Mirjam Pieters, CNV Vakmensen, vakbond

CNV wil 2% loonsverhoging taxichauffeurs bij nieuwe cao

Vakbond CNV Vakmensen gaat de nieuwe cao-onderhandelingen in met een looneis van 2%. Verder pleit de bond voor één loonschaal; uiterlijk 2020 moeten alle taxichauffeurs in loontrede 12 vallen. Hierdoor moet concurrentie op loonschalen, waarbij ervaren taxichauffeurs minder kans op werk hebben omdat ze te duur zijn, voorkomen worden. Ook wil de vakbond dat er een eis van dienstbetrekking in de nieuwe CAO Taxivervoer wordt opgenomen; taxibedrijven mogen dan alleen zzp’ers met een eigen taxivergunning inhuren.

De onderhandelingen voor een nieuwe Taxi Cao starten deze week tussen FNV, CNV en KNV. De huidige cao loopt af per 1 juli 2016, CNV wil die met één jaar verlengen onder de onderstaande voorwaarden.

Toeslag

“CNV Vakmensen stelt tevens voor een toeslag in te voeren voor medewerkers die zonder rooster of dienstvenster werken en een toeslag in te voeren voor werknemers die geen contract hebben voor onbepaalde tijd”, vertelt Mirjam Pieters van CNV. “We hechten waarde aan het belonen van de factor onzekerheid in planning – die van invloed is op de werk-privé balans – en inkomensonzekerheid op de (middel)lange termijn. Te denken valt aan een toeslag van 15%.”

Een groot probleem binnen de taxisector is dat er op dit moment ongelijkheid bestaat tussen taxibedrijven als het gaat om betalen van arbeidstijd. Sommige taxibedrijven proberen zoveel mogelijk alleen ‘rijdende wielen’ uit te betalen en wijzigen vaak urenlijsten die uit de Boordcomputer Taxi komen. Daarom wil CNV dat chauffeurs voortaan precies zien wat er wordt gewijzigd.

Uitdraai BCT

“Werknemers dienen elke betalingsperiode een ongeschoonde en geschoonde uitdraai te krijgen van de BCT, indien de loonbetaling hierop gebaseerd is. De loonbetaling wordt pas gedaan na akkoord van de werknemer op de geschoonde uitdraai”, meldt de bond in haar voorstellenbrief.

Ook moet de werkingssfeer van de Taxi Cao uitgebreid worden tot iedereen die in de sector actief is, inclusief de regiecentrales en chauffeursdiensten. Pieters: “We zien een verandering in de inrichting van de wijze waarop werk verdeeld wordt binnen de sector. Een voorbeeld hiervan is het oprichten van regiecentrales, die tot op heden niet onder de cao vallen.”

Taxiritten

Daarom wil CNV de cao ook van toepassing laten verklaren op ondernemingen, op werkgevers en werknemers van elk in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie die taxiritten in het contractvervoer verwerken in de ruimste zin van het woord. “Dat wil zeggen regie voeren over het taxivervoer en/of ritopdrachten verwerven, en/of ritten verdelen onder taxibedrijven en/of chauffeurs”, aldus Pieters. En ook als het gaat om bedrijven die taxichauffeurs zonder auto ter beschikking stellen.

Om de positie van taxichauffeurs op de arbeidsmarkt te verbeteren, pleit CNV Vakmensen voor het instellen van een persoonlijk scholingsbudget, tot maximaal 8% van het brutoloon. “We willen starten met een budget van 1% van het brutoloon, dat wordt weggezet op naam van de individuele werknemer bij XS 2 Talent. Dit budget staat ter beschikking van de werknemer en kan ingezet worden voor loopbaanadvies en scholing. Bij vertrek bij de werkgever blijft het resterende budget bij XS2Talent, waarbij de werknemer nog 5 jaar aanspraak kan doen op de gestorte gelden ten behoeve van opleidingen/loopbaanadvies”, legt Pieters uit.

OPOV

Ook de OPOV-regeling moet een update krijgen, vindt CNV. De bond wil dat de verkrijgende werkgever 75% van het personeel die voor minimaal 50% van hun arbeidsuren betrokken zijn bij het vervoerscontract. Er moet een gelijkwaardige verdeling zijn over FT/PT/MUP/Uitzend.

Pieters: “Indien de verkrijgende werkgever aangeeft gebruik te willen maken van dispensatie van de regeling en Sociaal Fonds Taxi gaat hiermee akkoord, dan dient werkgever voor vacatures die ontstaan binnen 26 weken na aanvang van het vervoer de medewerkers op de OPOV lijst als eerste te benaderen en conform OPOV een arbeidsovereenkomst aan te bieden.”

Dienstvenster

CNV Vakmensen stelt verder voor het begrip dienstvenster in de cao te introduceren. Het dienstvenster is een bepaalde periode (in beginsel op dag- en weekniveau) waarbinnen waarin de werknemer beschikbaar is om arbeid te verrichten. Pieters: “Het dienstvenster begint bij de werknemer van wie het werk voorspelbaar is en ingeroosterd kan worden, wanneer hij zijn werkzaamheden aanvangt. In het andere geval, bij werknemers waarvan het werk onvoorspelbaar is en niet ingeroosterd kan worden, begint het dienstvenster op het moment dat zijn beschikbaarheid aanvangt.”

“Het dienstvenster wordt ten aanzien van de voorspelbaarheid en de zeggenschap wel hetzelfde behandeld als de dienst. Gelijk aan de huidige richtlijnen in de cao geldt dat in beginsel 28 dagen van tevoren bij de werknemer bekend dient te zijn op welke kalenderdagen de werknemer kan worden ingezet voor arbeid of roostervrij is. En begin- en eindtijden moeten minimaal 4 kalenderdagen van tevoren bij de werknemer bekend moeten zijn.”

Extra vergoeding

“De omvang van het dienstvenster wordt berekend door de wekelijkse contractuele arbeidsduur te vermenigvuldigen met 1,25. Deze norm wordt als gemiddelde gehandhaafd over een betaalperiode van 4 weken. Indien er werk is buiten het dienstvenster, staat het de werknemer vrij dat te weigeren. Indien de werknemer het extra werk accepteert, staat hier een extra vergoeding van 50% tegenover.”

Ook wil CNV een verdeduidelijking van diverse definties in de CAO Taxivervoer:

Begrip Voorstel
Arbeidstijd De tijd die de werknemer onder gezag van de werkgever arbeid verricht en die ook betaalde tijd is.
Dienstvenster Tijd waarin de werknemer beschikbaar is om arbeid te verrichten, begrensd door de wettelijke onafgebroken rust.
Onderbreking Een vooraf meegedeelde periode, waarmee het dienstvenster wordt onderbroken, waarin de werknemer niet beschikbaar of oproepbaar is en dus geen enkele verplichting t.a.v. de arbeid heeft.
Pauze Een periode van minimaal 15 minuten waarmee de arbeid wordt onderbroken en de werknemer geen enkele verplichting heeft ten aanzien van zijn werk.

De eerste drie uren na aanvang van dienst kan geen pauze worden gegeven.

De omvang van de pauze is afhankelijk van de hoeveelheid arbeidstijd in een dienst:

  • bij een arbeidstijd van meer dan 5,5 uur: 30 minuten
  • bij een arbeidstijd van meer dan 10 uur: 1 uur, waarvan minimaal 1 pauze van 30 minuten.

Bij collectieve regeling kan de pauze beperkt worden tot ¼ uur.

Pauze zal plaatsvinden op een locatie waar men op zijn minst beschikking heeft over een toilet.

Standplaats De standplaats is de plaats waar het bedrijf zowel in administratieve zin als materieel is gevestigd, en waar de werknemer de meerderheid van de dagen zijn arbeid aanvangt en beëindigt.

De standplaats wordt schriftelijk aan de werknemer meegedeeld.

De plaats waar de werknemer de meerderheid van de dagen zijn arbeid aanvangt en beëindigt wordt bepaald op basis van de laatste drie maanden als referentieperiode.

Ingeval de werknemer in overleg met de werkgever bij einde van de arbeidstijd een personenauto mee naar huis neemt geldt deze bepaling niet.

Woon-werkverkeer Indien de werknemer met eigen vervoer reist, geldt de reistijd naar de standplaats als woon-werkverkeer en dus als eigen tijd.

Indien de werknemer met eigen vervoer naar een andere opstap- of arbeidsplaats moet reizen wordt eventuele meertijd ten opzichte van de reistijd naar de standplaats als arbeidstijd gezien.

De werkgever en de werknemer die belast is met vervoer kunnen in overleg besluiten dat de werknemer een personenauto bij aanvang van de wettelijk onafgebroken rust mee naar huis neemt. In dat geval parkeert de werknemer het voertuig in de nabijheid van zijn woning. Na afloop van de wettelijk onafgebroken rust kan de werknemer dan direct over het voertuig beschikken. Op de eerste reis vanuit huis en de laatste reis worden maximaal 7,5 minuten per dag in mindering gebracht, waarmee de tijd gemoeid met woon- werkverkeer is verrekend. De overige reistijd geldt als werk-werkverkeer en dus als arbeidstijd. Indien de tijd tot het eerste ophaaladres voor aanvang en de tijd vanaf het laatste uitstapadres minder dan 7,5 minuten bedraagt dient deze (werkelijke) tijd in mindering te worden gebracht.

Wachttijd Wachttijd is de periode waarin de werknemer beschikbaar en oproepbaar is om arbeid te verrichten. Van belang is de locatie waar de werknemer de wachttijd doorbrengt.

  1. Als de wachttijd wordt doorgebracht op de arbeidsplaats (d.w.z. op de standplaats ofwel buiten de standplaats, niet zijnde thuis) geldt dit als arbeidstijd.
  2. Als de wachttijd thuis wordt doorgebracht geldt dit niet als arbeidstijd.
Wettelijke onafgebroken rust Een dagelijks rustblok is een aaneengesloten periode van minimaal 10 uur (8 uur indien sprake is van een inkorting), waarin geen enkele verplichting tot het verrichten van arbeid bestaat.

Een wekelijks rustblok is een aaneengesloten periode van minimaal 36 uur (in collectief overleg eventueel in te korten tot minimaal 24 uur), waarin geen enkele verplichting tot het verrichten van arbeid bestaat.

Mededeling arbeids- en rusttijdenpatroon De werkgever die een arbeids- en rusttijdenpatroon voor de bij hem werkzame werknemers vaststelt of opnieuw vaststelt, deelt dit zo tijdig mogelijk aan de werknemers mee. Met betrekking tot de tijdigheid geldt hetgeen daaromtrent bij collectieve regeling is bepaald of, indien geen collectieve regeling van toepassing is dan wel een collectieve regeling ter zake geen bepaling bevat, telkens met instemming van de betrokken werknemer is bepaald. Indien een bepaling inzake de tijdigheid ontbreekt, deelt de werkgever het arbeids- en rusttijdenpatroon ten minste 28 dagen van te voren aan de werknemer mee. Indien i.v.m. de aard van de arbeid dit onmogelijk is, deelt de werkgever ten minste 28 dagen van te voren aan de werknemer mee op welke dag de rusttijd, bedoeld in de artikelen 5:5 en 5:6 van de Arbeidstijdenwet (ATW), begint. Tevens maakt hij aan de werknemer ten minste 4 dagen van te voren de tijden bekend van het dienstvenster waarbinnen van de werknemer arbeid kan worden verwacht.

Voorstellenbrief

Bekijk de volledige voorstellenbrief van CNV Vakmensen.

Bart Pals

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

5 reacties op “CNV wil 2% loonsverhoging taxichauffeurs bij nieuwe cao”

Taxi Volendam|11.01.16|19:17

Gezien de rol van vervoersmakelaars – regiecentrales – gesubsidieerde belbussen en regiotaxi’s etc, zelf rijdende taxi’s zal het moeilijk worden voor taxibedrijven met personeel te overleven.
Goede salarissen is niks mis mee maar daar heb je gezonde inkomsten voor nodig die we missen.
Daarnaast opgeslagen gegevens uit de BCT te schoonen wat veel onkosten gaat opleveren is onmogelijk doordat gegevens in de bct niet aangepast kunnen worden.
Kennelijk nog niet doorgedrongen bij de vakbonden.

Paul van den Beuken|12.01.16|08:55

Eis van dienstbetrekking in de nieuwe CAO ? Het kan niet waar zijn. Dat is weer proberen alles af te schermen. In onze branche, het stretched limousine vervoer zijn het aantal ritten zeer wisselend en zelf seizoensgebonden. Flexibel personeel is daarbij essentieel. Dat werkt nou eenmaal het beste met ZZP-ers. Overigens rijden die voor risico en rekening van mij als ondernemer en is een eigen ondernemersvergunning voor de ZZP-chauffeur (zonder eigen auto) totaal overbodig en dus geldverspillerij.

Renata Dartelin|12.01.16|14:05

@Taxi Volendam
De gegevens kunnen wel degelijk aangepast/gecorrigeerd worden, ze worden gecontroleerd een aangepast dmv correcties en halen zo minuten eraf, zelf meegemaakt.

Revolutionaire|12.01.16|14:36

CAOloze periode!! De bonden kunnen niet eens staken. Zij hebben geen leden genoeg!

Taxi Volendam|13.01.16|09:04

@ Renata Dartelin.
Gegevens ingevoerd in de BCT, opgeslagen achter de elektronische handtekening kunnen niet aangepast worden!
Deze gegevens controleren kan alleen plaatsvinden door inspecteurs van ILT d.m.v.het z.g. 4 ogen systeem .
Je kan wel de papieren uitdraai aanpassen. maar dan komen deze niet meer overeen met de gegevens opgeslagen in je BCT.

CNV wil 2% loonsverhoging taxichauffeurs bij nieuwe cao | TaxiPro
Mirjam Pieters, CNV Vakmensen, vakbond

CNV wil 2% loonsverhoging taxichauffeurs bij nieuwe cao

Vakbond CNV Vakmensen gaat de nieuwe cao-onderhandelingen in met een looneis van 2%. Verder pleit de bond voor één loonschaal; uiterlijk 2020 moeten alle taxichauffeurs in loontrede 12 vallen. Hierdoor moet concurrentie op loonschalen, waarbij ervaren taxichauffeurs minder kans op werk hebben omdat ze te duur zijn, voorkomen worden. Ook wil de vakbond dat er een eis van dienstbetrekking in de nieuwe CAO Taxivervoer wordt opgenomen; taxibedrijven mogen dan alleen zzp’ers met een eigen taxivergunning inhuren.

De onderhandelingen voor een nieuwe Taxi Cao starten deze week tussen FNV, CNV en KNV. De huidige cao loopt af per 1 juli 2016, CNV wil die met één jaar verlengen onder de onderstaande voorwaarden.

Toeslag

“CNV Vakmensen stelt tevens voor een toeslag in te voeren voor medewerkers die zonder rooster of dienstvenster werken en een toeslag in te voeren voor werknemers die geen contract hebben voor onbepaalde tijd”, vertelt Mirjam Pieters van CNV. “We hechten waarde aan het belonen van de factor onzekerheid in planning – die van invloed is op de werk-privé balans – en inkomensonzekerheid op de (middel)lange termijn. Te denken valt aan een toeslag van 15%.”

Een groot probleem binnen de taxisector is dat er op dit moment ongelijkheid bestaat tussen taxibedrijven als het gaat om betalen van arbeidstijd. Sommige taxibedrijven proberen zoveel mogelijk alleen ‘rijdende wielen’ uit te betalen en wijzigen vaak urenlijsten die uit de Boordcomputer Taxi komen. Daarom wil CNV dat chauffeurs voortaan precies zien wat er wordt gewijzigd.

Uitdraai BCT

“Werknemers dienen elke betalingsperiode een ongeschoonde en geschoonde uitdraai te krijgen van de BCT, indien de loonbetaling hierop gebaseerd is. De loonbetaling wordt pas gedaan na akkoord van de werknemer op de geschoonde uitdraai”, meldt de bond in haar voorstellenbrief.

Ook moet de werkingssfeer van de Taxi Cao uitgebreid worden tot iedereen die in de sector actief is, inclusief de regiecentrales en chauffeursdiensten. Pieters: “We zien een verandering in de inrichting van de wijze waarop werk verdeeld wordt binnen de sector. Een voorbeeld hiervan is het oprichten van regiecentrales, die tot op heden niet onder de cao vallen.”

Taxiritten

Daarom wil CNV de cao ook van toepassing laten verklaren op ondernemingen, op werkgevers en werknemers van elk in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie die taxiritten in het contractvervoer verwerken in de ruimste zin van het woord. “Dat wil zeggen regie voeren over het taxivervoer en/of ritopdrachten verwerven, en/of ritten verdelen onder taxibedrijven en/of chauffeurs”, aldus Pieters. En ook als het gaat om bedrijven die taxichauffeurs zonder auto ter beschikking stellen.

Om de positie van taxichauffeurs op de arbeidsmarkt te verbeteren, pleit CNV Vakmensen voor het instellen van een persoonlijk scholingsbudget, tot maximaal 8% van het brutoloon. “We willen starten met een budget van 1% van het brutoloon, dat wordt weggezet op naam van de individuele werknemer bij XS 2 Talent. Dit budget staat ter beschikking van de werknemer en kan ingezet worden voor loopbaanadvies en scholing. Bij vertrek bij de werkgever blijft het resterende budget bij XS2Talent, waarbij de werknemer nog 5 jaar aanspraak kan doen op de gestorte gelden ten behoeve van opleidingen/loopbaanadvies”, legt Pieters uit.

OPOV

Ook de OPOV-regeling moet een update krijgen, vindt CNV. De bond wil dat de verkrijgende werkgever 75% van het personeel die voor minimaal 50% van hun arbeidsuren betrokken zijn bij het vervoerscontract. Er moet een gelijkwaardige verdeling zijn over FT/PT/MUP/Uitzend.

Pieters: “Indien de verkrijgende werkgever aangeeft gebruik te willen maken van dispensatie van de regeling en Sociaal Fonds Taxi gaat hiermee akkoord, dan dient werkgever voor vacatures die ontstaan binnen 26 weken na aanvang van het vervoer de medewerkers op de OPOV lijst als eerste te benaderen en conform OPOV een arbeidsovereenkomst aan te bieden.”

Dienstvenster

CNV Vakmensen stelt verder voor het begrip dienstvenster in de cao te introduceren. Het dienstvenster is een bepaalde periode (in beginsel op dag- en weekniveau) waarbinnen waarin de werknemer beschikbaar is om arbeid te verrichten. Pieters: “Het dienstvenster begint bij de werknemer van wie het werk voorspelbaar is en ingeroosterd kan worden, wanneer hij zijn werkzaamheden aanvangt. In het andere geval, bij werknemers waarvan het werk onvoorspelbaar is en niet ingeroosterd kan worden, begint het dienstvenster op het moment dat zijn beschikbaarheid aanvangt.”

“Het dienstvenster wordt ten aanzien van de voorspelbaarheid en de zeggenschap wel hetzelfde behandeld als de dienst. Gelijk aan de huidige richtlijnen in de cao geldt dat in beginsel 28 dagen van tevoren bij de werknemer bekend dient te zijn op welke kalenderdagen de werknemer kan worden ingezet voor arbeid of roostervrij is. En begin- en eindtijden moeten minimaal 4 kalenderdagen van tevoren bij de werknemer bekend moeten zijn.”

Extra vergoeding

“De omvang van het dienstvenster wordt berekend door de wekelijkse contractuele arbeidsduur te vermenigvuldigen met 1,25. Deze norm wordt als gemiddelde gehandhaafd over een betaalperiode van 4 weken. Indien er werk is buiten het dienstvenster, staat het de werknemer vrij dat te weigeren. Indien de werknemer het extra werk accepteert, staat hier een extra vergoeding van 50% tegenover.”

Ook wil CNV een verdeduidelijking van diverse definties in de CAO Taxivervoer:

Begrip Voorstel
Arbeidstijd De tijd die de werknemer onder gezag van de werkgever arbeid verricht en die ook betaalde tijd is.
Dienstvenster Tijd waarin de werknemer beschikbaar is om arbeid te verrichten, begrensd door de wettelijke onafgebroken rust.
Onderbreking Een vooraf meegedeelde periode, waarmee het dienstvenster wordt onderbroken, waarin de werknemer niet beschikbaar of oproepbaar is en dus geen enkele verplichting t.a.v. de arbeid heeft.
Pauze Een periode van minimaal 15 minuten waarmee de arbeid wordt onderbroken en de werknemer geen enkele verplichting heeft ten aanzien van zijn werk.

De eerste drie uren na aanvang van dienst kan geen pauze worden gegeven.

De omvang van de pauze is afhankelijk van de hoeveelheid arbeidstijd in een dienst:

  • bij een arbeidstijd van meer dan 5,5 uur: 30 minuten
  • bij een arbeidstijd van meer dan 10 uur: 1 uur, waarvan minimaal 1 pauze van 30 minuten.

Bij collectieve regeling kan de pauze beperkt worden tot ¼ uur.

Pauze zal plaatsvinden op een locatie waar men op zijn minst beschikking heeft over een toilet.

Standplaats De standplaats is de plaats waar het bedrijf zowel in administratieve zin als materieel is gevestigd, en waar de werknemer de meerderheid van de dagen zijn arbeid aanvangt en beëindigt.

De standplaats wordt schriftelijk aan de werknemer meegedeeld.

De plaats waar de werknemer de meerderheid van de dagen zijn arbeid aanvangt en beëindigt wordt bepaald op basis van de laatste drie maanden als referentieperiode.

Ingeval de werknemer in overleg met de werkgever bij einde van de arbeidstijd een personenauto mee naar huis neemt geldt deze bepaling niet.

Woon-werkverkeer Indien de werknemer met eigen vervoer reist, geldt de reistijd naar de standplaats als woon-werkverkeer en dus als eigen tijd.

Indien de werknemer met eigen vervoer naar een andere opstap- of arbeidsplaats moet reizen wordt eventuele meertijd ten opzichte van de reistijd naar de standplaats als arbeidstijd gezien.

De werkgever en de werknemer die belast is met vervoer kunnen in overleg besluiten dat de werknemer een personenauto bij aanvang van de wettelijk onafgebroken rust mee naar huis neemt. In dat geval parkeert de werknemer het voertuig in de nabijheid van zijn woning. Na afloop van de wettelijk onafgebroken rust kan de werknemer dan direct over het voertuig beschikken. Op de eerste reis vanuit huis en de laatste reis worden maximaal 7,5 minuten per dag in mindering gebracht, waarmee de tijd gemoeid met woon- werkverkeer is verrekend. De overige reistijd geldt als werk-werkverkeer en dus als arbeidstijd. Indien de tijd tot het eerste ophaaladres voor aanvang en de tijd vanaf het laatste uitstapadres minder dan 7,5 minuten bedraagt dient deze (werkelijke) tijd in mindering te worden gebracht.

Wachttijd Wachttijd is de periode waarin de werknemer beschikbaar en oproepbaar is om arbeid te verrichten. Van belang is de locatie waar de werknemer de wachttijd doorbrengt.

  1. Als de wachttijd wordt doorgebracht op de arbeidsplaats (d.w.z. op de standplaats ofwel buiten de standplaats, niet zijnde thuis) geldt dit als arbeidstijd.
  2. Als de wachttijd thuis wordt doorgebracht geldt dit niet als arbeidstijd.
Wettelijke onafgebroken rust Een dagelijks rustblok is een aaneengesloten periode van minimaal 10 uur (8 uur indien sprake is van een inkorting), waarin geen enkele verplichting tot het verrichten van arbeid bestaat.

Een wekelijks rustblok is een aaneengesloten periode van minimaal 36 uur (in collectief overleg eventueel in te korten tot minimaal 24 uur), waarin geen enkele verplichting tot het verrichten van arbeid bestaat.

Mededeling arbeids- en rusttijdenpatroon De werkgever die een arbeids- en rusttijdenpatroon voor de bij hem werkzame werknemers vaststelt of opnieuw vaststelt, deelt dit zo tijdig mogelijk aan de werknemers mee. Met betrekking tot de tijdigheid geldt hetgeen daaromtrent bij collectieve regeling is bepaald of, indien geen collectieve regeling van toepassing is dan wel een collectieve regeling ter zake geen bepaling bevat, telkens met instemming van de betrokken werknemer is bepaald. Indien een bepaling inzake de tijdigheid ontbreekt, deelt de werkgever het arbeids- en rusttijdenpatroon ten minste 28 dagen van te voren aan de werknemer mee. Indien i.v.m. de aard van de arbeid dit onmogelijk is, deelt de werkgever ten minste 28 dagen van te voren aan de werknemer mee op welke dag de rusttijd, bedoeld in de artikelen 5:5 en 5:6 van de Arbeidstijdenwet (ATW), begint. Tevens maakt hij aan de werknemer ten minste 4 dagen van te voren de tijden bekend van het dienstvenster waarbinnen van de werknemer arbeid kan worden verwacht.

Voorstellenbrief

Bekijk de volledige voorstellenbrief van CNV Vakmensen.

Bart Pals

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Bart Pals

5 reacties op “CNV wil 2% loonsverhoging taxichauffeurs bij nieuwe cao”

Taxi Volendam|11.01.16|19:17

Gezien de rol van vervoersmakelaars – regiecentrales – gesubsidieerde belbussen en regiotaxi’s etc, zelf rijdende taxi’s zal het moeilijk worden voor taxibedrijven met personeel te overleven.
Goede salarissen is niks mis mee maar daar heb je gezonde inkomsten voor nodig die we missen.
Daarnaast opgeslagen gegevens uit de BCT te schoonen wat veel onkosten gaat opleveren is onmogelijk doordat gegevens in de bct niet aangepast kunnen worden.
Kennelijk nog niet doorgedrongen bij de vakbonden.

Paul van den Beuken|12.01.16|08:55

Eis van dienstbetrekking in de nieuwe CAO ? Het kan niet waar zijn. Dat is weer proberen alles af te schermen. In onze branche, het stretched limousine vervoer zijn het aantal ritten zeer wisselend en zelf seizoensgebonden. Flexibel personeel is daarbij essentieel. Dat werkt nou eenmaal het beste met ZZP-ers. Overigens rijden die voor risico en rekening van mij als ondernemer en is een eigen ondernemersvergunning voor de ZZP-chauffeur (zonder eigen auto) totaal overbodig en dus geldverspillerij.

Renata Dartelin|12.01.16|14:05

@Taxi Volendam
De gegevens kunnen wel degelijk aangepast/gecorrigeerd worden, ze worden gecontroleerd een aangepast dmv correcties en halen zo minuten eraf, zelf meegemaakt.

Revolutionaire|12.01.16|14:36

CAOloze periode!! De bonden kunnen niet eens staken. Zij hebben geen leden genoeg!

Taxi Volendam|13.01.16|09:04

@ Renata Dartelin.
Gegevens ingevoerd in de BCT, opgeslagen achter de elektronische handtekening kunnen niet aangepast worden!
Deze gegevens controleren kan alleen plaatsvinden door inspecteurs van ILT d.m.v.het z.g. 4 ogen systeem .
Je kan wel de papieren uitdraai aanpassen. maar dan komen deze niet meer overeen met de gegevens opgeslagen in je BCT.