Hugo de Jonge

Minister houdt vast aan afschaffen BPM-teruggave voor taxi’s

Bron: ministerie van VWS

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid verwacht niet dat het zorgvervoer flink duurder wordt door het afschaffen van de BPM-teruggave voor taxiondernemers. Volgens hem heeft de taxibranche zelf in de hand of ze voor hogere kosten komt te staan, terwijl gemeenten er voor moeten zorgen dat het doelgroepenvervoer niet verschraalt.

Minister de Jonge doet zijn uitspraken in antwoord op Kamervragen van John Kerstens (PvdA). Toen het huidige kabinet in oktober vorig jaar zijn regeerakkoord presenteerde, werd ook meegedeeld dat de BPM-teruggave voor taxi’s wordt afgeschaft. Voor taxi-ondernemers biedt deze regeling voor de belasting op personenauto’s en motorrijtuigen een belangrijk voordeel bij de aanschaf en afschrijving van een taxi. Het gaat dan, afhankelijk van het soort voertuig, om duizenden tot tienduizenden euro’s.

Brancheorganisatie KNV is het met de maatregel totaal niet eens en liet door Ecorys onderzoek doen naar de gevolgen. De voornaamste conclusies in het kort: het zorgvervoer wordt fors duurder en de milieu-impact van de maatregel is zeer beperkt. Naar aanleiding van het rapport stelde John Kerstens zijn Kamervragen.

Vervanging van het wagenpark

Minister De Jonge denkt niet dat het zorgvervoer door het opheffen van de BPM-teruggave voor taxi’s inderdaad zoveel duurder wordt. Door de afschaffing worden taxivoertuigen met een hoge CO2-uitstoot duurder. En dus, zo redeneert het kabinet, ontstaat er een financiële prikkel om zuinige of emissievrije taxi’s aan te schaffen. De hogere kosten zouden volgens de minister alleen optreden bij vervanging van het huidige wagenpark niet verder wordt vergroend. Want dan leidt het afschaffen van de regeling leidt tot hogere BPM-opbrengsten voor de overheid.

Kortom: de taxibranche heeft eventuele kostenstijgingen in dit kader volgens de minister zelf in de hand. Hij verwacht dat bedrijven zullen kiezen voor zuinige en emissievrije voertuigen waarvoor geen of een lage BPM geldt. “In hoeverre er in een specifiek geval een kostenstijging optreedt, hangt daarom af van de toekomstige keuze op het moment dat (een deel) van het huidige wagenpark wordt vervangen. Ook in het doelgroepenvervoer zijn er al milieuvriendelijke en zelfs emissievrije alternatieven voorhanden”, aldus De Jonge.

Gemeenten verantwoordelijk

KNV stelde ook dat de bijna 14 procent hogere kosten voor het zorgvervoer zullen leiden een verdere verschraling van de voorzieningen waar mensen met een mobiliteitsbeperking gebruik van maken. Ook de organisatie die de belangen van deze mensen behartigen zouden er zo over denken. Minister de Jonge stelt dat een eventuele kostenstijging als gevolg van het afschaffen van de BPM voor rekening komt van de opdrachtgevers, en niet van gebruikers van het vervoer.

En het zorgvervoer op peil houden is aan de gemeenten, zegt de minister. In de wet Maatschappelijke ondersteuning “is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. De gemeente heeft dus de plicht zorgvervoer beschikbaar te blijven stellen voor degenen die dat nodig hebben. De gemeenteraden hebben de taak om te toetsen of deze zorgplicht voldoende wordt nagegaan.”

Lees ook:

Op donderdag 11 oktober wordt tijdens het Nationaal Congres Contractvervoer 2018 uitgebreid stilgestaan bij de laatste ontwikkelingen in het Nederlandse doelgroepenvervoer. Aanmelden kan hier; kies meteen de twee parallel-sessies die je wilt bijwonen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.