Taxi Overgaauw uit Zuidland is onder leiding van Jan Ollefers in ruim twintig jaar tijd flink gegroeid. Eigenlijk is dat vooral een gevolg van het systeem van aanbestedingen, waarin het bedrijf zich goed staande weet te houden. “De prijzen zijn scherp, maar door combinaties te maken met verschillende gemeentes kun je met zijn allen nog wat verdienen.”

Jan Ollefers ging in 1982 als parttime taxichauffeur aan de slag bij het Zuidlandse taxibedrijf Overgaauw, dat in die tijd vooral groeide door het vervoer van mensen die in de industrie- en havengebied van Europoort en de Botlek werkten. Ollefers kwam na enkele jaren in vaste dienst en de oprichter van het bedrijf vond in hem zijn opvolger. Dat kreeg in 1994 zijn beslag. Het bedrijf had toen zestien taxi’s voor groepsvervoer, leerlingenvervoer en ziekenvervoer. Het halen en brengen van personeel voor bedrijven doet Overgaauw niet meer en ook de opstapmarkt wordt niet meer bediend. Anno 2017 valt alles wat de onderneming doet onder de noemer ‘zorgvervoer’: leerlingen, wmo, ziekenvervoer en meer.

Prijstechnisch interessant

“Al in 1995 kregen we voor het eerst met een Europese aanbesteding te maken, voor het leerlingenvervoer in Hellevoetsluis. Daar schreven zo’n dertig bedrijven op in: eigenlijk iedereen die zich in de regio met taxivervoer bezighield. Omdat wij het schoolvervoer in de toenmalige gemeente Bernisse al deden, konden we combinaties maken met het leerlingenvervoer in Hellevoetsluis. Dat maakte ons prijstechnisch interessant voor beide gemeenten en we wonnen de aanbesteding. We kochten er twintig auto’s bij, waardoor ik in mijn eerste jaar al van zestien naar zesendertig auto’s ging.”

De koers werd steeds meer verlegd naar het zorgvervoer. Taxi Overgaauw ging voor een groeiend aantal gemeenten de scholieren vervoeren. Door de jaren heen bleef het bedrijf uit Zuidland, ook als franchisenemer van DVG, aanbestedingen winnen. “De prijzen zijn scherp, maar door combinaties te maken met verschillende gemeentes kun je met zijn allen nog wat verdienen”, licht Ollefers toe. Intussen heeft hij met 78 voertuigen “een aardige club auto’s bij elkaar. Het gaat om dertien rolstoelbussen, vijftien taxi’s en voor de rest allemaal kleine bussen. Aanvullend hebben we twee mini-touringcars. We werken met 93 mensen, waarvan een heel klein clubje op kantoor.”

Geen ideale oplossing

Voor het onderhoud van de vloot heeft Taxi Overgaauw fulltime een monteur in dienst. Alle voertuigen komen eens in de week naar Zuidland, onder meer om door de eigen wasstraat te gaan. Omdat de auto’s er dan niet tegelijk zijn, kan het bedrijf met de beperkte oppervlakte die beschikbaar is uit de voeten. Maar vier keer per jaar zijn alle voertuigen tegelijk in Zuidland, want tijdens vakanties die langer dan een week duren staat het overgrote deel van de vloot stil. En voor die periodes moet er stallingcapaciteit bij naburige ondernemers worden gehuurd. 

“Geen ideale oplossing”, erkent Ollefers. “Het perceel is al eens uitgebreid en dat is ook meerdere malen met het bedrijfspand gebeurd. De grenzen van de groei komen wat dat betreft in zicht. We zijn dan ook op zoek naar een nieuw, groter onderkomen. Liefst wat meer richting Hellevoetsluis, want dat zou de efficiency voor ons ten goede komen. Ons pand staat al een paar jaar te koop, dus we gaan zeker niet volgende week al verhuizen. Maar op termijn zijn we dat dus wel van plan.”

Goed netwerk van stations

Een andere slag op het vlak van efficiency werd gemaakt met de overstap naar BP als brandstofpartner. “We hebben jarenlang met een andere partij gewerkt, maar het aantal pompstations van die aanbieder in onze regio nam steeds verder af. Toen ook de dichtstbijzijnde verdween en een BP werd, zijn we naar BP overgestapt. Want die pomp, daar komen alle chauffeurs minstens één keer per week langs. En ook in de rest van de regio heeft BP een goed netwerk van stations. Ze zitten in Hellevoetsluis, Spijkenisse, Hoogvliet en andere aanknopingspunten in ons vervoersysteem.”

Taxi Overgaauw tankt bewust buiten de deur, waarbij het gaat om 280.000 liter per jaar. Jan Ollefers: “Dan kun je niet bouwen op een aanbieder die maar één of twee pompen in ons verzorgingsgebied vertegenwoordigd is. Want als je moet gaan omrijden om te tanken, raak je geld kwijt, ook als je korting krijgt.” En ook als chauffeurs bijvoorbeeld omrijden naar een bemande pomp om spaarpunten te scoren. “Daarom hebben we met BP afgesproken dat we geen FreeBees meer voor individuele chauffeurs willen, Want als ze daarvoor omrijden, kost dat tijd en geld. Omdat BP met ons meegedacht heeft, is dat probleem opgelost.”

Prima

Jan Ollefers heeft zijn bedrijf goed op de rit, en groter worden is geen doel op zich. “Eigenlijk wil ik gewoon behouden wat we nu hebben. Mochten we een project kwijtraken en wat kleiner worden, dan is dat geen probleem. En groter worden als gevolg van een aanbesteding winnen is ook geen probleem. Dat we nu onze huidige omvang hebben, is een gevolg van het systeem van aanbesteden. Je hebt nu eenmaal een bepaalde schaal nodig om daar in mee te kunnen gaan. Maar in principe vind ik het prima zoals het nu is.”