taxichauffeur, taxi

Verwarring over juridische status van taxichauffeurs via payroll

Er bestaat wat verwarring over de rechten van payrollers en eventuele verplichtingen van inlenende taxibedrijven. Branchevereniging KNV Taxi heeft haar leden erop geattendeerd dat er een ontwikkeling gaande is dat payrollers dezelfde rechten krijgen als gewone werknemers. Opdrachtgevers zouden door pensioenfondsen alsnog kunnen worden aangesproken om premies voor payrollers te betalen, of alsnog bij te dragen aan scholingsfondsen. Die bewering wordt echter bestreden door Sake Bosma, directeur van payrollbedrijf Talent4Taxi.

Er zijn volgens KNV onlangs enkele uitspraken geweest waarbij een rechter een werknemer via een payrollbedrijf dezelfde rechten gaf als gewone werknemers die rechtstreeks in dienst waren bij de inlener. “Door deze uitspraken valt het voordeel van payrolling grotendeels weg”, meldt KNV aan de leden. “Er lijkt dus een ontwikkeling gaande dat er meer en meer door payrollconstructies heen gekeken wordt en dat werknemers in een payrollconstructie en ‘gewone’ werknemers zodoende gelijke rechten zullen krijgen.”

Juridisch werkgever

Maar volgens Bosma zijn die beweringen niet helemaal correct. “In al die zaken waren deze mensen er niet goed van op de hoogte dat de payroll-organisatie hun juridisch werkgever was”, licht Bosma toe. “Zij dachten bij de inlener in dienst te zijn. En dat is een belangrijk verschil, waar KNV in haar brief helemaal niets over zegt.”

Mocht een werkgever bestaande of nieuwe werknemers willen onderbrengen in een payrollconstructie, dan moet hij een aantal zaken goed regelen. “Er dient een nieuwe arbeidsovereenkomst getekend te worden van de werknemer met het payrollbedrijf. Dat dient geheel vrijwillig te gebeuren en met goede voorlichting”, zegt Bosma. “Als dat het geval is, heeft nog nooit een rechter een payrollconstructie ongeldig verklaard.”

Kantonrechter

KNV meldt in haar mail naar de leden dat de kantonrechter de volgende punten had meegewogen: de inlener had de werknemers geworven en geselecteerd, de inlener had de werknemers zelf doorverwezen naar de payrollorganisatie, de werknemers werkten exclusief voor de inlener, de inlener had het recht om de werknemers instructies te geven voor het werk, de inlener maakte met de werknemers afspraken over de vakantiedagen. Maar volgens Bosma is dat juist de standaardprocedure bij een payrollconstructie en zegt dat niets over wie de juridisch werkgever is. “Dat de inlener de instructies geeft, is zelfs een wettelijke vereiste bij uitzenden en payrollen.”

Verder zou volgens de brief van KNV een eventueel faillissement van de payrollorganisatie kunnen leiden tot tot kosten bij de inlener. De brancheorganisatie schrijft daarover: “In sommige situaties is het voorstelbaar dat werknemers een loonvordering bij de feitelijke werkgever instellen, wanneer de juridische werkgever niet tot uitbetaling overgaat. Ook zou de fiscus bij de feitelijke werkgever kunnen aankloppen. Op basis van de Wet Ketenaansprakelijkheid moet de ondernemer uiteindelijk de verplichte sociale lasten ophoesten bij onverhoopte betalingsonmacht van het payrollbureau.”

NEN-keurmerk

Daar is alleen maar sprake van bij de zogenaamde ‘cowboys’, vertelt Bosma. “Alle gerenommeerde payroll-organisaties beschikken over het NEN-keurmerk. Dat betekent dat het payrollbedrijf zich aan de regels houdt en de inlener volledig kan worden gevrijwaard van ketenaansprakelijkheid, als die zelf ook aan de juiste administratieve eisen voldoet.” Dat wordt overigens ook bevestigd door KNV. “Om veilig gebruik te maken van payrolling is het belangrijk dat je met de juiste partijen in zee gaat”, laat de brancheorganisatie weten.

Taxibedrijven mogen tot 15% van hun loonsom besteden aan werknemers die niet onder de CAO Taxivervoer vallen, maar bijvoorbeeld onder de ABU-CAO. Bosma: “Een werkgever hoeft zich dan geen zorgen te maken dat het Pensioenfonds Vervoer achteraf alsnog premie komt innen. Want wij houden ons aan de regels. Al onze payrollers worden uitstekend voorgelicht en weten dat wij hun werkgever zijn.”

CAO Taxivervoer

Mocht een taxibedrijf meer dan 15% van de loonsom via payroll willen inlenen, dan kan dat via payrollbedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO Taxivervoer vallen. Enkele voorbeelden hiervan zijn Talent4Taxi, Please Payroll en Jongepier Detachering. 

Bart Pals

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

1 reactie op “Verwarring over juridische status van taxichauffeurs via payroll”

Maarten Wienbelt|04.07.13|17:27

Het gaat hierbij om waar het gezag ligt. Ik denk dat maar weinig taxi chauffeurs onder leiding of toezicht werken, het lijkt me meer een vrij beroep, waarbij payrolling een hele mooie oplossing is vanwege de sociale zekerheid, recht op scholing, door betaling bij ziekte die er ook bij hoort!
Maarten Wienbelt

Verwarring over juridische status van taxichauffeurs via payroll | TaxiPro
taxichauffeur, taxi

Verwarring over juridische status van taxichauffeurs via payroll

Er bestaat wat verwarring over de rechten van payrollers en eventuele verplichtingen van inlenende taxibedrijven. Branchevereniging KNV Taxi heeft haar leden erop geattendeerd dat er een ontwikkeling gaande is dat payrollers dezelfde rechten krijgen als gewone werknemers. Opdrachtgevers zouden door pensioenfondsen alsnog kunnen worden aangesproken om premies voor payrollers te betalen, of alsnog bij te dragen aan scholingsfondsen. Die bewering wordt echter bestreden door Sake Bosma, directeur van payrollbedrijf Talent4Taxi.

Er zijn volgens KNV onlangs enkele uitspraken geweest waarbij een rechter een werknemer via een payrollbedrijf dezelfde rechten gaf als gewone werknemers die rechtstreeks in dienst waren bij de inlener. “Door deze uitspraken valt het voordeel van payrolling grotendeels weg”, meldt KNV aan de leden. “Er lijkt dus een ontwikkeling gaande dat er meer en meer door payrollconstructies heen gekeken wordt en dat werknemers in een payrollconstructie en ‘gewone’ werknemers zodoende gelijke rechten zullen krijgen.”

Juridisch werkgever

Maar volgens Bosma zijn die beweringen niet helemaal correct. “In al die zaken waren deze mensen er niet goed van op de hoogte dat de payroll-organisatie hun juridisch werkgever was”, licht Bosma toe. “Zij dachten bij de inlener in dienst te zijn. En dat is een belangrijk verschil, waar KNV in haar brief helemaal niets over zegt.”

Mocht een werkgever bestaande of nieuwe werknemers willen onderbrengen in een payrollconstructie, dan moet hij een aantal zaken goed regelen. “Er dient een nieuwe arbeidsovereenkomst getekend te worden van de werknemer met het payrollbedrijf. Dat dient geheel vrijwillig te gebeuren en met goede voorlichting”, zegt Bosma. “Als dat het geval is, heeft nog nooit een rechter een payrollconstructie ongeldig verklaard.”

Kantonrechter

KNV meldt in haar mail naar de leden dat de kantonrechter de volgende punten had meegewogen: de inlener had de werknemers geworven en geselecteerd, de inlener had de werknemers zelf doorverwezen naar de payrollorganisatie, de werknemers werkten exclusief voor de inlener, de inlener had het recht om de werknemers instructies te geven voor het werk, de inlener maakte met de werknemers afspraken over de vakantiedagen. Maar volgens Bosma is dat juist de standaardprocedure bij een payrollconstructie en zegt dat niets over wie de juridisch werkgever is. “Dat de inlener de instructies geeft, is zelfs een wettelijke vereiste bij uitzenden en payrollen.”

Verder zou volgens de brief van KNV een eventueel faillissement van de payrollorganisatie kunnen leiden tot tot kosten bij de inlener. De brancheorganisatie schrijft daarover: “In sommige situaties is het voorstelbaar dat werknemers een loonvordering bij de feitelijke werkgever instellen, wanneer de juridische werkgever niet tot uitbetaling overgaat. Ook zou de fiscus bij de feitelijke werkgever kunnen aankloppen. Op basis van de Wet Ketenaansprakelijkheid moet de ondernemer uiteindelijk de verplichte sociale lasten ophoesten bij onverhoopte betalingsonmacht van het payrollbureau.”

NEN-keurmerk

Daar is alleen maar sprake van bij de zogenaamde ‘cowboys’, vertelt Bosma. “Alle gerenommeerde payroll-organisaties beschikken over het NEN-keurmerk. Dat betekent dat het payrollbedrijf zich aan de regels houdt en de inlener volledig kan worden gevrijwaard van ketenaansprakelijkheid, als die zelf ook aan de juiste administratieve eisen voldoet.” Dat wordt overigens ook bevestigd door KNV. “Om veilig gebruik te maken van payrolling is het belangrijk dat je met de juiste partijen in zee gaat”, laat de brancheorganisatie weten.

Taxibedrijven mogen tot 15% van hun loonsom besteden aan werknemers die niet onder de CAO Taxivervoer vallen, maar bijvoorbeeld onder de ABU-CAO. Bosma: “Een werkgever hoeft zich dan geen zorgen te maken dat het Pensioenfonds Vervoer achteraf alsnog premie komt innen. Want wij houden ons aan de regels. Al onze payrollers worden uitstekend voorgelicht en weten dat wij hun werkgever zijn.”

CAO Taxivervoer

Mocht een taxibedrijf meer dan 15% van de loonsom via payroll willen inlenen, dan kan dat via payrollbedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO Taxivervoer vallen. Enkele voorbeelden hiervan zijn Talent4Taxi, Please Payroll en Jongepier Detachering. 

Bart Pals

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

1 reactie op “Verwarring over juridische status van taxichauffeurs via payroll”

Maarten Wienbelt|04.07.13|17:27

Het gaat hierbij om waar het gezag ligt. Ik denk dat maar weinig taxi chauffeurs onder leiding of toezicht werken, het lijkt me meer een vrij beroep, waarbij payrolling een hele mooie oplossing is vanwege de sociale zekerheid, recht op scholing, door betaling bij ziekte die er ook bij hoort!
Maarten Wienbelt