De Nederlandse taxibranche is van 2012 tot en met 2017 aanzienlijk gekrompen. In de periode daalde de totale loonsom van de sector met 31 procent. De krimp is vooral het gevolg van bezuinigingen in het doelgroepenvervoer. Het aantal faillissementen van taxibedrijven daalde in de genoemde periode, maar blijft aan de hoge kant. Dat blijkt uit onderzoek door Sociaal Fonds Taxi. 

De totale loonsom is volgens het rapport de beste indicatie voor groei of krimp van een sector. In de taxibranche nam die loonsom in vijf jaar tijd dus met 31 procent af. De krimp wordt vooral veroorzaakt doordat opdrachtgevers bezuinigingen hebben doorgevoerd op het gebruik van collectieve vervoersystemen, waaronder voor leerlingenvervoer, wmo-vervoer en regiotaxi. Ook andere zaken spelen een rol in de afname van het taxigebruik: strengere indicatiestellingen, beperking van individuele reisbudgetten en initiatieven om mensen meer gebruik te laten maken van het OV.

Faillisementen door systeem aanbestedingen

In de jaren 2012-2017 nam het aantal faillissementen in de taxibranche af en dit was in lijn met de landelijke trend. Tegelijk was het aantal faillissementen op zichzelf nog steeds hoog. Volgens het rapport is dit een gevolg van het systeem met aanbestedingen dat wordt gebruikt om doelgroepenvervoer aan taxibedrijven te gunnen. Opvallend is verder dat tussen 2015 en 2016 het aantal bedrijfsfaillissementen afnam, maar het aantal medewerkers dat bij zo’n bankroet betrokken was nam wel toe. In 2016 was er zelfs een forse piek; toen kregen 1.726 werknemers van taxibedrijven met een faillissement te maken.

Vooral kleine taxibedrijven

De samenstelling van de bedrijfstak is in vijf jaar tijd niet echt veranderd. Voor 75 procent bestaat deze uit kleine bedrijven met nul tot twintig medewerkers. Deze driekwart van de taxibedrijven heeft samen 18 procent van het personeel in dienst. Op het totale aantal taxibedrijven heeft slechts 1 procent mee dan 250 medewerkers. Samen hebben deze paar bedrijven echter 31 procent van het totale aantal medewerkers in de branche in dienst.

Veel fulltime dienstverbanden zijn er in de Nederlandse taxisector niet: slechts 12 procent van het totaal. 55 procent van de werknemers heeft een contract voor 0 tot 10 uur; 16 procent voor 10 tot 20 uur. Dit komt met name door het leerlingenvervoer: enkele ritten per dag die lastig met ander vervoer te combineren zijn. Ongeveer twee derde van de werknemers is man, een derde is vrouw. Ook valt op dat de beroepsgroep relatief oud is. Ruim 60 procent is 50 jaar of ouder.

Korte dienstverbanden

Mensen zijn vaak maar kort werkzaam in de taxibranche. Op een totaal van zo’n 24.000 werknemers zijn er 10.000 minder dan twee jaar actief. De vaak korte dienstverbanden zijn daar een belangrijke oorzaak van, en die hebben volgens het SFT-rapport weer te maken met de onzekerheid door aanbestedingen. Zolang het risico bestaat dat opdrachten bij een volgende aanbesteding weer kwijtgeraakt worden, zal een vervoerder niet snel met vaste contracten werken. Wat ook meespeelt is dat werken als taxichauffeur relatief vaak onderdeel is van een re-integratie, waarbij mensen later doorstromen naar ander werk. Bekijk hier het volledige rapport.

Op donderdag 11 oktober staan in Expo Houten het Nationaal Congres Contractvervoer en Taxi Expo 2018 op het programma. Het congres staat in het teken van belangrijke ontwikkelingen in het doelgroepenvervoer en aanbestedingen. Het gratis te bezoeken Taxi Expo bestaat uit onder een vakbeurs en diverse workshops. Meld je hier aan voor deelname.