Taxi Amsterdam

‘Versnippering taximarkt zorgt voor grote kwaliteitsverschillen’

ANP eenmalig

Versnippering in beleid voor de straattaxi zorgt ervoor dat de kwaliteit van taxivervoer door heel Nederland erg uiteenloopt. Ook zorgt het er soms voor, dat zodra steden een kwaliteitsslag hebben gemaakt door een TTO-systeem of taxikeurmerk in te stellen, problemen zich verplaatsen naar steden daaromheen. Dat bleek vorige maand tijdens een discussie op de Taxi Expo in Houten.

Voorafgaand aan het debat vertelde beleidsmedewerker Alex Mink van het Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur (GNMI) over de vragen die gemeentelijke beleidsadviseurs stellen over gemeentelijk straattaxibeleid. Die richten zich volgens hem met name op marktordening, kwaliteitszorg en samenwerking.

Kwaliteit verbeteren

Een aantal vragen worden volgens hem ook gesteld naar van nieuwsartikelen over de taxibranche. “Als je naar de berichtgeving in de media kijkt, dan lijken er veel excessen te zijn. Vaak gaat het dan over snorders, moeilijkheden rond standplaatsen, kwaliteit van chauffeurs, ritprijzen en heel vaak over overlast.” Bij gemeenten bestaat volgens hem de behoefte om samen te werken met de taxibranche om ‘nare krantenkoppen’ te voorkomen. Hij vraagt daarom tijdens de discussie naar suggesties uit de branche om de kwaliteit verder te verbeteren.

Een taxi-ondernemer van taxicentrale HTMC in Den Haag stelt dat door de invoering van een TTO-systeem in Den Haag een waterbedeffect is ontstaan, waardoor problemen zich naar andere steden eromheen verplaatsen. “Daar ontstaat nu ook de vraag om een TTO-systeem”, aldus de ondernemer. Tegelijkertijd worstelen gemeenten volgens hem met voldoende handvatten om te sanctioneren. “Je ziet vaak dat gemeenten angstig zijn voor claims en het daarom nalaten om te handhaven.”

Handhaving

“In Den Haag hebben we een tijd een proef gedaan met mystery guests. Die vroegen om een ritje naar het centraal station, waar vervolgens een paar BOA’s stonden die boetes uitdeelden. Dat zorgde ervoor dat ze verdwenen.” Het probleem is volgens hem dat in deze handhaving geen continuïteit zit, waardoor malafide taxichauffeurs na verloop van tijd weer terugkeren.

“Veel taxiklanten zijn light users”, meent de Haagse taxi-ondernemer, “dus ze maken bijvoorbeeld twee keer per jaar gebruik van een taxi. Als dat slecht bevalt, dan komen ze niet meer terug. Er is een gebrek aan reputatiemanagement.” Het herkenbare daklicht met het TTO-nummer helpt volgens hem wel om uitwassen in de sector tegen te gaan. Klanten en taxichauffeurs kunnen via dit telefoonnummer misstanden melden, waarna de gemeente kan besluiten om de TTO-vergunning in te trekken.

Invoering TTO

De meningen zijn verdeeld over of de invoering van een TTO-systeem voor alle steden de beste oplossing is. Mink: “TTO is een vrij zwaar regime. Het vraagt veel van de chauffeurs om dit tot stand te brengen.”

Volgens de Wet Personenvervoer 2000 (WP 2000) mogen volgens artikel 82b zeven gemeenten een TTO-systeem inrichten. Vier steden hebben dat tot nu toe gedaan. Een aantal andere gemeenten hebben een taxiverordening (artikel 82a), een minder zwaar middel, ingevoerd om de markt verder te reguleren. Dat hebben bijvoorbeeld Tilburg en Breda gedaan.

Het invoeren van een dergelijke taxiverordening heeft volgens een van de deelnemers aan de discussie nadelen ten opzichte van een TTO. “In de gemeenten waar je geen TTO-systeem hebt, daar heb je geen TTO-aanspreekpunt dus dan zou je in theorie in overleg moeten gaan plegen met 100 tot 250 chauffeurs. Het 82a-model wordt vaak toegepast op een kleinere markt, maar het houdt tegelijkertijd meer in omdat je met veel individuele chauffeurs te maken hebt.”

Geen heilige graal

Tijdens de discussie wordt daarnaast duidelijk dat het TTO-model geen ‘heilige graal’ is. Een van de aanwezigen wijst erop dat uit onderzoek blijkt dat TTO in in Amsterdam “in de praktijk niet oplevert waar het voor bedoeld is”. In Amsterdam speelt onder meer de discussie over het wel of niet aanwezig zijn van een gelijk speelveld in het taxivervoer en de praktijk van de handhaving. Daarbij zaten er onder meer verschillen, waardoor voor vergelijkbare overtredingen aanbieders op de opstapmarkt zwaarder worden bestraft dan aanbieders op de bestelmarkt.

Mink wijst erop dat staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur in augustus in een Kamerbrief heeft toegezegd samen met gemeenten om tafel te gaan om problemen in het taxivervoer aan te pakken en huidige regulering onder de loep te nemen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Onderwerpen: , ,

Auteur: Marieke van Gompel

Marieke is algemeen hoofdredacteur van van ProMedia Group.

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.

‘Versnippering taximarkt zorgt voor grote kwaliteitsverschillen’ | TaxiPro
Taxi Amsterdam

‘Versnippering taximarkt zorgt voor grote kwaliteitsverschillen’

ANP eenmalig

Versnippering in beleid voor de straattaxi zorgt ervoor dat de kwaliteit van taxivervoer door heel Nederland erg uiteenloopt. Ook zorgt het er soms voor, dat zodra steden een kwaliteitsslag hebben gemaakt door een TTO-systeem of taxikeurmerk in te stellen, problemen zich verplaatsen naar steden daaromheen. Dat bleek vorige maand tijdens een discussie op de Taxi Expo in Houten.

Voorafgaand aan het debat vertelde beleidsmedewerker Alex Mink van het Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur (GNMI) over de vragen die gemeentelijke beleidsadviseurs stellen over gemeentelijk straattaxibeleid. Die richten zich volgens hem met name op marktordening, kwaliteitszorg en samenwerking.

Kwaliteit verbeteren

Een aantal vragen worden volgens hem ook gesteld naar van nieuwsartikelen over de taxibranche. “Als je naar de berichtgeving in de media kijkt, dan lijken er veel excessen te zijn. Vaak gaat het dan over snorders, moeilijkheden rond standplaatsen, kwaliteit van chauffeurs, ritprijzen en heel vaak over overlast.” Bij gemeenten bestaat volgens hem de behoefte om samen te werken met de taxibranche om ‘nare krantenkoppen’ te voorkomen. Hij vraagt daarom tijdens de discussie naar suggesties uit de branche om de kwaliteit verder te verbeteren.

Een taxi-ondernemer van taxicentrale HTMC in Den Haag stelt dat door de invoering van een TTO-systeem in Den Haag een waterbedeffect is ontstaan, waardoor problemen zich naar andere steden eromheen verplaatsen. “Daar ontstaat nu ook de vraag om een TTO-systeem”, aldus de ondernemer. Tegelijkertijd worstelen gemeenten volgens hem met voldoende handvatten om te sanctioneren. “Je ziet vaak dat gemeenten angstig zijn voor claims en het daarom nalaten om te handhaven.”

Handhaving

“In Den Haag hebben we een tijd een proef gedaan met mystery guests. Die vroegen om een ritje naar het centraal station, waar vervolgens een paar BOA’s stonden die boetes uitdeelden. Dat zorgde ervoor dat ze verdwenen.” Het probleem is volgens hem dat in deze handhaving geen continuïteit zit, waardoor malafide taxichauffeurs na verloop van tijd weer terugkeren.

“Veel taxiklanten zijn light users”, meent de Haagse taxi-ondernemer, “dus ze maken bijvoorbeeld twee keer per jaar gebruik van een taxi. Als dat slecht bevalt, dan komen ze niet meer terug. Er is een gebrek aan reputatiemanagement.” Het herkenbare daklicht met het TTO-nummer helpt volgens hem wel om uitwassen in de sector tegen te gaan. Klanten en taxichauffeurs kunnen via dit telefoonnummer misstanden melden, waarna de gemeente kan besluiten om de TTO-vergunning in te trekken.

Invoering TTO

De meningen zijn verdeeld over of de invoering van een TTO-systeem voor alle steden de beste oplossing is. Mink: “TTO is een vrij zwaar regime. Het vraagt veel van de chauffeurs om dit tot stand te brengen.”

Volgens de Wet Personenvervoer 2000 (WP 2000) mogen volgens artikel 82b zeven gemeenten een TTO-systeem inrichten. Vier steden hebben dat tot nu toe gedaan. Een aantal andere gemeenten hebben een taxiverordening (artikel 82a), een minder zwaar middel, ingevoerd om de markt verder te reguleren. Dat hebben bijvoorbeeld Tilburg en Breda gedaan.

Het invoeren van een dergelijke taxiverordening heeft volgens een van de deelnemers aan de discussie nadelen ten opzichte van een TTO. “In de gemeenten waar je geen TTO-systeem hebt, daar heb je geen TTO-aanspreekpunt dus dan zou je in theorie in overleg moeten gaan plegen met 100 tot 250 chauffeurs. Het 82a-model wordt vaak toegepast op een kleinere markt, maar het houdt tegelijkertijd meer in omdat je met veel individuele chauffeurs te maken hebt.”

Geen heilige graal

Tijdens de discussie wordt daarnaast duidelijk dat het TTO-model geen ‘heilige graal’ is. Een van de aanwezigen wijst erop dat uit onderzoek blijkt dat TTO in in Amsterdam “in de praktijk niet oplevert waar het voor bedoeld is”. In Amsterdam speelt onder meer de discussie over het wel of niet aanwezig zijn van een gelijk speelveld in het taxivervoer en de praktijk van de handhaving. Daarbij zaten er onder meer verschillen, waardoor voor vergelijkbare overtredingen aanbieders op de opstapmarkt zwaarder worden bestraft dan aanbieders op de bestelmarkt.

Mink wijst erop dat staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur in augustus in een Kamerbrief heeft toegezegd samen met gemeenten om tafel te gaan om problemen in het taxivervoer aan te pakken en huidige regulering onder de loep te nemen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Onderwerpen: , ,

Auteur: Marieke van Gompel

Marieke is algemeen hoofdredacteur van van ProMedia Group.

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.