Het ziekteverzuim bij Taxibedrijf Jan van Nunen in Oisterwijk daalde van 5,8 naar 3,4 procent. Hoe? Door de betrokkenheid van het personeel bij het bedrijf nog sterker te maken, duidelijke afspraken te maken met elkaar én een goede samenwerking met de nieuwe arbo-dienst.

“Het allerbelangrijkste is om je personeel te laten merken dat je ze waardeert”, vertelt Van Nunen. “Bijvoorbeeld met een schouderklopje op zijn tijd. Of de taxichauffeurs bedanken aan het einde van de dienst. Een kerstpakket. Het zijn kleine dingetjes, maar je moet ze wel doen.”

Pluim Sociaal Fonds Taxi

Van Nunen heeft dit jaar de Pluim van Sociaal Fonds Taxi gewonnen met zijn aanpak. Zijn personeel was er zo tevreden mee, dat ze hem daarvoor op eigen initiatief voorgedragen hebben.

De daling van het ziekteverzuim is vooral gekomen door betrokkenheid te tonen en het maken van goede afspraken, legt Van Nunen uit. “Het is heel belangrijk om even te bellen hoe het gaat als iemand ziek is. Of op visite te gaan met een fruitmandje.”

Taxibedrijf

En omdat een taxibedrijf zeven dagen per week actief is, kan een chauffeur die op vrijdag beter is op zaterdag weer beginnen. En hoeft hij niet te wachten op maandag om zich weer beter te melden. “Dat zijn zaken die wel vooraf goed geregeld moeten worden met de arbo-arts”, weet Van Nunen.

Taxibedrijf Jan van Nunen is daarom een aantal jaar geleden overgestapt op een andere arbo-dienst: WorkingStyle. “We hebben nu duidelijke afspraken gemaakt met elkaar. Daar staan ook de chauffeurs achter, want iedereen is gebaat bij helderheid.”

Taxichauffeur

Het kan altijd gebeuren dat een taxichauffeur niet in staat is om te rijden. Maar dan is het juist belangrijk om te kijken wat hij nog wél kan, vindt Van Nunen. Vooral om de betrokkenheid bij het bedrijf te vergroten.

“Als een chauffeur bijvoorbeeld een verstuikte enkel heeft, kan hij geen ritten rijden. Maar wel een paar dagen meekijken op onze centrale. Zo ziet hij eens met wat voor problemen de centralisten dagelijks te maken hebben.”

Centralist

“Als een centralist in gesprek is met een chauffeur via de mobilofoon en de telefoon gaat, dan kan hij even niet antwoorden.  Op zo’n dag ziet de taxichauffeur in de praktijk hoe dat is. Dat vergroot het begrip voor elkaar.”

“Kijk, als iemand niet kan komen werken, dan kan het niet. Maar omdat een chauffeur dan toch regelmatig op de zaak  is, is hij eerder geneigd om bij drukte te komen helpen. Al is het maar door een auto te wassen. Vaak hoeft niet gewacht te worden tot een arts zegt dat iemand weer aan het werk kan.”

Management

Belangrijk voor een goede verstandhouding tussen management en personeel bij Taxibedrijf Jan van Nunen is het Personeelsoverleg. Er zijn vijf mensen gekozen door het personeel die vier keer per jaar bij elkaar komen.

Van Nunen: “De lijntjes zijn bij ons erg kort. Als een chauffeur ergens mee zit, kan hij altijd bij mij terecht. Maar bij het Personeelsoverleg wordt er openlijk gesproken over zaken die spelen onder meerdere personeelsleden. Bijvoorbeeld als ze vinden dat een medewerker zijn werk niet goed doet.”

Weekenddienst

In het bedrijfspand van Van Nunen is een mooie bar gezet. Die wordt overigens niet gebruikt na bijvoorbeeld weekenddiensten. “Dan zou het voor sommigen als een verplichting kunnen voelen nog even te blijven hangen na het werk”, vindt Van Nunen.

“Maar we gebruiken de bar wel nadat chauffeurs opleidingen hebben gevolgd, zoals de EHBO-cursus of Levensreddend Handelen. Of toen we laatst een Qube Afstortzuil hadden aangeschaft. Dan drinken we na afloop nog even wat met elkaar.”

Familiebedrijf

Taxibedrijf Jan van Nunen is een echt Brabants familiebedrijf met zo’n dertig voertuigen en zestig taxichauffeurs.  Opgericht door opa Jan van Nunen, heeft de huidige directeur het in 1979 van zijn vader Jan van Nunen overgenomen.

“En zoon Jan neemt het straks weer van mij over. Hij is bijna klaar met zijn studie. Vroeger begonnen met auto’s wassen, als chauffeur en centralist. Hij wordt de vierde generatie Taxibedrijf Jan van Nunen. En hij heeft al heel duidelijk uitgesproken: ‘Pa, als ik een zoon krijg, wordt dat ook een Jan.’” 

Bart Pals