De vordering van bijna 4,5 ton die het failliete taxibedrijf SVL uit Nuth uit had staan naar de Sittardse Stichting Gehandicaptenzorg Limburg (SGL) hoeft niet betaald te worden aan de curator. Volgens de rechter had het taxibedrijf andersom een nog veel grotere schuld open staan van ruim zeven ton die het niet wilde terugbetalen.

De Maastrichtse rechtbank deed zodoende uitspraak over de kern van een conflict dat halverwege 2013 al startte toen de vervoerder uit Nuth failliet ging. Er verloren toen 51 personeelsleden hun baan. Bij een tussenvonnis was eerder al een claim van 2,1 miljoen euro van de curator richting SGL van tafel geveegd door de rechter. Volgens de curator was die schadeclaim terecht omdat SGL het lopende contract met het taxibedrijf nooit eenzijdig had mogen opzeggen, maar de rechtbank vond van wel.

Geleende betalingen

De Sittardse zorginstelling stopte met betalingen aan SVL omdat bestuurder Leon Poels van mening was dat het taxibedrijf geleende betalingen eerst terug moest betalen. De vervoerder zei echter dat dit om investeringen zonder terugbetalingsverplichting ging. Toen SVL een dag lang het cliëntenvervoer uit protest tegen de gestopte betalingen staakte, brak de zorginstelling met SGL wegens schending van contractverplichtingen. Kort daarna ging het taxibedrijf failliet.

Het getouwtrek over de betwistbare betalingen is voortgezet, en daarin heeft de rechter nu de zorginstelling gelijk gegeven. Uit jaarstukken blijkt dat er sprake was van een ‘rekeningcourantschuld’ die moest worden terugbetaald. Deze bedroeg eind 2011 ruim zeven ton. Daarom besloot de rechter dat SGL de vordering aan de curator van bijna 4,5 ton niet hoeft te voldoen.

SGL vindt dat het nog meer geld terug moet krijgen van de openstaande zeven ton. De rechtbank is niet ingegaan op de hoogte van die vordering vanwege het faillissement van het taxibedrijf.