Column: 2020 wordt een spannend jaar voor mobiliteit
2020 belooft een spannend jaar te worden: volop ontwikkelingen in de mobiliteitssector en daarnaast in het teken van de verkiezingen van 2021. Bertho Eckhardt, voorzitter van brancheorganisatie KNV Zorgvervoer en Taxi, sorteert voor op wat 2020 brengen zal.
Het nieuwe jaar is inmiddels alweer ruim twee weken onderweg. Een mooi moment om vooruit te kijken naar de rest van 2020. Uiteraard zal ik hier ook op ingaan tijdens de nieuwjaarsreceptie van KNV op 4 februari in Den Haag. Maar in deze column alvast een schot voor de boeg.
Voor KNV is 2020 het jaar van Mobility as a Service (MaaS). Ons MaaS-Lab – waarin we de samenwerking tussen MaaS-aanbieders vormgeven – heeft momentum en daar willen we graag gebruik van maken. Steeds meer MaaS-partijen weten ons te vinden en sluiten aan. Daarmee kunnen we de stem van deze partijen steeds beter later horen in Den Haag en Brussel. Er is een gezamenlijke visie en deze gaan we nu concreet uitwerken.
Infrastructuur kind van de rekening
Met MaaS zijn we nadrukkelijk bezig met de toekomst, maar die toekomst kan niet zonder een stevig fundament in het heden. Ook dit jaar blijven we als vanouds pleiten voor investeringsruimte voor nieuwe infrastructuur. Dat doen we samen met onze collega’s in de Mobiliteitsalliantie. Dat blijft nodig, want in de afgelopen decennia is infrastructuur steeds meer het kind van de rekening geworden. Waardoor we nu geregeld op de weg en op het spoor tegen de grenzen van de capaciteit aanlopen.
Met een groeiende bevolking en een daarmee eveneens groeiende vraag naar (andere) mobiliteit levert dat knelpunten op. Knelpunten waar we vanaf moeten en die we waar mogelijk willen voorkomen. De ontwikkelingen rondom het ‘Mobiliteitsfonds’, waarover nog veel onduidelijkheden zijn, houden we in dat kader bijvoorbeeld nauwlettend in de gaten. Maar ook de verkiezingsprogramma’s, die dit jaar worden geschreven, kunnen op onze aandacht rekenen.
Daar zit het venijn
Uiteraard blijven we pleiten voor de positieve rol die touringcars en taxi’s spelen in het oplossen van capaciteitsproblemen zonder dat daar al te grote investeringen voor nodig zijn. Collectief vervoer is namelijk altijd een goed antwoord op capaciteitsvraagstukken: het is goedkoop en flexibel. Maar de regels moeten dan wel gelijk zijn voor alle aanbieders, want juist daar zit het venijn voor deze sectoren. Besteltaxi’s en taxi’s die op straat aangehouden worden of op een standplaats staan, moeten wat ons betreft voldoen aan dezelfde regels.
En als de overheid de rol van het lange afstandsbusvervoer uit wil bouwen, bijvoorbeeld in het kader van goedkoop maar klimaatvriendelijk reizen, dan is een kritische blik op de administratieve lasten of op het (internationale) BTW-speelveld heel belangrijk voor de bedrijven. Het zou mooi zijn als het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, gezamenlijk met KNV hierin wil optrekken.
Kees van der Burg, directeur-generaal Mobiliteit bij IenW, is onze spreker tijdens de nieuwjaarsreceptie van KNV op 4 februari. Ik ben benieuwd wat hij erover te zeggen heeft en ga graag het gesprek met hem aan.