Het is niet gelukt om een doorstart te realiseren voor Taxi Ordelman Epe BV. Wel zijn de activiteiten, werknemers en voertuigen ondergebracht bij Ordelman Verhuur.

Het bankroet dateert van eind augustus. In de periode daarna werd het werk dat al ingepland was nog uitgevoerd, terwijl de mogelijkheden voor een doorstart werden verkend. Er werden afspraken gemaakt over volledige betaling voor deze activiteiten en de geldigheid van de vergunningen die daarvoor nodig waren. Dit mocht echter niet baten. De curator concludeerde op enig moment dat een doorstart niet mogelijk was en daarop werden de activiteiten van het bedrijf gestaakt. In 2016 maakte Taxibedrijf Ordelman na een faillissement nog een doorstart met het bedrijf dat nu op zijn beurt bankroet is gegaan.

Daarmee is het echter nog niet einde verhaal. De dag nadat de activiteiten van Taxi Ordelman Epe BV werden gestaakt, werden de acht voertuigen en tien werknemers ondergebracht bij Ordelman Verhuur BV. Onder die vlag wordt het vervoer dat eerder door Taxi Ordelman Epe BV werd gereden nu uitgevoerd. Het bedrijf neemt alle denkbare en gewenste vormen van taxivervoer voor zijn rekening.

Combinatie van factoren

De curator heeft volgens zijn eerste verslag nog geen eigen oordeel over het faillissement. Wel is er de lezing van de eigenaar van het bedrijf. Die wijt de problemen aan een combinatie van factoren. Zo waren er hoge kosten voor taxiverzekeringen en zou een tekort aan chauffeurs ervoor hebben gezorgd dat ritten aan andere vervoerders moesten worden uitbesteed. Tevens zou er met de bestaande contracten weinig kunnen worden verdiend, waarna per 1 juli met het Valys-vervoer ook nog eens een grote opdrachtgever wegviel.

Geld tegoed

Op het moment van het bankroet waren er elf mensen in dienst bij Taxi Ordelman Epe, waarvan acht met een nul-uiencontract. Aan het begin van het jaar waren er nog 37 werknemers. In de periode voorafgaand aan het contract gingen er berichten rond dat diverse (voormalige) werknemers, zo’n vijftien in totaal, nog salaris tegoed zouden hebben. Uiteindelijk vroeg de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg het bankroet aan vanwege een vordering van meer dan 90.000 euro op het taxibedrijf.