FNV Toer over cao-onderhandelingen: ‘Werkgevers beseffen dat omdenken nodig is’
De onderhandelingen voor de cao Besloten Busvervoer zijn in volle gang. De tweede ronde op 20 september werd op verzoek van de werkgevers uitgesteld naar 5 oktober. Volgens vakbond FNV beseffen de werkgevers namelijk dat omdenken nodig is als ze een resultaat willen bereiken dat goedkeuring van de achterban draagt. Hier is tijd voor nodig.
Volgens FNV Toer is het een goed teken dat werkgevers langer de tijd nemen tot de volgende onderhandelingsronde, omdat er naar eigen zeggen nog ‘flinke hobbels’ genomen moeten worden. Hierbij wordt gedoeld op de cao-voorstellen die de vakbond heeft gedaan. Deze voorstellen komen voort uit de enquete die zij onder leden en niet-leden hebben uitgezet.
De afschaffing van de 5/6-regeling is hier een van. De diensttijd van een touringcarchauffeur zou volgens de vakbond gelijk moeten zijn aan de arbeidstijd en de wachturen, en moet 100 procent worden vergoed. Ook bij bijvoorbeeld meerdaagse reizen zouden alle gewerkte uren helemaal uitbetaald moeten worden, met een minimum van acht uur. De vakbond wil verder een vergoeding voor onder meer de reiskosten voor het woon-werkverkeer en het gebruik van de eigen smartphone voor het werk.
Wat betreft arbeidstijden is het belangrijkste voorstel dat de maximale diensttijd per dag twaalf uur moet zijn, en dat er voor overuren een toeslag moet worden betaald. Belangrijk voor de vakbond is ook dat er meer baanzekerheid komt. Er wordt gesteld dat er een enorme scheefgroei is in de touringcarsector. “Maar 25 procent van de touringcarchauffeurs heeft een fulltimecontract, terwijl er voldoende werkgelegenheid is om dit iedereen te bieden. Dit zou dan ook de standaard moeten worden.”
Plannen financieren met hogere ticketprijs
De werknemersbond heeft aan de werkgevers voorgesteld dat als de ticketprijs voor een rit per persoon met één euro wordt verhoogd, ze met dit geld alle voorstellen kunnen financieren. Volgens FNV waren zij het hier niet mee eens. “We zullen dus nog veel werk moeten verrichten om hun te overtuigen dat het roer om moet.”
Werkgevers moeten als het aan de FNV ligt beseffen dat het voorbestaan van hun bedrijf, en de sector in zijn geheel, niet afhangt van het investeren in steeds betere bussen. “Er moet daarentegen geïnvesteerd worden in diegene die de bussen besturen, én de begeleiding van de reiziger zodat zij veilig naar hun bestemming kunnen worden gebracht.”
Lees ook:
