Daklicht

Taxichauffeur zette bestelde taxirit in scène

Bron: TaxiPro (Inge Jacobs)

Een taxichauffeur in Amsterdam raakte zijn vergunning voor de opstapmarkt kwijt omdat hij tijdens de schorsing van die vergunning doorging met het aanbieden van taxivervoer. Met het verweer dat het om besteld werk en contractvervoer ging, werd korte metten gemaakt: volgens de rechter zette de man deze werkzaamheden in scène.

Vanwege het intrekken van zijn Taxxxi-vergunning mocht de man niet meer op de opstapmarkt werken, terwijl hij daar wel het merendeel van zijn inkomen verdiende. Daarom was hij naar de voorzieningenrechter gestapt. Deze kan een voorlopige uitspraak doen die anticipeert op de uitspraak in de daadwerkelijke rechtszaak. Bij een positieve uitspraak van de voorzieningenrechter zou de man dan in elk geval voorlopig door kunnen werken.

Begin 2018 was zijn Taxxxi-vergunning voor een periode van vier weken geschorst. Hij mocht dus niet in de opstapmarkt werken. In die periode zagen handhavers hem staan op een plek bij het Centraal Station die vaak als illegale standplaats wordt gebruikt. De taxi van de man was voorzien van een daklicht met de opdruk ‘TAXI’. De handhavers spraken de chauffeur aan, waarop deze aangaf op een klant te wachten. Op verzoek van de handhaver belde hij de klant, die er vijf minuten later zou zijn.

Bestelling niet aangetoond

Even later belde de man zijn klant opnieuw, maar de handhavers zagen dat hij ditmaal een ander nummer belde. Hij kon niet verklaren waarom en hij wilde ook zijn belgeschiedenis niet laten zien. Dit deed de handhavers vermoeden dat er geen klant was, terwijl het daklicht en de BCT wel duidelijk maakten dat er taxivervoer werd aangeboden. Even later kwam er een man aanlopen die beweerde de klant te zijn. Deze persoon kon echter niet aantonen dat hij de rit had besteld. Bovendien herkenden de handhavers hem als taxichauffeur aan de keycard die hij bij zich had.

Daarmee was voor de handhavers bewezen dat de taxichauffeur in de opstapmarkt actief was terwijl dat niet mocht, waarop zijn toch al geschorste Taxxivergunning helemaal werd ingetrokken. Daar maakte hij bezwaar tegen. Hij was naar eigen zeggen in Amsterdam om een klant op te halen die een rit bij hem had besteld. Zijn voertuig was inderdaad als taxi herkenbaar, maar alleen om er buiten Amsterdam mee in de opstapmarkt te kunnen rijden.

Verder betoogt de taxichauffeur onder meer dat de hij de handhaver had laten meeluisteren met het gesprek waarin de klant aangaf er over vijf minuten te zijn. De handhaver zou zijn rapport van bevindingen al hebben uitgeschreven voordat de klant er was om te bevestigen dat het om besteld werk ging.

Verbazing

Toen de klant arriveerde, bevestigde hij de rit te hebben besteld. Maar omdat de klant zelf ook een taxichauffeur was, die niet kon aantonen dat hij een taxi had besteld, bleven de handhavers bij hun conclusie. Dit tot verbazing van de taxichauffeur, volgens wie het niet aan de klant is om zoiets aan te tonen. En wie de klant is of wat hij doet, zou voor het aannemen van de rit niet moeten uitmaken. 

De rechter laat van deze lezing echter weinig heel. Zo ging de taxichauffeur pas met zijn klant bellen nadat hij door de toezichthouders was aangesproken. Ook is volgens de rechter onduidelijk waarom hij zijn belgeschiedenis niet liet zien als hij daarmee zijn gelijk had kunnen aantonen. Van het meeluisteren met het telefoongesprek met de klant zou volgens de handhavers weinig zijn terechtgekomen, omdat de taxichauffeur tijdens dat gesprek telkens wegliep.

Als taxichauffeur gewerkt

Voor hen is ook niet duidelijk of telkens met dezelfde persoon of met verschillende personen is gebeld. Wel hebben ze op het telefoonscherm twee verschillende namen gezien, die niet overeenkomen met die van de man die uiteindelijk als klant kwam opdagen. Dat diezelfde man later die nacht zelf nog als taxichauffeur heeft gewerkt, maakt het voor de rechter niet aannemelijker dat hij zelf een taxi nodig had. Het argument dat daar privéredenen voor waren en dat het vaker voorkwam, verandert daar niets aan.

De taxichauffeur kwam ook nog met filmbeelden op de proppen, waarop te zien is dat de klant achterin de taxi zit en wordt vervoerd. De chauffeur vraagt twee keer aan hem: “Jij hebt mij toch gebeld?” Op enig moment vraagt de klant: “Wat is de opstapmarkt?” En juist dat maakt de beelden voor de rechter ongeloofwaardig, want de klant is zelf als taxichauffeur in de opstapmarkt werkzaam. Het is dus eigenlijk onmogelijk dat hij niet weet wat de opstapmarkt is. Ook was de getuigenverklaring van de vermeende klant op de computer van de taxichauffeur geschreven.

Financiële noodzaak

Al met al vindt de rechter het intrekken van de Taxxxi-vergunning terecht. Daarom is er ook geen aanleiding om de man voorlopig te laten doorwerken in de Amsterdamse opstapmarkt in afwachting van de definitieve uitspraak. Dat had wellicht nog gekund als hij financiële noodzaak had aangetoond, maar omdat hij bij de rechter geen enkel inzicht in zijn financiële situatie gaf, kwam ook die mogelijkheid te vervallen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.

Taxichauffeur zette bestelde taxirit in scène | TaxiPro
Daklicht

Taxichauffeur zette bestelde taxirit in scène

Bron: TaxiPro (Inge Jacobs)

Een taxichauffeur in Amsterdam raakte zijn vergunning voor de opstapmarkt kwijt omdat hij tijdens de schorsing van die vergunning doorging met het aanbieden van taxivervoer. Met het verweer dat het om besteld werk en contractvervoer ging, werd korte metten gemaakt: volgens de rechter zette de man deze werkzaamheden in scène.

Vanwege het intrekken van zijn Taxxxi-vergunning mocht de man niet meer op de opstapmarkt werken, terwijl hij daar wel het merendeel van zijn inkomen verdiende. Daarom was hij naar de voorzieningenrechter gestapt. Deze kan een voorlopige uitspraak doen die anticipeert op de uitspraak in de daadwerkelijke rechtszaak. Bij een positieve uitspraak van de voorzieningenrechter zou de man dan in elk geval voorlopig door kunnen werken.

Begin 2018 was zijn Taxxxi-vergunning voor een periode van vier weken geschorst. Hij mocht dus niet in de opstapmarkt werken. In die periode zagen handhavers hem staan op een plek bij het Centraal Station die vaak als illegale standplaats wordt gebruikt. De taxi van de man was voorzien van een daklicht met de opdruk ‘TAXI’. De handhavers spraken de chauffeur aan, waarop deze aangaf op een klant te wachten. Op verzoek van de handhaver belde hij de klant, die er vijf minuten later zou zijn.

Bestelling niet aangetoond

Even later belde de man zijn klant opnieuw, maar de handhavers zagen dat hij ditmaal een ander nummer belde. Hij kon niet verklaren waarom en hij wilde ook zijn belgeschiedenis niet laten zien. Dit deed de handhavers vermoeden dat er geen klant was, terwijl het daklicht en de BCT wel duidelijk maakten dat er taxivervoer werd aangeboden. Even later kwam er een man aanlopen die beweerde de klant te zijn. Deze persoon kon echter niet aantonen dat hij de rit had besteld. Bovendien herkenden de handhavers hem als taxichauffeur aan de keycard die hij bij zich had.

Daarmee was voor de handhavers bewezen dat de taxichauffeur in de opstapmarkt actief was terwijl dat niet mocht, waarop zijn toch al geschorste Taxxivergunning helemaal werd ingetrokken. Daar maakte hij bezwaar tegen. Hij was naar eigen zeggen in Amsterdam om een klant op te halen die een rit bij hem had besteld. Zijn voertuig was inderdaad als taxi herkenbaar, maar alleen om er buiten Amsterdam mee in de opstapmarkt te kunnen rijden.

Verder betoogt de taxichauffeur onder meer dat de hij de handhaver had laten meeluisteren met het gesprek waarin de klant aangaf er over vijf minuten te zijn. De handhaver zou zijn rapport van bevindingen al hebben uitgeschreven voordat de klant er was om te bevestigen dat het om besteld werk ging.

Verbazing

Toen de klant arriveerde, bevestigde hij de rit te hebben besteld. Maar omdat de klant zelf ook een taxichauffeur was, die niet kon aantonen dat hij een taxi had besteld, bleven de handhavers bij hun conclusie. Dit tot verbazing van de taxichauffeur, volgens wie het niet aan de klant is om zoiets aan te tonen. En wie de klant is of wat hij doet, zou voor het aannemen van de rit niet moeten uitmaken. 

De rechter laat van deze lezing echter weinig heel. Zo ging de taxichauffeur pas met zijn klant bellen nadat hij door de toezichthouders was aangesproken. Ook is volgens de rechter onduidelijk waarom hij zijn belgeschiedenis niet liet zien als hij daarmee zijn gelijk had kunnen aantonen. Van het meeluisteren met het telefoongesprek met de klant zou volgens de handhavers weinig zijn terechtgekomen, omdat de taxichauffeur tijdens dat gesprek telkens wegliep.

Als taxichauffeur gewerkt

Voor hen is ook niet duidelijk of telkens met dezelfde persoon of met verschillende personen is gebeld. Wel hebben ze op het telefoonscherm twee verschillende namen gezien, die niet overeenkomen met die van de man die uiteindelijk als klant kwam opdagen. Dat diezelfde man later die nacht zelf nog als taxichauffeur heeft gewerkt, maakt het voor de rechter niet aannemelijker dat hij zelf een taxi nodig had. Het argument dat daar privéredenen voor waren en dat het vaker voorkwam, verandert daar niets aan.

De taxichauffeur kwam ook nog met filmbeelden op de proppen, waarop te zien is dat de klant achterin de taxi zit en wordt vervoerd. De chauffeur vraagt twee keer aan hem: “Jij hebt mij toch gebeld?” Op enig moment vraagt de klant: “Wat is de opstapmarkt?” En juist dat maakt de beelden voor de rechter ongeloofwaardig, want de klant is zelf als taxichauffeur in de opstapmarkt werkzaam. Het is dus eigenlijk onmogelijk dat hij niet weet wat de opstapmarkt is. Ook was de getuigenverklaring van de vermeende klant op de computer van de taxichauffeur geschreven.

Financiële noodzaak

Al met al vindt de rechter het intrekken van de Taxxxi-vergunning terecht. Daarom is er ook geen aanleiding om de man voorlopig te laten doorwerken in de Amsterdamse opstapmarkt in afwachting van de definitieve uitspraak. Dat had wellicht nog gekund als hij financiële noodzaak had aangetoond, maar omdat hij bij de rechter geen enkel inzicht in zijn financiële situatie gaf, kwam ook die mogelijkheid te vervallen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.