Vijf mannen worden verdacht van handel in verdovende middelen, waarbij de drugs per taxi bij klanten werden bezorgd. De officier van justitie in Amsterdam heeft celstraffen tot vier jaar geëist tegen de vijf op verdenking van handel in verdovende middelen en lidmaatschap van een criminele organisatie. De verdachten zelf doen er vooralsnog het zwijgen toe. 

Het Openbaar Ministerie meldt dat ze zaak in januari 2016 aan het rollen kwam. Toen werd de broer van één van de verdachten in een andere strafzaak aangehouden. Bij de doorzoeking van zijn woning werden onder meer een telefoon en een kluis in beslaggenomen. In de kluis trof de politie naast cocaïne ook een weegschaal aan. De telefoon bevatte berichten die verband leken te houden met drugshandel.

Versluierd taalgebruik

In het onderzoek werden telefoons getapt, observaties gepleegd, getuigen gehoord, een pseudokoop verricht en doorzoekingen gehouden. Uiteindelijk leidde dat tot de verdenking dat de vijf mannen gedurende langere tijd handelden in verdovende middelen – voornamelijk cocaïne. Ook nadat de betreffende telefoon in beslag was genomen, dienden nog vele potentiële kopers zich aan.

De officieren in hun requisitoir: “De verdachten beschikten over een dealtelefoon en hadden een vaste klantenkring. Ze gebruikten onderling bijnamen, hanteerden versluierd taalgebruik als het om verdovende middelen ging en waren zo goed op elkaar ingespeeld dat zij vaak aan een paar woorden genoeg hadden om een drugsdeal succesvol af te ronden. Er was sprake van een goede organisatie; de verdachten hadden duidelijke rollen in hun cocaïne-breng-service-bedrijf.” Dat laatste aspect, het afleveren van de bestellingen, gebeurde dus per taxi.

Vier jaar cel

De verdachten hebben geen inzicht willen geven in hun handelen en hebben zich ook tijdens de openbare zitting op hun zwijgrecht beroepen, aldus het OM. De officieren hebben tegen een 37-jarige man in wiens woning ook een vuurwapen was aangetroffen, vier jaar cel waarvan één jaar voorwaardelijk geëist. Een 29-jarige man hoorde twintig maanden cel waarvan acht voorwaardelijk tegen zich eisen. Tegen de andere drie mannen (25, 33 en 38 jaar) werd drie jaar cel waarvan zes maanden voorwaardelijk geëist.