track-en-trace, centrale, voertuigvolgsysteem, RAM Mobile Data

Zeeuwse gemeenten mogen doelgroepenvervoer bundelen

Als de inkoop van regie wordt gescheiden van de taxivervoer-aanbesteding, dan is het in sommige gevallen toegestaan verschillende soorten doelgroepenvervoer te bundelen in één aanbesteding. Wanneer reizigers van de verschillende vervoersstromen in hetzelfde voertuig door dezelfde chauffeur volgtijdelijk kunnen worden vervoerd, is er geen sprake van clustering, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaald. “Het gaat feitelijk om dezelfde soort vervoermiddelen en dezelfde, bekwame en sociaalvaardige chauffeur”, aldus de rechtbank.

De gemeente Middelburg, Vlissingen en Veerle hebben onlangs het Zeeuwse sociaal vervoer aanbesteed. Het ging om taxivervoer waarbij de planning wordt gedaan door de gemeentelijke vervoercentrale (GVC). De gunning ging naar HALA Zeeland, onderdeel van Taxi Centrale Renesse (TCR). Hiertegen werd op meerdere gronden bezwaar gemaakt door Transvision.

Onnodig clusteren

Een belangrijk onderdeel van het verweer is dat Transvision vindt dat de opdrachten onnodig werden geclusterd. Immers, het gaat om wmo-vervoer, leerlingenvervoer, gym- en zwemvervoer, wsw-vervoer, haltetaxi en (optioneel) vervoer jeugd-GGZ en medisch kinderdagverblijf. Dergelijke vervoersstromen worden normaliter apart aanbesteed omdat het om verschillende typen vervoer gaat met hun eigen kenmerken en processen.

“De gemeenten hebben de opdracht gepresenteerd als het ter beschikking stellen van een voertuig en taxichauffeur”, zegt advocaat aanbestedingsrecht Joost van de Wetering van Infense Advocaten. “Dat hebben ze slim gedaan. In dit geval is de rechter meegegaan met de motivering van de Zeeuwse gemeenten. De facto worden er echter verschillende vervoersopdrachten aanbesteed, exclusief de regie. Maar dan met een ander etiket. Het is de vraag of dat etiket bepalend zou moeten zijn voor de beoordeling.”

Vervoerstromen

De gemeenten voeren als verweer dat zij de aanbestede opdracht zien als één homogene opdracht, namelijk een opdracht om vervoermiddelen met een geschikte chauffeur ter beschikking te stellen. Bij de nieuwe opzet is het de opdracht van de GVC om de inzet te plannen van voertuigen, zodanig dat deze vervoerstromen in goede banen worden geleid.

“Met deze planning en de daardoor te bedienen vervoersstromen heeft de te contracteren vervoerder niets te maken”, aldus de gemeenten. “De vervoerder moet vervoermiddelen ter beschikking stellen die vervolgens door GVC worden ingepland, opdat GVC daarmee de vervoerstroom gaat bedienen. Er is anders dan in de oude opzet, geen bemoeienis vereist van de vervoerder met de bediening en verzorging van een vervoerstroom.”

Regie

Bij de gewijzigde opzet waarin de regie wordt ondergebracht bij de GVC en de vervoerders nog slechts op aanwijzing van deze centrale ritten rijden, kan het eindresultaat volgens de gemeenten tot wel 14% goedkoper worden bereikt en ook kwalitatief beter, doordat bijvoorbeeld dezelfde chauffeur die de leerlingen ‘s morgens vervoert, deze leerlingen ‘s middags ook kan brengen naar hun sportactiviteit.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeenten voldoende deugdelijk hebben gemotiveerd waarom inhoudelijk geen sprake is van geclusterde opdrachten, aangezien de gemeenten geen regiewerk wensen in te kopen.

Minimumeisen

“Gelet op de minimumeisen die in de offerteaanvraag zijn gesteld voor chauffeurs mogen de gemeenten, anders dan Transvision stelt, er vanuit gaan dat een chauffeur die geschikt is om kwetsbare jonge leerlingen te vervoeren, tevens in staat zal zijn om in het kader van het WMO- vervoer bijvoorbeeld ook ouderen te vervoeren. Voldoende aannemelijk is dat ook de auto’s die worden uitgevraagd daartoe geschikt zijn. De conclusie luidt dat in de door de gemeenten gekozen nieuwe opzet geen sprake is van een clustering van ongelijksoortige opdrachten, maar van één opdracht”, aldus de rechtbank. 

Van de Wetering merkt wel op dat rechters hier op een verschillende manier tegen aan zouden kunnen kijken. “Je kunt dit namelijk ook op de ‘klassieke manier’ benaderen. Daarbij is er gewoon sprake van clustering van verschillende soorten vervoer. En dus moet je heel goed motiveren waarom je dat wilt bundelen. Die motivering hoefden de gemeenten hier niet te geven, omdat de rechtbank Zeeland-West-Brabant is meegegaan in de argumentatie van de gemeenten dat het één opdracht betreft. En dan is er geen sprake van clustering.”

Vervoersgebied

Volgens de advocaat aanbestedingsrecht kan de motivering van de Zeeuwse gemeenten niet zomaar overal toegepast worden in gebieden die kijken naar het opzetten van een provinciale vervoercentrale. “Je hebt hierbij vaak twee vormen van clustering; van de verschillende vervoerssoorten en van de verschillende gemeenten. De rechter heeft hier bepaald dat het doelgroepenvervoer op zichzelf niet geclusterd is.”

“En de samenwerking van gemeente is voldoende gemotiveerd om te mogen clusteren, want het gaat om een afgesloten vervoersgebied in Walcheren met dezelfde vervoersstromen waarbij het efficiënter is om dat samen te voegen. Maar die vlieger gaat mogelijk niet overal op. Vaak is er geen sprake van een afgesloten vervoersgebied. Overigens bestaat er nog vrijwel geen jurisprudentie over het clusteren door gemeenten, omdat er nog nooit bezwaar tegen is gemaakt”, aldus de advocaat aanbestedingsrecht.

Bundeling

Hij noemt als voorbeeld dat het bijvoorbeeld moeilijk te verdedigen kan zijn als verschillende gemeenten leerlingenvervoer bundelen, waarbij er geen gezamenlijke vervoersstromen zijn. “Het is de vraag of je dat mag samenvoegen in één opdracht. In Zeeland dus wel, zo blijkt uit deze uitspraak. Maar dat zal wellicht niet overal in Nederland het geval zijn. Dat moet echt heel goed gemotiveerd worden. Ook als het via een regiecentrale gaat.”

Wat Van de Wetering mist in het vonnis is hoe de belangen van het MKB gewaarborgd zijn bij deze aanbesteding. “Want stel je voor dat overal één partij het totale vervoer voor zijn rekening neemt, dan maken de MKB-bedrijven eigenlijk geen kans meer. De aanbestedingswet schrijft juist voor dat opdrachtgevers de belangen van het MKB moeten meewegen. Want in dit geval kunnen ze alleen nog maar als onderaannemer fungeren. Dat is niet de bedoeling van de wet. Een motivering waarom daarvan wordt afgeweken ontbreekt in dit vonnis.”

Bart Pals

Meer weten over de juridische kant van deze kwestie? Bezoek dan de presentatie van Joost van de Wetering tijdens het Nationaal Congres Contractvervoer op 22 september 2015. Meer informatie via: www.taxi-expo.nl/congres-contractvervoer

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.