Rolstoelbus

Mogelijk grenzen aan inlenen taxipersoneel op uitzendbasis

Bron: TaxiPro (VK)

Vanaf 1 juli zijn er waarschijnlijk geen uitzonderingen meer op de regel dat taxibedrijven maximaal 15 procent van het personeel in mogen lenen via uitzendbedrijven die niet gespecialiseerd zijn in taxipersoneel. De vrijwillige aansluiting die tot op heden meer inleen mogelijk maakt, wordt in de nieuwe cao niet meer ondertekend door de vakbonden. Overtreding van de regels zal meteen leiden tot een onvoldoende bedrijfsoordeel van Sociaal Fonds Taxi, wat succesvol deelnemen aan aanbestedingen nagenoeg onmogelijk maakt.

Volgens de huidige cao Taxivervoer mogen taxibedrijven maximaal 15 procent van hun personeel inlenen via een uitzendbureau of payrollbedrijf. Een aantal van deze bedrijven is gespecialiseerd in het uitzenden of detacheren van taxipersoneel. Zij houden zich daar voor minstens 75 procent mee bezig en vallen daarom direct onder de werkingssfeer van de cao Taxivervoer. Bij deze bedrijven mogen taxi-ondernemingen onbeperkt personeel inlenen en dit verandert ook per 1 juli met de nieuwe cao niet.

Daarnaast zijn er uitzenders en detacheerders die personeel aan verschillende sectoren uitlenen, waaronder de taxibranche. Zij vallen niet onder de werkingssfeer van de cao. Als een taxibedrijf toch via zo’n ‘regulier’ uitzendbureau meer dan 15 procent van zijn personeel wil inlenen, dan kan dat uitzendbedrijf met Sociaal Fonds Taxi een vrijwillige aansluiting aangaan. Het uitzendbureau valt via die constructie alsnog onder de cao Taxi en wordt ook gecontroleerd op naleving ervan.

Recht op echte baan

In de nieuwe cao is wat de vakbonden betreft echter geen plaats meer voor de vrijwillige aansluiting. Zij zien er geen heil meer in, legt Minke Jansma van FNV Taxi uit. “Het beginpunt van de discussies is eigenlijk de OPOV-regeling. Werkgevers houden vast aan hun wens dat uitzendkrachten niet vallen onder deze regeling voor overgang van personeel bij overgang van vervoer. Wij denken daar anders over: het gaat om betrokken personeel dat net zo goed onder de OPOV-regeling zou moeten vallen en net zo snel recht op een vast contract zou moeten hebben als hun collega’s in loondienst.”

Volgens Jansma is onbeperkt inlenen van personeel meer dan een brug te ver. “De vrijheid om 15 procent van het personeel in te lenen biedt meer dan voldoende flexibiliteit.” Door de vrijwillige aansluiting af te serveren, hoopt de vakbond dan ook dat taxibedrijven meer mensen in loondienst gaan nemen. “Op deze manier valt het voordeel om eindeloos en onbeperkt met uitzendkrachten te werken immers wel weg. Wij willen een einde maken aan de concurrentie tussen uitzendkrachten en mensen in loondienst. En we vinden dat mensen in de taxisector recht hebben op een echte baan, in plaats van een uitzendbaan met alle onzekerheid van dien.”

Gevolgen voor taxibedrijven

Op dit moment vallen er zeven uitzendbedrijven direct onder de werkingssfeer van de cao Taxi. Met nog eens elf bedrijven gaat dat via een vrijwillige aansluiting. Van deze constructie wordt dus volop gebruikgemaakt in een branche waar het inlenen van personeel aan de orde van de dag is. Maar als de vakbonden de vrijwillige aansluiting voor uitzendbureaus niet meer tekenen, heeft zo’n convenant ook geen kracht meer. En in dat geval is er sprake van aanzienlijke gevolgen voor taxibedrijven.

SFT-directeur Henk van Gelderen ziet nog wel mogelijkheden voor uitzendbedrijven en detacheerders die per 1 juli niet meer via een vrijwillige aansluiting onder de cao vallen. “Zij zouden hun bedrijven kunnen aanpassen of bijvoorbeeld een aparte BV kunnen oprichten, puur voor het uitlenen van taxipersoneel. Zolang ze 75 procent of meer van hun personeel uitlenen aan de taxibranche, vallen ze immers direct onder die werkingssfeer en dan geldt dus niet de beperking van maximaal 15 procent inlenen door taxibedrijven.”

Bedrijfsoordeel

Maar Van Gelderen waarschuwt taxibedrijven wel om goed op te letten. Want inzake elke uitzender of detacheerder die vanaf 1 juli niet meer onder de Taxi-cao valt, geldt die beperking dus wel. En bij overtreding zijn de gevolgen meteen groot. “Ik plaats wel de kanttekening dat die 15 procent berekend wordt over een kalenderjaar en dus een gemiddelde is. Maar als SFT constateert dat er te veel personeel wordt ingeleend, dan leidt dat meteen tot een onvoldoende bedrijfsoordeel. Veel opdrachtgevers eisen in aanbestedingen een voldoende bedrijfsoordeel om in te kunnen schrijven, dus met een onvoldoende bedrijfsoordeel worden aanbestedingen een lastig verhaal. Dit is dus iets wat taxibedrijven echt goed in de gaten moeten houden.”

Gevolgen lastig inschatten

Jan Fieten van Taxiwerq uit Hoogeveen volgt de discussie over de vrijwillige aansluiting al langer. “Al snel werd duidelijk dat de gevolgen voor klanten die al hun chauffeurs of het grootste deel bij Taxiwerq hebben ondergebracht, slechts minimaal zijn. Het grootste deel van onze chauffeurs valt ook na 1 juli onder de 100 procent inhuurregeling. Voor bedrijven die veel aan inhuur doen bij verschillende uitzendorganisaties is het echter lastig inschatten in hoeverre het einde van het convenant gevolgen heeft. Wij zijn met deze klanten in gesprek om oplossingen te zoeken zodat een negatief bedrijfsoordeel in alle gevallen wordt voorkomen.”

Fieten ziet twee oplossingen voor taxibedrijven die teveel inhuren bij uitzendbureaus die nu nog een vrijwillige aansluiting hebben: stoppen met deze groep chauffeurs of ze een vast arbeidscontract geven via bijvoorbeeld Taxiwerq. “Deze laatste optie is zeker bespreekbaar aangezien we een landelijk dekkend netwerk van klanten hebben, waardoor onze chauffeurs in de praktijk ‘meeverhuizen’ naar de winnende vervoerder. Bovendien is er sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid en door een aantrekkende economie inmiddels veel vraag naar goede chauffeurs. Wij willen deze groep chauffeurs dan ook zeker aan ons binden.”

Kritischer kijken

Tot slot heeft Fieten nog wel wat advies voor bedrijven die met de veranderingen inzake de vrijwillige aansluiting te maken krijgen. “Ik verwacht dat taxibedrijven kritischer gaan kijken naar de uitzendorganisaties waar zij mensen van betrekken. Het lijkt mij verstandig om nu ook al te kijken onder welke voorwaarden het uitzendbureau de contracten aanbiedt, omdat de maximale inhuur van 15 procent wordt berekend over het gehele jaar. Het is daarom zaak om je nu al goed te laten informeren en om tafel te gaan met je uitzendbureaus.”

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.

Mogelijk grenzen aan inlenen taxipersoneel op uitzendbasis | TaxiPro
Rolstoelbus

Mogelijk grenzen aan inlenen taxipersoneel op uitzendbasis

Bron: TaxiPro (VK)

Vanaf 1 juli zijn er waarschijnlijk geen uitzonderingen meer op de regel dat taxibedrijven maximaal 15 procent van het personeel in mogen lenen via uitzendbedrijven die niet gespecialiseerd zijn in taxipersoneel. De vrijwillige aansluiting die tot op heden meer inleen mogelijk maakt, wordt in de nieuwe cao niet meer ondertekend door de vakbonden. Overtreding van de regels zal meteen leiden tot een onvoldoende bedrijfsoordeel van Sociaal Fonds Taxi, wat succesvol deelnemen aan aanbestedingen nagenoeg onmogelijk maakt.

Volgens de huidige cao Taxivervoer mogen taxibedrijven maximaal 15 procent van hun personeel inlenen via een uitzendbureau of payrollbedrijf. Een aantal van deze bedrijven is gespecialiseerd in het uitzenden of detacheren van taxipersoneel. Zij houden zich daar voor minstens 75 procent mee bezig en vallen daarom direct onder de werkingssfeer van de cao Taxivervoer. Bij deze bedrijven mogen taxi-ondernemingen onbeperkt personeel inlenen en dit verandert ook per 1 juli met de nieuwe cao niet.

Daarnaast zijn er uitzenders en detacheerders die personeel aan verschillende sectoren uitlenen, waaronder de taxibranche. Zij vallen niet onder de werkingssfeer van de cao. Als een taxibedrijf toch via zo’n ‘regulier’ uitzendbureau meer dan 15 procent van zijn personeel wil inlenen, dan kan dat uitzendbedrijf met Sociaal Fonds Taxi een vrijwillige aansluiting aangaan. Het uitzendbureau valt via die constructie alsnog onder de cao Taxi en wordt ook gecontroleerd op naleving ervan.

Recht op echte baan

In de nieuwe cao is wat de vakbonden betreft echter geen plaats meer voor de vrijwillige aansluiting. Zij zien er geen heil meer in, legt Minke Jansma van FNV Taxi uit. “Het beginpunt van de discussies is eigenlijk de OPOV-regeling. Werkgevers houden vast aan hun wens dat uitzendkrachten niet vallen onder deze regeling voor overgang van personeel bij overgang van vervoer. Wij denken daar anders over: het gaat om betrokken personeel dat net zo goed onder de OPOV-regeling zou moeten vallen en net zo snel recht op een vast contract zou moeten hebben als hun collega’s in loondienst.”

Volgens Jansma is onbeperkt inlenen van personeel meer dan een brug te ver. “De vrijheid om 15 procent van het personeel in te lenen biedt meer dan voldoende flexibiliteit.” Door de vrijwillige aansluiting af te serveren, hoopt de vakbond dan ook dat taxibedrijven meer mensen in loondienst gaan nemen. “Op deze manier valt het voordeel om eindeloos en onbeperkt met uitzendkrachten te werken immers wel weg. Wij willen een einde maken aan de concurrentie tussen uitzendkrachten en mensen in loondienst. En we vinden dat mensen in de taxisector recht hebben op een echte baan, in plaats van een uitzendbaan met alle onzekerheid van dien.”

Gevolgen voor taxibedrijven

Op dit moment vallen er zeven uitzendbedrijven direct onder de werkingssfeer van de cao Taxi. Met nog eens elf bedrijven gaat dat via een vrijwillige aansluiting. Van deze constructie wordt dus volop gebruikgemaakt in een branche waar het inlenen van personeel aan de orde van de dag is. Maar als de vakbonden de vrijwillige aansluiting voor uitzendbureaus niet meer tekenen, heeft zo’n convenant ook geen kracht meer. En in dat geval is er sprake van aanzienlijke gevolgen voor taxibedrijven.

SFT-directeur Henk van Gelderen ziet nog wel mogelijkheden voor uitzendbedrijven en detacheerders die per 1 juli niet meer via een vrijwillige aansluiting onder de cao vallen. “Zij zouden hun bedrijven kunnen aanpassen of bijvoorbeeld een aparte BV kunnen oprichten, puur voor het uitlenen van taxipersoneel. Zolang ze 75 procent of meer van hun personeel uitlenen aan de taxibranche, vallen ze immers direct onder die werkingssfeer en dan geldt dus niet de beperking van maximaal 15 procent inlenen door taxibedrijven.”

Bedrijfsoordeel

Maar Van Gelderen waarschuwt taxibedrijven wel om goed op te letten. Want inzake elke uitzender of detacheerder die vanaf 1 juli niet meer onder de Taxi-cao valt, geldt die beperking dus wel. En bij overtreding zijn de gevolgen meteen groot. “Ik plaats wel de kanttekening dat die 15 procent berekend wordt over een kalenderjaar en dus een gemiddelde is. Maar als SFT constateert dat er te veel personeel wordt ingeleend, dan leidt dat meteen tot een onvoldoende bedrijfsoordeel. Veel opdrachtgevers eisen in aanbestedingen een voldoende bedrijfsoordeel om in te kunnen schrijven, dus met een onvoldoende bedrijfsoordeel worden aanbestedingen een lastig verhaal. Dit is dus iets wat taxibedrijven echt goed in de gaten moeten houden.”

Gevolgen lastig inschatten

Jan Fieten van Taxiwerq uit Hoogeveen volgt de discussie over de vrijwillige aansluiting al langer. “Al snel werd duidelijk dat de gevolgen voor klanten die al hun chauffeurs of het grootste deel bij Taxiwerq hebben ondergebracht, slechts minimaal zijn. Het grootste deel van onze chauffeurs valt ook na 1 juli onder de 100 procent inhuurregeling. Voor bedrijven die veel aan inhuur doen bij verschillende uitzendorganisaties is het echter lastig inschatten in hoeverre het einde van het convenant gevolgen heeft. Wij zijn met deze klanten in gesprek om oplossingen te zoeken zodat een negatief bedrijfsoordeel in alle gevallen wordt voorkomen.”

Fieten ziet twee oplossingen voor taxibedrijven die teveel inhuren bij uitzendbureaus die nu nog een vrijwillige aansluiting hebben: stoppen met deze groep chauffeurs of ze een vast arbeidscontract geven via bijvoorbeeld Taxiwerq. “Deze laatste optie is zeker bespreekbaar aangezien we een landelijk dekkend netwerk van klanten hebben, waardoor onze chauffeurs in de praktijk ‘meeverhuizen’ naar de winnende vervoerder. Bovendien is er sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid en door een aantrekkende economie inmiddels veel vraag naar goede chauffeurs. Wij willen deze groep chauffeurs dan ook zeker aan ons binden.”

Kritischer kijken

Tot slot heeft Fieten nog wel wat advies voor bedrijven die met de veranderingen inzake de vrijwillige aansluiting te maken krijgen. “Ik verwacht dat taxibedrijven kritischer gaan kijken naar de uitzendorganisaties waar zij mensen van betrekken. Het lijkt mij verstandig om nu ook al te kijken onder welke voorwaarden het uitzendbureau de contracten aanbiedt, omdat de maximale inhuur van 15 procent wordt berekend over het gehele jaar. Het is daarom zaak om je nu al goed te laten informeren en om tafel te gaan met je uitzendbureaus.”

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.