Aan de indicatie van vervoervolumes in aanbestedingen kunnen door een taxibedrijf geen rechten worden ontleend, zo is door de rechter bevestigd in een hoger beroep. De zaak was door Willemsen-De Koning tegen de provincie Gelderland aangespannen. Het conflict tussen de beide partijen sleept zich al jaren voort.

WdK ging op 1 januari 2013 aan de slag als wmo-vervoerder in diverse percelen van Regiotaxi Gelderland. Al gauw bleek dat de te vervoeren aantallen mensen ver achterbleven bij waar WdK op gerekend had. Er ontstond daarover een conflict met de provincie Gelderland. De partijen kwamen er samen niet uit en eisten in meerdere opzichten compensatie van elkaar. In februari 2015 trok WdK definitief de stekker uit het vervoer.

Uiteindelijk oordeelde de rechter dat WdK zo’n 3 miljoen euro aan ontvangen voorschotten en opgelegde boetes moest betalen, alsmede een nader vast te stellen schadevergoeding. Later werd ook nog bepaald dat de vervoerder financiële openheid van zaken moest geven aan de provincie, omdat er op dat moment nog niets was betaald. TaxiPro zette de geschiedenis van dit conflict al eens uiteen.

Kosten niet terugverdienen

In het hoger beroep heeft WdK geprobeerd om van de provincie Gelderland bijbetaling te krijgen omdat het volume aan ritten zou zijn tegengevallen. Het bedrijf beriep zich daarbij op de prognoses die in het bestek waren opgenomen. Omdat WdK zijn kosten daardoor niet kon terugverdienen, werd van de provincie een extra geldbedrag ter compensatie verlangd. Maar die vorderingen zijn door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden afgewezen.

“Het gerechtshof maakt heel duidelijk dat een indicatie van het vervoersvolume niet hetzelfde is als een afnamegarantie”, legt Liesbeth Haverkort uit. Zij is aanbestedingsadvocaat bij Infense Advocaten. “De aanbestedende dienst geeft een verwachting van het aantal te vervoeren mensen op. Maar dat staat niet gelijk aan het inkopen van die ritten. De aanbesteding leidt tot een bepaald tarief. En tegen dat tarief wordt het aantal ritten afgerekend dat daadwerkelijk is gereden door de opdrachtnemer.”

Geen onzorgvuldige prognose

Omdat de indicatie geen garantie is op het aantal ritten dat wordt afgenomen, kan dus ook niet van een tekortkoming worden gesproken als het aantal ritten lager uitvalt dan die indicatie. Haverkort: “Wat ook nog meespeelt in de beoordeling door het gerechtshof, is dat er niets is gebleken van onzorgvuldigheden of fouten in het opstellen van prognoses. Zou bijvoorbeeld iemand een enorme rekenfout hebben gemaakt, dan kan je dat als aanbestedende dienst problemen opleveren. Maar van zo’n fout of onzorgvuldigheid is hier dus geen sprake.”

Sterker nog: “In de aanbestedingstukken werd in algemene zin gesproken van en gewaarschuwd voor dalende volumes”, aldus Haverkort. WdK heeft geprobeerd aan te tonen dat er sprake zou zijn van onder meer wanprestatie, dwaling en onvoorziene omstandigheden. Al deze en andere vermeende grondslagen hebben echter niet geleid tot toekenning van de vordering.” Het belang van de uitspraak voor de personenvervoerbranche is volgens haar duidelijk, “te meer omdat het hier een hoger beroep betreft.”

Liesbeth Haverkort zal ook spreken tijdens het Nationaal Congres Contractvervoer op 12 oktober in Expo Houten. Bekijk het hele programma en schrijf je alleen deze week nog in met vroegboekkorting.