Bij het doelgroepenvervoer in de regio Arnhem-Nijmegen zijn vervoer en regie vanaf augustus 2020 niet meer gescheiden. Voor het vraagafhankelijke vervoer wordt overgestapt op het callcentermodel. In het routegebonden vervoer wordt de scheiding tussen regie en vervoer zelfs helemaal opgeheven. De contracten worden bovendien voor maximaal tien jaar gegund.

Dat blijkt uit de aanbestedingsdocumenten die onlangs zijn  gepubliceerd voor beide vervoersvormen. Dat er opnieuw zou worden aanbesteed, werd al eerder bekend. Opdrachtgever BVO DRAN wil het doelgroepenvervoer in de regio Arnhem-Nijmegen, dat wordt uitgevoerd onder de vlag van Avan, anders inrichten. De huidige vervoerscontracten bieden daar onvoldoende mogelijkheden voor.

Bij de start van vervoerssysteem Avan werd gekozen om vervoer en regie bij verschillende partijen onder te brengen.  “In deze nieuwe aanbesteding heeft het bestuur van de BVO DRAN ervoor gekozen de scheiding tussen regie en vervoer op te heffen”, aldus de leidraad voor het routegebonden vervoer. In het vraagafhankelijke vervoer wordt de scheiding niet helemaal opgeheven, maar valt men als het ware terug op de ‘lightversie’. Hier is gekozen voor het callcentermodel, waarbij de vervoerder de ritten plant en uitvoert. Het callcenter zorgt dan voor aanname en verdeling van ritten en het klantcontact.

Trend: langere looptijden

Verder valt de gekozen looptijd van het vervoer op. Het werk wordt voor een periode van maximaal tien jaar gegund. Er wordt begonnen met contracten voor vier jaar, die nog drie keer met twee jaar kunnen worden verlengd. De trend om voor langere looptijden van grote vervoerscontracten te kiezen, zet daarmee door.

Voor de provincie Limburg werd het vervoer onlangs voor een periode van maximaal acht jaar gegund. Het routegebonden vervoer van zes gemeenten bij PlusOV werd enkele maanden geleden gegund voor een periode die kan oplopen tot tien jaar. In Rotterdam werd het volledige doelgroepenvervoer in 2017 voor zever jaar toegekend aan een vervoersorganisatie. En nu kunnen dus in de regio Arnhem-Nijmegen vervoerscontracten in de wacht worden gesleept die starten op 1 augustus 2020 en in het beste geval pas op 31 juli 2030 aflopen.

Financiële gevolgen

De lange looptijd moet allerlei door de opdrachtgever gewenste ontwikkelingen mogelijk maken. Een daarvan is dat binnen de contractperiode wordt bereikt dat het doelgroepenvervoer in de regio uitstootvrij is. Ook moeten de mogelijkheden van het vervoerssyteem beter worden benut. Deze en andere wensen zijn gericht op meer kwaliteit en kostenbeheersing. Dat kan financiële gevolgen hebben. Als die in het nadeel zijn van de vervoerder, dan worden ze vergoed. Eventuele voordelen vloeien terug naar de opdrachtgever. 

Verder kunnen, zoals altijd, de vervoersvolumes veranderen en kan er aan de huidige aantallen geen enkel recht worden ontleend. Pas als het aantal ritten met 30 procent of meer toe- of afneemt, of als er voor de vervoerder “financieel onredelijke gevolgen” zijn, kunnen de partijen in overleg over het eventueel aanpassen van de gemaakte afspraken.

Prijs en kwaliteit

Het vraagafhankelijke vervoer is onderverdeeld in vier percelen waarvan elke inschrijver er maar één kan winnen. Er zijn met een inschrijving maximaal 1.000 punten te verdienen, waarvan 600 met de prijs. Het implementatieplan en het risicodossier zijn elk goed voor maximaal 100 punten. Het samenwerkingsplan kan 140 punten opleveren; het onderdeel waarin het opleiden en trainen van het taxipersoneel wordt beschreven 60. Voor het routegebonden vervoer gelden dezelfde criteria, maar hier is sprake van negen percelen en kan elke inschrijver er maximaal drie verwerven.

Regie- en mobiliteitscentrales vormen een belangrijk thema op het Nationaal Congres Contractvervoer 2019, op donderdag 10 oktober in Expo Houten. Het programma staat verder in het teken staan van de integratie van OV en doelgroepenvervoer, geleerde lessen en de toekomst van het doelgroepenvervoer in Nederland.