Ook in hoger beroep is een taxichauffeur vrijgesproken van het met opzet inrijden op een wegwerker op de A10. Het gerechtshof in Amsterdam vindt dat het incident niet bewezen kan worden. Het Openbaar Ministerie was tegen de eerste uitspraak in beroep gegaan en had een taakstraf van 120 uur en een jaar ontzegging van de rijbevoegdheid geëist.

Foto: Rijkswaterstaat / Harry van Reeken

Het incident waarvoor de taxichauffeur terechtstond, vond plaats op 18 juni 2016. Op die dagen waren de man die aangifte deed en zijn collega bezig met wegwerkzaamheden aan de A10 bij Amsterdam, specifiek bij afslag s109. Die afrit was vanwege de werkzaamheden afgesloten, wat op verschillende manieren werd aangegeven. Desondanks reed de taxichauffeur de afrit op. Deze bestaat uit twee rijstroken en op de linkse stond de vrachtwagen van de wegwerkers.

De chauffeur stopte en vroeg aan de mannen of hij toch de afrit mocht gebruiken. Dat mocht niet, waarna de man weer probeerde in te voegen op de A10. Dit lukte niet, waarop de taxichauffeur er voor koos om rechts de vrachtwagen van de wegwerkers te passeren en zo alsnog de afrit te nemen. Eén van de mannen claimt dat hij op dat moment rechts langs de vrachtwagen liep en tegen dit voertuig aan moest springen om te voorkomen dat hij werd aangereden door de taxi. Volgens de chauffeur was er echter voldoende ruimte om veilig te passeren.

Verkeerssituatie niet duidelijk

Een kwestie dus van het ene woord tegen het andere, waarbij de man die claimt bijna aangereden te zijn wel werd gesteund door zijn collega als getuige. Maar het gerechtshof dat zich in hoger beroep over de zaak boog, zag onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat de taxichauffeur inderdaad met opzet op de wegwerker is ingereden.

Het is zelfs onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de verkeerssituatie op dat moment daadwerkelijk was. De politie heeft dit bijvoorbeeld niet vastgelegd door ter plaatse foto’s te maken. Het ontbreekt dus aan middelen om aan te tonen dat er zo weinig ruimte op de weg was dat de wegwerker wel opzij moest springen om niet door de taxi aangereden te worden. Daarom wordt de taxichauffeur ook in hoger beroep vrijgesproken.