Het is al sinds het begin van de coronacrisis een heet hangijzer: het doorbetalen van contractvervoerders voor werk dat door die crisis is weggevallen. Volgens brancheorganisatie KNV is het deels doorbetalen van dat geld nog steeds bittere noodzaak voor veel bedrijven. Samen met de vakbonden blijft KNV daar dan ook werk van maken.

De branchevereniging reageert op antwoorden van de minister van Volksgezondheid op Kamervragen van PvdA’er John Kerstens. Volgens Hugo de Jonge is het niet nodig dat alle opdrachtgevers in het zorgvervoer de rest van het jaar standaard minstens 80 procent van de vaste kosten voor dat vervoer vergoeden. Hij geeft aan dat veel zorgvervoer inmiddels weer wordt uitgevoerd en dus ook betaald. Het is volgens De Jonge beter om op gemeentelijk niveau te bekijken of er maatwerk nodig is en zo de continuïteit van het vervoer te garanderen. Maar dat maatwerk komt in de praktijk nog niet of heel moeizaam tot stand, merken de leden van KNV.

Gruwelijk onderschatten

Volgens Hubert Andela van KNV Zorgvervoer en Taxi schat de minister de toestand niet op waarde. “Wij denken dat het kabinet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gruwelijk onderschatten wat het gaat betekenen als het 80 procent doorbetalen van weggevallen vervoer stopt. Wmo- en Valysvervoer zijn nog steeds maar respectievelijk 40 en 60 procent van wat het normaal zou zijn”, onderstreept Andela.

Er is dus nog veel uitval en de combinatiegraad van het vervoer dat wel plaatsvindt, is veel minder dan voorheen. Daardoor is het vervoer ook een stuk duurder dan gebruikelijk. Gemeenten en zorgverzekeraars hebben die meerkosten nog niet gecompenseerd. Er zitten nog steeds veel chauffeurs thuis en tal van taxivoertuigen staan stil. “Dat hangt allemaal als een molensteen om de nek van zorgvervoerders”, zegt Andela.

Leed is nog niet geleden

Wat hem verder zorgen baart, is het deel van De Jong’s antwoorden waarin hij ingaat op de situatie na 1 september. De afgelopen tijd was er mede om “te bezien of verdere afspraken nodig zijn voor de periode na 1 september het zorgvervoer, afgestemd op de nieuwe realiteit, als belangrijke schakel in continuïteit van zorg en ondersteuning in stand te houden.”

“Dit impliceert dat het ministerie van Volksgezondheid van partijen verwacht dat ze zich instellen op de nieuwe realiteit, ofwel een langer durende verlaging van de vervoersvraag in sommige delen van het zorgvervoer”, zegt Andela. KNV wil samen met vakbonden FNV en CNV duidelijk maken dat het leed nog niet geleden is en hoopt, nu de vakantieperiode zo’n beetje voorbij is, dat de gesprekken daarover weer op gang komen.

“Er is zeker nog ondersteuning nodig. Ter voorkoming van faillissementen, maar ook de hogere kosten door een lagere bezetting moeten worden betaald. De betaling van vaste kosten van het weggevallen vervoer kunnen alleen langzaam en gefaseerd worden afgebouwd, en niet ineens per 1 september.”

Lees ook: Minister: doorbetalen vaste kosten zorgvervoer tot eind 2020 niet nodig