Bolt is deze week in Amsterdam gestart met een zomercompetitie waarin taxichauffeurs in juli en augustus wekelijks geldprijzen kunnen winnen als ze veel ritten via het Bolt-platform rijden. Aan het einde van de periode ontvangen de drie beste chauffeurs ook nog hoofdprijzen in het totaalklassement. Bolt zegt met de wedstrijd trouwe chauffeurs te willen belonen. Vakbond FNV noemt het initiatief gevaarlijk.

De gehele prijzenpot voor de zogeheten Bolt Super League is ruim 71.000 euro. De hoofdprijs in het totaalklassement bedraagt 7.500 euro. Een weekwinnaar krijgt 1.500 euro. Er zijn ook wekelijkse prijzen voor degenen die op de tweede tot en met de achtste plaats eindigen.

De competitie werkt op basis van punten. Chauffeurs die aangemeld zijn bij het Bolt-platform kunnen punten verdienen voor succesvol afgeronde ritten. Voorwaarde is dat ze minimaal tien uur per week rijden voor het platform. Dit jaar ligt de focus op Amsterdam. Mogelijk volgen er in de toekomst ook andere steden waar Bolt actief is.

Chauffeurs belonen

Het initiatief is niet specifiek bedoeld om nieuwe chauffeurs aan te trekken, zegt Lars Speekenbrink, country manager Nederland bij Bolt. “We willen onze meest actieve chauffeurs graag belonen in de zomerperiode binnen de financiële mogelijkheden die we hebben.”

Op de vraag of Bolt niet beter de tarieven kan verhogen, antwoordt Speekenbrink dat dat de afgelopen jaren al gebeurd is. “Als je kijkt naar het prijspeil waar we nu op zitten is dat al 30 procent hoger dan twee jaar geleden. We proberen te zoeken naar de juiste balans tussen vraag en aanbod. Het is niet per definitie zo dat een chauffeur meer gaat verdienen als de prijzen omhoog gaan. Het gaat uiteindelijk om wat je krijgt per kilometer, maar ook hoeveel ritten kun je daadwerkelijk rijden. We zoeken een bepaalde regelmaat om de prijzen aan te passen, afhankelijk van vraag en aanbod. Maar uiteindelijk moet een chauffeur natuurlijk wel per kilometer rendabel rijden.”

Gezondheid

Bolt stelt in de voorwaarden dat gezondheid en veiligheid voorop staan in de competitie. Chauffeurs mogen niet meer dan gemiddeld maximaal tien uur per dag rijden om mee te kunnen doen. Speekenbrink erkent dat het natuurlijk niet gezond is als chauffeurs de grenzen opzoeken en meer dan vijftig tot zestig uur per week gaan werken om maar in aanmerking te komen voor de prijzen. Bolt evalueert minimaal wekelijks en zal chauffeurs daar in zo’n geval op aanspreken, zegt hij.

“Maar de realiteit is dat we geen chauffeurs hebben die dat doen. Dat hebben we tevoren natuurlijk wel bekeken. Tot nu toe hebben we dat niet gezien, dus ik verwacht niet dat dat gaat gebeuren.”

‘Gevaarlijk’

FNV staat zeer sceptisch tegenover de Bolt Super League. “Het is echt gevaarlijk”, zegt bestuurder Amrit Sewgobind. “Ik heb daar wel zorgen bij. Het werkt onveilig rijden in de hand.” Hij brengt een serie ernstige ongelukken van een aantal jaren geleden in herinnering met Uber-taxi’s. Daarna hebben de gemeente Amsterdam en Uber afspraken gemaakt om de verkeersveiligheid in de stad te verbeteren.

Nog los van de veiligheid vreest Sewgobind dat de Bolt-wedstrijd chauffeurs zal opjagen. “Het is een manier om te sturen op prestaties en om een bepaald gedrag te vertonen. Taxi rijden is geen spelletje waar je een bonussysteem aan moet koppelen, maar een serieus beroep waarbij de veiligheid voorop dient te staan.” Hij vindt dat de chauffeurs beter een goed uurloon kunnen krijgen voor alle gewerkte tijd en niet alleen voor bepaalde ritten.

Uber

De bond staat in het algemeen kritisch tegenover platformwerk. Vorige maand voerde FNV nog een rechtszaak tegen Uber. De bond eiste bij de rechter een dwangsom van 100.000 euro voor elke dag dat taxibedrijf Uber zich niet houdt aan een gerechtelijke uitspraak van vorig jaar september. Daarin bepaalde de rechtbank in Amsterdam dat Uber-chauffeurs werknemers zijn en dat daarom de taxi-cao nageleefd moet worden. Op zijn beurt stapte Uber naar de rechter om van het ministerie van Sociale Zaken te eisen dat de cao voor taxivervoer niet meer voor de hele sector geldt. De uitspraken in beide zaken worden in de loop van deze maand en begin volgende maand verwacht.