag.

Bart Pals

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

1 reactie op “Wachttarief minimaal volgens CAO bij kostendekkend tarief in aanbesteding”

Paul Dijkhuizen|04.06.15|12:56

Prima jurisprudentie, hoop dat dit voortaan bij alle inschrijvingen wordt bekeken, of de in de inschrijving genoemde prijzen wel minimaal kostendekkend zijn. En dan niet alleen kijken naar de loonkosten, ook de overhead, autokosten, belastingen, verzekeringen e.d., in principe alle kosten zouden meegerekend moeten worden. Onder kostprijs, onmiddellijk uitsluiten!