Touringcarbedrijf Jan de Wit Group deed in 2018 aangifte tegen een van de eigen medewerkers die smeergeld van een onderaannemer zou hebben aangenomen. Vanwege beeldvorming in de media ziet het bedrijf zich nu genoodzaakt om te melden dat het zelf geen verdachte is in deze zaak.

Een medewerker van de Jan de Wit Group zou zo’n 30.000 euro hebben aangenomen van een onderaannemer in het treinvervangend vervoer. In ruil voor dat geld werden er ritten in rekening gebracht die nooit waren uitgevoerd. Toen dit aan het licht kwam, ontsloeg Jan de Wit de verdachte medewerker en werd er ook aangifte wegens fraude gedaan. Onderaannemer Besseling verklaarde dat de verantwoordelijke interim-bestuurder bij dat bedrijf eveneens de laan was uitgestuurd.

Jan de Wit wil eigenlijk graag de rechtszaak afwachten en er verder geen mededelingen over doen tot er een uitspraak ligt. Maar volgens het bedrijf is de indruk ontstaan dat JDW zelf verdachte zou zijn in deze zaak. Dat gerucht wil men graag uit de wereld helpen. Ook wordt benadrukt dat er constant medewerking is verleend aan het onderzoek, dit in samenspraak met hoofdopdrachtgever NS.

Veel schade geleden

Directeur Walter de Wit: “We zijn enorm geschrokken, nog nooit in onze bijna 100-jarige geschiedenis hebben wij zoiets meegemaakt. Het is dan ook goed te vernemen dat het Openbaar Ministerie naar aanleiding van fraude, waarvan NS en wij het slachtoffer zijn geworden, stappen heeft gezet en is overgegaan tot vervolging. Er is veel schade geleden en het is aan de strafrechter om een oordeel te vellen over de personen en busondernemingen die hierbij betrokken zijn geweest”.

Lees ook: Aangifte rondom smeergeld bij NS-vervoer touringcars01