Ontevreden taxichauffeurs hebben het op maandagochtend enige tijd onmogelijk gemaakt om vanaf station Amsterdam Centraal een taxi te nemen. Hun blokkade van de standplaats aan de westzijde van het station komt voort uit onvrede: over het standplaatsbeleid, over de (pogingen tot) schorsingen van verschillende toegelaten taxi-organisaties en over de in hun ogen oneerlijke concurrentie met Uber.

De blokkade is in de loop van de ochtend weer opgeheven, zo meldt de NOS. Wel verplaatsten de stakers zich richting Stopera, waar zij willen spreken met de Amsterdamse verkeerswethouder Pieter Litjens. Met hun protest willen de chauffeurs onder meer aankaarten dat hun huidige standplaats aan de achterkant van het station een enorme stap achteruit betekent ten opzichte van de oude standplaats aan de voorzijde. Door die verandering zouden hun inkomsten achteruit zijn gehold. De chauffeurs stellen dat het beter aangeven van de standplaatsen al enorm zou schelen.

Duimschroeven aangedraaid

Daarnaast komen zij in het geweer tegen het Amsterdamse beleid voor Toegelaten Taxi Organisaties. Dat TTO-systeem is al enige jaren van kracht, maar sinds kort wordt er strenger gehandhaafd op het naleven van de regels. Dat heeft al geleid tot enkele schorsingen van TTO’s, bijvoorbeeld voor enkele weekenden op rij in de nachtelijke uren rond uitgaansgebied Leidseplein. Dit aandraaien van de duimschroeven zorgt voor onvrede onder de TTO-chauffeurs die het treft, want tijdens de periodes dat de TTO geschorst is, hebben zij geen inkomen als chauffeur.

Schorsing TTO’s verboden

Overigens ging de meest recente voorgenomen schorsing niet door. De gemeente Amsterdam wilde de taxi’s van Aemstel en Taxistad vier weekenden lang tijdens de nachtelijke uitgaansuren weren van het Leidseplein. Maar de TTO’s spanden een kort geding aan aan, waarin de rechter deze schorsing verbood. Aemstel en Taxistad zouden hun eigen reglementen onvoldoende naleven en daarmee niet goed genoeg presteren binnen de Amsterdamse Taxiverordening. De gemeente had die conclusie echtet gebaseerd op vergelijkingen met de prestaties van andere TTO’s. Dat vond de rechter onvoldoende bewijs, en omdat er geen ander bewijs werd aangedragen, werd de schorsing verboden.