FNV: ‘verdringing touringcarmarkt met oudere chauffeurs’

In de touringcarmarkt is volgens vakbond FNV onder chauffeurs sprake van verdringing: ongeveer de helft van de chauffeurs is oproepkracht, en onder hen bevinden zich steeds meer AOW’ers. Het is geen beeld waar branchevereniging KNV Bus zich in herkent.

Met vaste contracten wordt er in de touringcarbranche nog maar weinig gewerkt. Bij het sociaal fonds voor de branche, SFO, zijn 6.600 chauffeurs geregistreerd. Van hen hebben er zo’n 3.000 een contract waarmee uitsluitend op oproepbasis wordt gewerkt. En binnen die groep ziet FNV steeds meer 65-plussers achter het stuur plaatsnemen, zo meldt NRC. In 2008 was 11 procent van de chauffeurs 65 of ouder, in 2012 was dat al 22 procent en dit jaar is het verder opgelopen tot 26 procent.

Jonge chauffeurs

FNV claimt dat dit verdringing is, ingegeven door het feit dat AOW’ers tot 40 procent goedkoper zijn omdat werkgevers bepaalde afdrachten en premies niet hoeven te betalen. De directeur van Muys geeft in het artikel aan dat de jonge chauffeurs simpelweg niet voorhanden zijn, maar FNV stelt daar tegenover dat een programma om via FSO 200 jonge chauffeurs op te leiden meer dan voldoende animo was. Volgens de bond mislukt het project echter omdat de werkgevers de jonge chauffeurs vervolgens geen werk bieden.

KNV Bus reageert bij monde van secretaris Carlo Cahn op de zienswijze van de FNV. “De vakbond wil graag werkzekerheid en een afname van oproepcontracten. Ondernemers stellen daar een vraag naar flexibiliteit tegenover. Dat komt omdat de touringcarsector sterk seizoensafhankelijk is en het voor veel ondernemers simpelweg niet mogelijk om het hele jaar door werk te bieden. Dat verklaart het aantal oproepcontracten. Juist de AOW-gerechtigden zullen bereid zijn om als oproepkracht te fungeren. En daar is niets  mis mee. Het gaat dan immers om chauffeurs met een schat aan ervaring die gemotiveerd en zelfstandig kunnen werken.”

Voorbarig

“We herkennen ons niet in het beeld van verdringing op de arbeidsmarkt voor touringcarchauffeurs. Het is zeer voorbarig om het FSO-project dat de instroom dient te bevorderen nu al mislukt te noemen”, stelt Cahn. “Het instroomproject is nauwelijks halverwege. Ten slotte is het opmerkelijk dat de FNV, die ongeveer 15 procent van de vooral oudere chauffeurs vertegenwoordigt, zich juist hierover druk maakt. Ook al omdat het instroomproject ook een wens van de vakbonden zelf was.”

—