Geld. Foto: iStock / darkojow

Onderaannemers contractvervoer vaak niet doorbetaald

Foto ter illustratie. Foto: iStock / darkojow


Steeds meer bedrijven die als onderaannemer in het doelgroepenvervoer actief zijn, klagen dat ze weinig tot niets zien van de coronacompensatie die hoofdaannemers van opdrachtgevers krijgen. Tegelijk zeggen zij het met de steunmaatregelen van de overheid niet te redden. Daardoor komen de vervoerders, payrollers en uitzendbedrijven steeds meer in de problemen. TaxiPro sprak hierover met een onderaannemer, FNV Taxi, Publiek Vervoer en KNV Zorgvervoer en Taxi.

Al sinds de start van de coronacrisis wordt er in het contractvervoer voor gepleit dat opdrachtnemers het uitgevallen werk voor tenminste 80 procent doorbetalen. Dan kunnen de bedrijven hun vaste lasten dragen en blijven bestaan, terwijl de vraag naar het vervoer weer geleidelijk groeit. Dat doorbetalen gebeurt ook in aardig wat gevallen, al is dat zeker niet overal zo. Vaak is er echter sprake van een opdrachtnemer die het werk uitbesteedt aan onderaannemers. En deze laatste groep, bestaande uit taxibedrijven, payrollers en uitzendorganisaties, voelt zich in toenemende mate overgeslagen door de partijen waar ze normaliter voor rijden.

Elke keer met lege handen

Eén zo’n onderaannemer zegt er het volgende over. “Al onze opdrachtgevers doen toezeggingen, maar door slechts één zijn we echt betaald. Verder krijgen we alleen de ritten vergoed die we daadwerkelijk rijden, en dat zijn er veel minder dan normaal. Het dialysevervoer rijden we al maanden met maar één client tegelijk. Daarmee is het hele verdienmodel weg en daar zou een correctie op het tarief voor komen, maar ook dat is tot op heden niet gebeurd.”

De vervoerder in kwestie zegt hier de hoofdaannemers wel op aan te willen spreken, maar vaak krijgt hij geen gehoor. “Het overheersende gevoel is dat je genegeerd wordt. En als dat niet gebeurt, krijg je overal weer andere verhalen en argumenten over de diverse compensatieregelingen en steunmaatregelen te horen. Maar het resultaat is elke keer dat wij met lege handen staan. Ik voel heel weinig bereidheid om met ons mee te denken.” De vervoerder denkt dat de grotere bedrijven nu vooral hun eigen mensen aan het werk willen houden.

Op het moment moeten er elke maand “scheppen geld” bij, vertelt hij. “Dat is nog wel een tijdje vol te houden. Maar het houdt een keer op, ook met de diverse steunmaatregelen. Doorbetaling van het vervoer dat we nu buiten onze schuld om niet kunnen rijden zou natuurlijk voor iedereen het beste zijn. Maar we kunnen hoog en laag springen, we worden niet betaald. En als dat echt tot september of oktober gaat duren, dan wordt het wel een steeds lastiger verhaal.”

Alsnog een probleem

Minke Jansma van FNV Taxi ziet dat de doorbetaling van het uitgevallen werk tot 1 juni door gemeenten redelijk opgepakt wordt en door zorginstellingen een stuk minder. Over de vervolgperiode wordt nu gesproken in politiek Den Haag. De vraag is hoe lang en in welke mate de vervoerders doorbetaald worden, legt Jansma uit.

“Als opdrachtgevers besluiten tot 1 september door te betalen, dan hebben de vervoerders vanaf die datum alsnog een probleem. Want het vervoer is dan nog lang niet op zijn oude niveau. Wat daarnaast voor mij een groot punt van zorg is, is dat veel onderaannemers niet of onvoldoende worden doorbetaald door de hoofdaannemers van de vervoersopdrachten.

”

De vakbondsbestuurder hoort allerlei argumenten van hoofdaannemers om onderaannemers niet door te betalen. Ze doet die stuk voor stuk af als onzin. “Met alleen de NOW-regeling redden onderaannemers het niet, want ze hebben nog andere vaste lasten dan loonkosten. Omzet ‘stapelen’ met de NOW kan niet en over de voorwaarden waaronder wordt doorbetaald kun je prima afspraken maken, dus dat hoeft ook al geen probleem te zijn.”

Zorgwekkende situatie

De onderaannemers zijn uiteraard niet blij met de gang van zaken, want zonder noemenswaardige inkomsten vallen ze vroeg of laat om. Jansma: “Onderaannemers durven zich vaak niet uit te spreken omdat ze bang zijn conflicten met de hoofdaannemer, waardoor ze het werk helemaal kwijt kunnen raken. Dat vertaalt zich soms weer in pogingen om van werknemers af te komen, dus al met al is dit een zorgwekkende situatie.”

Bij de hoofdaannemers mist Jansma het besef dat de onderaannemers, waar nu weinig werk voor is, nodig zijn om het systeem voor doelgroepenvervoer in stand te houden. “Er dreigen echt vervoerders om te vallen. Als het vervoer straks weer een beetje richting het oude peil gaat, kunnen die hoofdaannemers dat niet allemaal zelf rijden. Van hen zou ik dan ook graag zien dat ze solidair zijn met hun collega-vervoerders als partners zonder wie het vervoer straks omvalt. Om de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden van alle chauffeurs in de sector te garanderen moeten opdrachtgevers en vervoerders de verantwoordelijkheid nemen voor het doorbetalen van alle partners. En daar ook afspraken over maken, zodat het gecontroleerd kan worden.”

Zaak tussen vervoerder en opdrachtnemer

Geen richtlijn voor doorbetaling

Bij vervoersorganisatie Publiek Vervoer Groningen Drenthe zijn volgens Jeroen van Neer “goede afspraken gemaakt met zowel de opdrachtgevers als de opdrachtnemers. Ook voor de periode na juli zijn we in goed overleg. In deze tijd van crisis blijkt hoe waardevol een goede samenwerking is. We vergoeden 80 procent van het omzetverlies en betalen uiteraard 100 procent van de verreden ritten.” Het vervoer in die laatste categorie neemt geleidelijk in volume toe, merkt hij.

Maar aan de gemaakte afspraken “zijn geen richtlijnen voor doorbetaling van onderaannemers gesteld. Dit is naar onze mening primair een zaak tussen de vervoerders en haar opdrachtnemers. Uiteraard hebben we dit punt aangekaart en we begrijpen dat dit een punt van bespreking is met de eigen contractanten. Wat duidelijk is, is dat het wegvallen van de vervoerstromen in de keten behoorlijke gevolgen heeft. We hopen dan ook dat het vervoer verder zal normaliseren in de komende periode en dat dit tot herstel zal leiden van de branche zelf, maar uiteraard ook gunstige gevolgen heeft voor bijvoorbeeld toeleveranciers.”

De huidige crisis laat volgens Van Neer “zien dat het noodzakelijk is om als opdrachtgevers voor deze vorm van vervoer meer gestructureerd samen te werken” en dat is één van de voornaamste aspecten waarover nu met partijen als het ministerie van Volksgezondheid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het GNMI wordt overlegd.

Schade berokkenen

Hubert Andela legt de lijn uit die KNV Zorgvervoer en Taxi volgt: “Als een opdrachtgever het advies volgt van het kabinet, de VNG en KNV om de 80 procent vaste kosten van weggevallen ritten door te betalen, horen eventueel bij het vervoer betrokken onderaannemers naar rato en in lijn met de contractafspraken tussen hoofd- en onderaannemer doorbetaald te krijgen. Detacheerders en payrollbedrijven zijn in dit verband in feite ook onderaannemers. Opdrachtgevers rekenen op deze werkwijzen en afwijken daarvan kan schade berokkenen aan betrokken vervoerders en aan het imago van de sector.”

“Feit is wel dat je als hoofdaannemer pas kunt betalen aan je onderaannemer als je van de opdrachtgever geld hebt ontvangen. En daar ontbreekt het tot op heden in veel gevallen nog aan”, vervolgt Andela. “Ook lopen er soms nog onderhandelingen tussen opdrachtgevers en hoofdaannemers over de voorwaarden waaronder er wordt doorbetaald. In de gevallen waarin de voorwaarden onduidelijk zijn, kan er sprake zijn van vertraging in de doorbetaling. Dit is gruwelijk vervelend, maar de uiteindelijke schuld ligt dan wel bij de opdrachtgever die kennelijk de ernst van de situatie niet begrijpt.”

Andela geeft aan dat KNV als vereniging niet kan nagaan wat individuele leden met alle adviezen en richtlijnen doen. “We zouden ons dan mengen in de commerciële relatie tussen hoofd- en onderaannemer en dat gaat niet. Je hebt als ondernemersvereniging niet de informatie en de middelen om te controleren of als scheidsrechter op te treden.” Intussen blijft KNV werk maken van compensatie van weggevallen vervoer. “Daar waar resultaat helemaal uitblijft, moeten we als sector misschien wel een keer overgaan op een hardere stellingname.”

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.

Onderaannemers contractvervoer vaak niet doorbetaald | TaxiPro
Geld. Foto: iStock / darkojow

Onderaannemers contractvervoer vaak niet doorbetaald

Foto ter illustratie. Foto: iStock / darkojow


Steeds meer bedrijven die als onderaannemer in het doelgroepenvervoer actief zijn, klagen dat ze weinig tot niets zien van de coronacompensatie die hoofdaannemers van opdrachtgevers krijgen. Tegelijk zeggen zij het met de steunmaatregelen van de overheid niet te redden. Daardoor komen de vervoerders, payrollers en uitzendbedrijven steeds meer in de problemen. TaxiPro sprak hierover met een onderaannemer, FNV Taxi, Publiek Vervoer en KNV Zorgvervoer en Taxi.

Al sinds de start van de coronacrisis wordt er in het contractvervoer voor gepleit dat opdrachtnemers het uitgevallen werk voor tenminste 80 procent doorbetalen. Dan kunnen de bedrijven hun vaste lasten dragen en blijven bestaan, terwijl de vraag naar het vervoer weer geleidelijk groeit. Dat doorbetalen gebeurt ook in aardig wat gevallen, al is dat zeker niet overal zo. Vaak is er echter sprake van een opdrachtnemer die het werk uitbesteedt aan onderaannemers. En deze laatste groep, bestaande uit taxibedrijven, payrollers en uitzendorganisaties, voelt zich in toenemende mate overgeslagen door de partijen waar ze normaliter voor rijden.

Elke keer met lege handen

Eén zo’n onderaannemer zegt er het volgende over. “Al onze opdrachtgevers doen toezeggingen, maar door slechts één zijn we echt betaald. Verder krijgen we alleen de ritten vergoed die we daadwerkelijk rijden, en dat zijn er veel minder dan normaal. Het dialysevervoer rijden we al maanden met maar één client tegelijk. Daarmee is het hele verdienmodel weg en daar zou een correctie op het tarief voor komen, maar ook dat is tot op heden niet gebeurd.”

De vervoerder in kwestie zegt hier de hoofdaannemers wel op aan te willen spreken, maar vaak krijgt hij geen gehoor. “Het overheersende gevoel is dat je genegeerd wordt. En als dat niet gebeurt, krijg je overal weer andere verhalen en argumenten over de diverse compensatieregelingen en steunmaatregelen te horen. Maar het resultaat is elke keer dat wij met lege handen staan. Ik voel heel weinig bereidheid om met ons mee te denken.” De vervoerder denkt dat de grotere bedrijven nu vooral hun eigen mensen aan het werk willen houden.

Op het moment moeten er elke maand “scheppen geld” bij, vertelt hij. “Dat is nog wel een tijdje vol te houden. Maar het houdt een keer op, ook met de diverse steunmaatregelen. Doorbetaling van het vervoer dat we nu buiten onze schuld om niet kunnen rijden zou natuurlijk voor iedereen het beste zijn. Maar we kunnen hoog en laag springen, we worden niet betaald. En als dat echt tot september of oktober gaat duren, dan wordt het wel een steeds lastiger verhaal.”

Alsnog een probleem

Minke Jansma van FNV Taxi ziet dat de doorbetaling van het uitgevallen werk tot 1 juni door gemeenten redelijk opgepakt wordt en door zorginstellingen een stuk minder. Over de vervolgperiode wordt nu gesproken in politiek Den Haag. De vraag is hoe lang en in welke mate de vervoerders doorbetaald worden, legt Jansma uit.

“Als opdrachtgevers besluiten tot 1 september door te betalen, dan hebben de vervoerders vanaf die datum alsnog een probleem. Want het vervoer is dan nog lang niet op zijn oude niveau. Wat daarnaast voor mij een groot punt van zorg is, is dat veel onderaannemers niet of onvoldoende worden doorbetaald door de hoofdaannemers van de vervoersopdrachten.

”

De vakbondsbestuurder hoort allerlei argumenten van hoofdaannemers om onderaannemers niet door te betalen. Ze doet die stuk voor stuk af als onzin. “Met alleen de NOW-regeling redden onderaannemers het niet, want ze hebben nog andere vaste lasten dan loonkosten. Omzet ‘stapelen’ met de NOW kan niet en over de voorwaarden waaronder wordt doorbetaald kun je prima afspraken maken, dus dat hoeft ook al geen probleem te zijn.”

Zorgwekkende situatie

De onderaannemers zijn uiteraard niet blij met de gang van zaken, want zonder noemenswaardige inkomsten vallen ze vroeg of laat om. Jansma: “Onderaannemers durven zich vaak niet uit te spreken omdat ze bang zijn conflicten met de hoofdaannemer, waardoor ze het werk helemaal kwijt kunnen raken. Dat vertaalt zich soms weer in pogingen om van werknemers af te komen, dus al met al is dit een zorgwekkende situatie.”

Bij de hoofdaannemers mist Jansma het besef dat de onderaannemers, waar nu weinig werk voor is, nodig zijn om het systeem voor doelgroepenvervoer in stand te houden. “Er dreigen echt vervoerders om te vallen. Als het vervoer straks weer een beetje richting het oude peil gaat, kunnen die hoofdaannemers dat niet allemaal zelf rijden. Van hen zou ik dan ook graag zien dat ze solidair zijn met hun collega-vervoerders als partners zonder wie het vervoer straks omvalt. Om de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden van alle chauffeurs in de sector te garanderen moeten opdrachtgevers en vervoerders de verantwoordelijkheid nemen voor het doorbetalen van alle partners. En daar ook afspraken over maken, zodat het gecontroleerd kan worden.”

Zaak tussen vervoerder en opdrachtnemer

Geen richtlijn voor doorbetaling

Bij vervoersorganisatie Publiek Vervoer Groningen Drenthe zijn volgens Jeroen van Neer “goede afspraken gemaakt met zowel de opdrachtgevers als de opdrachtnemers. Ook voor de periode na juli zijn we in goed overleg. In deze tijd van crisis blijkt hoe waardevol een goede samenwerking is. We vergoeden 80 procent van het omzetverlies en betalen uiteraard 100 procent van de verreden ritten.” Het vervoer in die laatste categorie neemt geleidelijk in volume toe, merkt hij.

Maar aan de gemaakte afspraken “zijn geen richtlijnen voor doorbetaling van onderaannemers gesteld. Dit is naar onze mening primair een zaak tussen de vervoerders en haar opdrachtnemers. Uiteraard hebben we dit punt aangekaart en we begrijpen dat dit een punt van bespreking is met de eigen contractanten. Wat duidelijk is, is dat het wegvallen van de vervoerstromen in de keten behoorlijke gevolgen heeft. We hopen dan ook dat het vervoer verder zal normaliseren in de komende periode en dat dit tot herstel zal leiden van de branche zelf, maar uiteraard ook gunstige gevolgen heeft voor bijvoorbeeld toeleveranciers.”

De huidige crisis laat volgens Van Neer “zien dat het noodzakelijk is om als opdrachtgevers voor deze vorm van vervoer meer gestructureerd samen te werken” en dat is één van de voornaamste aspecten waarover nu met partijen als het ministerie van Volksgezondheid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het GNMI wordt overlegd.

Schade berokkenen

Hubert Andela legt de lijn uit die KNV Zorgvervoer en Taxi volgt: “Als een opdrachtgever het advies volgt van het kabinet, de VNG en KNV om de 80 procent vaste kosten van weggevallen ritten door te betalen, horen eventueel bij het vervoer betrokken onderaannemers naar rato en in lijn met de contractafspraken tussen hoofd- en onderaannemer doorbetaald te krijgen. Detacheerders en payrollbedrijven zijn in dit verband in feite ook onderaannemers. Opdrachtgevers rekenen op deze werkwijzen en afwijken daarvan kan schade berokkenen aan betrokken vervoerders en aan het imago van de sector.”

“Feit is wel dat je als hoofdaannemer pas kunt betalen aan je onderaannemer als je van de opdrachtgever geld hebt ontvangen. En daar ontbreekt het tot op heden in veel gevallen nog aan”, vervolgt Andela. “Ook lopen er soms nog onderhandelingen tussen opdrachtgevers en hoofdaannemers over de voorwaarden waaronder er wordt doorbetaald. In de gevallen waarin de voorwaarden onduidelijk zijn, kan er sprake zijn van vertraging in de doorbetaling. Dit is gruwelijk vervelend, maar de uiteindelijke schuld ligt dan wel bij de opdrachtgever die kennelijk de ernst van de situatie niet begrijpt.”

Andela geeft aan dat KNV als vereniging niet kan nagaan wat individuele leden met alle adviezen en richtlijnen doen. “We zouden ons dan mengen in de commerciële relatie tussen hoofd- en onderaannemer en dat gaat niet. Je hebt als ondernemersvereniging niet de informatie en de middelen om te controleren of als scheidsrechter op te treden.” Intussen blijft KNV werk maken van compensatie van weggevallen vervoer. “Daar waar resultaat helemaal uitblijft, moeten we als sector misschien wel een keer overgaan op een hardere stellingname.”

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.