‘Meer balans tussen werkgevers en werknemers taxi nodig’

Met vervoersaanbestedingen gaat het voorzichtig de goede kant op, maar er is ook nog een wereld te winnen. Daarin kunnen werknemers en de vakbond een belangrijke rol spelen, vindt Minke Jansma van FNV Taxi. Zij sprak met TaxiPro over wat er allemaal nog beter kan, over de nieuwe cao die onlangs tot stand kwam en de staking die vorig jaar nog nodig was om loonsverhoging af te dwingen. “Taxichauffeurs staken echt niet zomaar.”

Minke Jansma is landelijk onderhandelaar en regiobestuurder bij FNV, maar ook onder meer bestuurslid bij Sociaal Fonds Taxi. In die functies voert zij veel overleg met personen en instanties in de taxibranche. Soms heeft het cao-overleg in haar agenda de overhand. Zo’n periode werd vrij recent weer afgesloten, waarover later meer. Verder besteedt zij vooral veel tijd aan het helpen oplossen van problemen die werknemers ervaren. Niet altijd sectorbreed, maar vaak per bedrijf.

“In de taxibranche gaat het veel over niet betaalde uren, of om werkgevers die werknemers op een bepaalde manier bejegenen”, geeft Jansma aan. “Vaak spreken zich daar maar enkele werknemers over uit, maar het probleem speelt over het algemeen bij veel meer collega’s. Daarover gaan we in overleg en zo proberen we zo’n individuele kwestie collectief te maken. Met meerdere werknemers sta je nu eenmaal sterker dan met één of enkele.”

Tot een jaar of tien geleden was Jansma zelf werkzaam in de taxibranche, als hoofd P&O van een aantal bedrijven in Friesland. Nadat haar toenmalige werkgever een aanbesteding verloor, ging ze bij FNV werken. Eerst in de sector transport en logistiek, maar een jaar of vier geleden greep ze de kans aan om over te stappen naar FNV Taxi.

Waarom wilde je die overstap binnen FNV graag maken?

“Vooral op het gebied van aanbestedingen zag en zie ik, ook vanuit mijn eigen ervaringen, veel ruimte voor verbetering. Dat gaat nu langzaamaan wat beter. Met de sociale partners hebben we het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit opgericht. Daardoor is er nu ook een aanspreekpunt voor opdrachtgevers. En we worden nu vaker al bij aanbestedingen betrokken op het moment dat ze geschreven worden. Dat zijn ontwikkelingen die helpen.”

Op welke punten kan het dan nog beter?

“Helaas heeft de markt nog niet altijd het zelfreinigende vermogen om voor fatsoenlijke prijzen in te schrijven. Zelfs als opdrachtgevers de insteek hebben om voor kwaliteit te gaan, zijn er bedrijven bij die onder de kostprijs proberen in te schrijven. En als er dan een vreselijke aanbesteding is die echt alleen om prijs gaat, zou het ideaal zijn als er ook echt niemand op inschrijft.”

Is dat probleem op te lossen met een bodemprijs?

“Ik denk niet dat een bodemprijs iets zal helpen. Genoeg bedrijven zullen dan tegen die bodemprijs inschrijven en dan blijft de lage prijs leidend. Bovendien is het lastig om één minimumtarief voor alle soorten vervoer op te stellen. Waar ik veel meer in zie, is de kostenberekeningstool waar CROW aan werkt. Die moet opdrachtgevers inzicht geven in de factoren die meespelen in het bepalen van een reële prijs voor vervoer. De kennis daarvoor ontbreekt vaak, omdat gemeenten maar eens in de zoveel jaar een aanbesteding voor doelgroepenvervoer uitschrijven.”

Contracten voor doelgroepenvervoer hebben gemiddeld geen al te lange looptijd. Valt daar nog veel te winnen?

“Veel langere looptijden van vervoerscontracten zijn een grote wens van ons. Vijf jaar met nog een aantal optiejaren zou het mooiste zijn, zoals je nu bij Publiek Vervoer Groningen Drenthe ziet. Daar kan het werk zelfs oplopen tot negen jaar. Als vervoersbedrijf kun je dan investeren en voor werknemers biedt het perspectief in de vorm van een vast contract en bestendigheid. Naast een goede prijs en langere looptijden zijn betere randvoorwaarden voor het personeel heel belangrijk voor ons. Dat zie je weer terug in Zeeuws-Vlaanderen, waar inschrijvers punten konden verdienen door te werken met vaste chauffeurs. Het moet lonen om kwaliteit te leveren. Dat leidt tot bestendigheid en dat is voor iedereen beter. Niet alleen de chauffeurs waar wij ons voor inzetten, maar ook de cliënten waar het uiteindelijk allemaal om draait. Dat wordt nog wel eens uit het oog verloren.”

Er zijn verschillende modellen om vervoer aan te besteden. Welke voegen het meeste toe, met het oog op het voorgaande?

“Ik zie vooral heil in varianten als het gunnen op waarde en de concurrentiegerichte dialoog. Daarbij gaan opdrachtgevers en vervoerders namelijk met elkaar in gesprek. De laatste jaren heeft alles een heel juridisch karakter gekregen. Inschrijven op punten en komma’s, dan is er altijd wel iets om bezwaar tegen te maken. Dan sta je soms recht tegenover elkaar, terwijl je juist met elkaar moet praten om tot goed en bestendig doelgroepenvervoer te komen.”

Je noemt Publiek Vervoer en Zeeuws-Vlaanderen als voorbeelden waar het tenminste op onderdelen goed is gedaan. Is dé voorbeeld-aanbesteding al voorbijgekomen?

“Als vakbond kijken we toch altijd naar het belang van de werknemers. Daar is in Zeeuws-Vlaanderen echt goed rekening mee gehouden. De gemeente Amsterdam staat er ook om bekend dat te doen. Overigens hebben de werknemers het tij in de arbeidsmarkt nu mee. Opdrachtgevers zien dat en krijgen wat meer oog voor kwaliteit die wordt geleverd door de chauffeur. Want of een rit goed verloopt, daar zorgt uiteindelijk die chauffeur voor.”

Chauffeurs hebben het tij dus mee nu. Zien we dat ook terug in de nieuwe cao?

“Nee, eigenlijk nog niet echt. Als vakbond red je het nooit met praten alleen, wij zijn ook afhankelijk van de slagkracht van onze leden. We hebben wel de nodige belangrijke punten kunnen aanpakken. Denk aan de OPOV-regeling voor overgang van personeel bij overgang van vervoer. Juist omdat het nu een goede markt is voor chauffeurs, is de OPOV vaak wat minder prominent aan de orde. Maar er komen ook weer mindere tijden en dan moeten we dit goed geregeld hebben. Dat is nu weer het geval, met een regeling die bijvoorbeeld ook voor uitzendkrachten en bij tijdelijke voorzieningen geldt. Verder zijn we blij met de afspraken over standplaatsen. Die worden met elke chauffeur afgesproken en vanaf daar moet de chauffeur ook betaald worden. De nieuwe definitie van arbeidstijd is eveneens een belangrijk punt. We willen nog meer bereiken, maar er zijn wel eindelijk stappen in de goede richting gezet. Dit was voor nu de best haalbare cao, met ook verdedigbare loonsverhogingen.”

Vorig jaar ging het een stuk moeizamer. De cao liep stuk op de uiteindelijke teksten en als vakbonden besloten jullie, met succes, te staken voor 3 procent meer loon. Was dat een lastig besluit om te nemen?

“Staken is een uiterste middel. Je bespreekt eerst met kaderleden en leden of zij nog andere uitkomsten zien. En stel je wel een haalbaar doel? Op dat moment was staken voor ons het juiste middel om te bereiken wat we voor ogen hadden. Vergeet ook niet dat taxichauffeurs een enorm plichtsbesef voelen jegens de cliënten die ze vervoeren. Zij staken echt niet zomaar. Gelukkig heeft de staking snel het gewenste resultaat opgeleverd. En in de huidige cao zijn we echt nader tot elkaar gekomen. Maar we zijn er nog niet. Tussen werknemers en werkgevers in de sector moet meer evenwicht komen. Daarvoor is ook nodig dat werknemers zich organiseren en opstaan voor hun rechten. Geen angst hebben voor represailles maar staan voor je eigen recht.”

Wat zijn de ambities voor de komende tijd?

“Nu de cao er ligt, is er rust in de sector en hebben we weer meer tijd om met groepen mensen in bedrijven aan de slag te gaan. We willen mensen in de sector graag blijven versterken door te zorgen voor meer collectieve kracht van werknemers in bedrijven. Daarnaast blijft de focus op aanbestedingen liggen. De bezuinigingen zijn nog steeds van kracht en voor gemeenten blijft het lastig om budgetten rond te krijgen. We moeten er samen met de werknemers voor zorgen dat hun rol en de kwaliteit van het vervoer niet uit het oog verloren worden. Onze rol als vakbond is in dat geheel belangrijker dan ooit.”

Wilt u alles weten over de stand van zaken in het Nederlandse doelgroepenvervoer? Neem dan deel aan het Nationaal Congres Contractvervoer 2018, op donderdag 11 oktober in Expo Houten. Op het programma staan onder meer zero emissie doelgroepenvervoer, reizigersparticipatie, een juridische update en meer. Aanmelden kan via deze pagina; tot en met 9 september geldt er een aantrekkelijke vroegboekkorting.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

4 reacties op “‘Meer balans tussen werkgevers en werknemers taxi nodig’”

Max Kühner|09.08.18|12:56

Een bodemprijs hoeft niet altijd maar meteen LAAG te zijn. Als we nou eens met zijn allen uitgingen van 65 euro per uur ex btw, een leuk uurloon van een gemiddelde loodgieter? En daaronder gewoon massaal NIET inschrijven. Dus ook de prijsvechtertjes niet die zo graag ondernemertje spelen…laten die eerst even hun bedrijfsmentaliteit en ethiek op orde krijgen voordat ze voor de zoveelste keer de kwaliteit in een opdracht weer afspreken op papier.

Rudie Elmio|10.08.18|17:08

65 per uur is een leuk salaris ik ben al blij met de helft, maar vergeet de voorrij kosten niet ;)

Anja Kanij|28.08.18|21:01

Aanbestedingen zijn de slechtste en duurste uitvinding ooit, diegene die dat verzonnen heeft?. Niet alleen taxi, maar ook de zorg, schoonmaak enz enz. Elke 2 jaar staan er mensen op die totaal geen kansen krijgen omdat ze steeds onderaan de lijst staan. 25 procent van hardwerkende mensen kunnen weer gaan. Het gekissebis over geld…….Ik wordt er ziek van. Bij sommige bedrijven is het materiaal allerbelabbertst. Slechte auto’s die niet aan normen voldoen om chauffeurs hun werk te laten doen.

Paul Dijkhuizen|06.09.18|13:00

Bij aanbestedingen is het de aanbesteder die uiteindelijk bepaald wie het werk gegund wordt. Die aanbesteder is vaak de overheid zelf, leuk om dan te roepen dat er meer balans moet zijn tussen werkgever en werknemer, de oplossing ligt vooral bij de overheden zelf. Zolang die maar kunstmatig de prijzen laag blijven houden en kosten maar op blijven lopen gaat het niet goed komen. Inderdaad is een landelijke realistische bodemprijs juist een uitstekend plan, een ‘minimum tarief taxi’!

‘Meer balans tussen werkgevers en werknemers taxi nodig’ | TaxiPro

‘Meer balans tussen werkgevers en werknemers taxi nodig’

Met vervoersaanbestedingen gaat het voorzichtig de goede kant op, maar er is ook nog een wereld te winnen. Daarin kunnen werknemers en de vakbond een belangrijke rol spelen, vindt Minke Jansma van FNV Taxi. Zij sprak met TaxiPro over wat er allemaal nog beter kan, over de nieuwe cao die onlangs tot stand kwam en de staking die vorig jaar nog nodig was om loonsverhoging af te dwingen. “Taxichauffeurs staken echt niet zomaar.”

Minke Jansma is landelijk onderhandelaar en regiobestuurder bij FNV, maar ook onder meer bestuurslid bij Sociaal Fonds Taxi. In die functies voert zij veel overleg met personen en instanties in de taxibranche. Soms heeft het cao-overleg in haar agenda de overhand. Zo’n periode werd vrij recent weer afgesloten, waarover later meer. Verder besteedt zij vooral veel tijd aan het helpen oplossen van problemen die werknemers ervaren. Niet altijd sectorbreed, maar vaak per bedrijf.

“In de taxibranche gaat het veel over niet betaalde uren, of om werkgevers die werknemers op een bepaalde manier bejegenen”, geeft Jansma aan. “Vaak spreken zich daar maar enkele werknemers over uit, maar het probleem speelt over het algemeen bij veel meer collega’s. Daarover gaan we in overleg en zo proberen we zo’n individuele kwestie collectief te maken. Met meerdere werknemers sta je nu eenmaal sterker dan met één of enkele.”

Tot een jaar of tien geleden was Jansma zelf werkzaam in de taxibranche, als hoofd P&O van een aantal bedrijven in Friesland. Nadat haar toenmalige werkgever een aanbesteding verloor, ging ze bij FNV werken. Eerst in de sector transport en logistiek, maar een jaar of vier geleden greep ze de kans aan om over te stappen naar FNV Taxi.

Waarom wilde je die overstap binnen FNV graag maken?

“Vooral op het gebied van aanbestedingen zag en zie ik, ook vanuit mijn eigen ervaringen, veel ruimte voor verbetering. Dat gaat nu langzaamaan wat beter. Met de sociale partners hebben we het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit opgericht. Daardoor is er nu ook een aanspreekpunt voor opdrachtgevers. En we worden nu vaker al bij aanbestedingen betrokken op het moment dat ze geschreven worden. Dat zijn ontwikkelingen die helpen.”

Op welke punten kan het dan nog beter?

“Helaas heeft de markt nog niet altijd het zelfreinigende vermogen om voor fatsoenlijke prijzen in te schrijven. Zelfs als opdrachtgevers de insteek hebben om voor kwaliteit te gaan, zijn er bedrijven bij die onder de kostprijs proberen in te schrijven. En als er dan een vreselijke aanbesteding is die echt alleen om prijs gaat, zou het ideaal zijn als er ook echt niemand op inschrijft.”

Is dat probleem op te lossen met een bodemprijs?

“Ik denk niet dat een bodemprijs iets zal helpen. Genoeg bedrijven zullen dan tegen die bodemprijs inschrijven en dan blijft de lage prijs leidend. Bovendien is het lastig om één minimumtarief voor alle soorten vervoer op te stellen. Waar ik veel meer in zie, is de kostenberekeningstool waar CROW aan werkt. Die moet opdrachtgevers inzicht geven in de factoren die meespelen in het bepalen van een reële prijs voor vervoer. De kennis daarvoor ontbreekt vaak, omdat gemeenten maar eens in de zoveel jaar een aanbesteding voor doelgroepenvervoer uitschrijven.”

Contracten voor doelgroepenvervoer hebben gemiddeld geen al te lange looptijd. Valt daar nog veel te winnen?

“Veel langere looptijden van vervoerscontracten zijn een grote wens van ons. Vijf jaar met nog een aantal optiejaren zou het mooiste zijn, zoals je nu bij Publiek Vervoer Groningen Drenthe ziet. Daar kan het werk zelfs oplopen tot negen jaar. Als vervoersbedrijf kun je dan investeren en voor werknemers biedt het perspectief in de vorm van een vast contract en bestendigheid. Naast een goede prijs en langere looptijden zijn betere randvoorwaarden voor het personeel heel belangrijk voor ons. Dat zie je weer terug in Zeeuws-Vlaanderen, waar inschrijvers punten konden verdienen door te werken met vaste chauffeurs. Het moet lonen om kwaliteit te leveren. Dat leidt tot bestendigheid en dat is voor iedereen beter. Niet alleen de chauffeurs waar wij ons voor inzetten, maar ook de cliënten waar het uiteindelijk allemaal om draait. Dat wordt nog wel eens uit het oog verloren.”

Er zijn verschillende modellen om vervoer aan te besteden. Welke voegen het meeste toe, met het oog op het voorgaande?

“Ik zie vooral heil in varianten als het gunnen op waarde en de concurrentiegerichte dialoog. Daarbij gaan opdrachtgevers en vervoerders namelijk met elkaar in gesprek. De laatste jaren heeft alles een heel juridisch karakter gekregen. Inschrijven op punten en komma’s, dan is er altijd wel iets om bezwaar tegen te maken. Dan sta je soms recht tegenover elkaar, terwijl je juist met elkaar moet praten om tot goed en bestendig doelgroepenvervoer te komen.”

Je noemt Publiek Vervoer en Zeeuws-Vlaanderen als voorbeelden waar het tenminste op onderdelen goed is gedaan. Is dé voorbeeld-aanbesteding al voorbijgekomen?

“Als vakbond kijken we toch altijd naar het belang van de werknemers. Daar is in Zeeuws-Vlaanderen echt goed rekening mee gehouden. De gemeente Amsterdam staat er ook om bekend dat te doen. Overigens hebben de werknemers het tij in de arbeidsmarkt nu mee. Opdrachtgevers zien dat en krijgen wat meer oog voor kwaliteit die wordt geleverd door de chauffeur. Want of een rit goed verloopt, daar zorgt uiteindelijk die chauffeur voor.”

Chauffeurs hebben het tij dus mee nu. Zien we dat ook terug in de nieuwe cao?

“Nee, eigenlijk nog niet echt. Als vakbond red je het nooit met praten alleen, wij zijn ook afhankelijk van de slagkracht van onze leden. We hebben wel de nodige belangrijke punten kunnen aanpakken. Denk aan de OPOV-regeling voor overgang van personeel bij overgang van vervoer. Juist omdat het nu een goede markt is voor chauffeurs, is de OPOV vaak wat minder prominent aan de orde. Maar er komen ook weer mindere tijden en dan moeten we dit goed geregeld hebben. Dat is nu weer het geval, met een regeling die bijvoorbeeld ook voor uitzendkrachten en bij tijdelijke voorzieningen geldt. Verder zijn we blij met de afspraken over standplaatsen. Die worden met elke chauffeur afgesproken en vanaf daar moet de chauffeur ook betaald worden. De nieuwe definitie van arbeidstijd is eveneens een belangrijk punt. We willen nog meer bereiken, maar er zijn wel eindelijk stappen in de goede richting gezet. Dit was voor nu de best haalbare cao, met ook verdedigbare loonsverhogingen.”

Vorig jaar ging het een stuk moeizamer. De cao liep stuk op de uiteindelijke teksten en als vakbonden besloten jullie, met succes, te staken voor 3 procent meer loon. Was dat een lastig besluit om te nemen?

“Staken is een uiterste middel. Je bespreekt eerst met kaderleden en leden of zij nog andere uitkomsten zien. En stel je wel een haalbaar doel? Op dat moment was staken voor ons het juiste middel om te bereiken wat we voor ogen hadden. Vergeet ook niet dat taxichauffeurs een enorm plichtsbesef voelen jegens de cliënten die ze vervoeren. Zij staken echt niet zomaar. Gelukkig heeft de staking snel het gewenste resultaat opgeleverd. En in de huidige cao zijn we echt nader tot elkaar gekomen. Maar we zijn er nog niet. Tussen werknemers en werkgevers in de sector moet meer evenwicht komen. Daarvoor is ook nodig dat werknemers zich organiseren en opstaan voor hun rechten. Geen angst hebben voor represailles maar staan voor je eigen recht.”

Wat zijn de ambities voor de komende tijd?

“Nu de cao er ligt, is er rust in de sector en hebben we weer meer tijd om met groepen mensen in bedrijven aan de slag te gaan. We willen mensen in de sector graag blijven versterken door te zorgen voor meer collectieve kracht van werknemers in bedrijven. Daarnaast blijft de focus op aanbestedingen liggen. De bezuinigingen zijn nog steeds van kracht en voor gemeenten blijft het lastig om budgetten rond te krijgen. We moeten er samen met de werknemers voor zorgen dat hun rol en de kwaliteit van het vervoer niet uit het oog verloren worden. Onze rol als vakbond is in dat geheel belangrijker dan ooit.”

Wilt u alles weten over de stand van zaken in het Nederlandse doelgroepenvervoer? Neem dan deel aan het Nationaal Congres Contractvervoer 2018, op donderdag 11 oktober in Expo Houten. Op het programma staan onder meer zero emissie doelgroepenvervoer, reizigersparticipatie, een juridische update en meer. Aanmelden kan via deze pagina; tot en met 9 september geldt er een aantrekkelijke vroegboekkorting.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

4 reacties op “‘Meer balans tussen werkgevers en werknemers taxi nodig’”

Max Kühner|09.08.18|12:56

Een bodemprijs hoeft niet altijd maar meteen LAAG te zijn. Als we nou eens met zijn allen uitgingen van 65 euro per uur ex btw, een leuk uurloon van een gemiddelde loodgieter? En daaronder gewoon massaal NIET inschrijven. Dus ook de prijsvechtertjes niet die zo graag ondernemertje spelen…laten die eerst even hun bedrijfsmentaliteit en ethiek op orde krijgen voordat ze voor de zoveelste keer de kwaliteit in een opdracht weer afspreken op papier.

Rudie Elmio|10.08.18|17:08

65 per uur is een leuk salaris ik ben al blij met de helft, maar vergeet de voorrij kosten niet ;)

Anja Kanij|28.08.18|21:01

Aanbestedingen zijn de slechtste en duurste uitvinding ooit, diegene die dat verzonnen heeft?. Niet alleen taxi, maar ook de zorg, schoonmaak enz enz. Elke 2 jaar staan er mensen op die totaal geen kansen krijgen omdat ze steeds onderaan de lijst staan. 25 procent van hardwerkende mensen kunnen weer gaan. Het gekissebis over geld…….Ik wordt er ziek van. Bij sommige bedrijven is het materiaal allerbelabbertst. Slechte auto’s die niet aan normen voldoen om chauffeurs hun werk te laten doen.

Paul Dijkhuizen|06.09.18|13:00

Bij aanbestedingen is het de aanbesteder die uiteindelijk bepaald wie het werk gegund wordt. Die aanbesteder is vaak de overheid zelf, leuk om dan te roepen dat er meer balans moet zijn tussen werkgever en werknemer, de oplossing ligt vooral bij de overheden zelf. Zolang die maar kunstmatig de prijzen laag blijven houden en kosten maar op blijven lopen gaat het niet goed komen. Inderdaad is een landelijke realistische bodemprijs juist een uitstekend plan, een ‘minimum tarief taxi’!