De taxibranche is een van de branches die volop aan het verduurzamen is, in lijn met de akkoorden en ambities die hiervoor zijn gesteld. Netbeheerders gaan hierin mee door te investeren in een sterker elektriciteitsnet, maar de vraag is nu al vaak groter dan het aanbod. Hoe moet dat als straks alle voertuigen, van groot tot klein, opgeladen moeten worden? 

Op deze vraag ging Vincent Dekker, manager innovatie en netontwerp bij Liander, in tijdens het Congres Laadinfra in de Doelen in Rotterdam. “Een van de dingen die wij doen, is ver vooruit kijken”, stelde hij. “Als je een netwerk namelijk goed wil aanleggen en beheren, moet je wel weten wat eraan komt.” Momenteel neemt de netbeheerder een enorme toename van de belasting van het net waar doordat er steeds meer elektrische voertuigen in gebruik worden genomen. Ook het aantal elektrische taxi’s neemt toe, die door sommige chauffeurs ook thuis worden geladen.

Deze groei zal de komende jaren doorzetten. “In 2030 zal het elektrisch vervoer ongeveer hetzelfde vermogen van ons vragen als de gehele stad Amsterdam”, aldus Dekker. “En dat betekent dat we heel veel gigawatt kwijtmoeten op ons net.” Het elektriciteitsnetwerk is volgens Dekker echter niet ontworpen voor de hoge vermogens van bijvoorbeeld elektrische auto’s of vrachtwagens, maar meer op huishoudelijke apparaten zoals wasmachines.

Vermogensvraag verdubbeld door EV

Als er wordt gekeken naar meerdere huishoudens bij elkaar, was de gelijktijdige vermogensvraag per huishouden traditioneel gezien zo’n één kilowatt. De huidige netten zijn hierop ontworpen. “Door bijvoorbeeld een waterkoker of magnetron te gebruiken, wordt er meer dan één kilowatt gebruikt. Het gaat echter om de gelijktijdige piekvraag. Hier is het elektriciteitsnet op afgestemd.” Uit onderzoek is gebleken dat dit alleen door de komst van elektrisch vervoer al verdubbeld naar twee kilowatt.

Voor een wijk met vijftig elektrische auto’s moet er per auto dus twee kilowatt aan elektriciteit worden gereserveerd. Veel extra netcapaciteit is daardoor van groot belang, maar dit moet volgens Dekker wel slim ingericht worden. “Door bijvoorbeeld laadpalen bij elkaar te clusteren, waardoor er minder infrastructuur aangelegd hoeft te worden. Je hoeft dan namelijk maar een keer een dikke kabel naar een laadplein aan te leggen in plaats van allemaal aparte laadpunten in een straat.”

Laadpalen met een vaste basiscapaciteit

Om beter om te gaan met de bestaande netcapaciteit, onderneemt Liander verschillende initiatieven. Zo is er in Amsterdam een pilot uitgevoerd waarbij verschillende clusters van laadpalen een vaste basiscapaciteit kregen, die bewoners onderling mochten verdelen. Buiten de piektijden om werd daarnaast extra restcapaciteit vrijgegeven, om het elektriciteitsnet aantrekkelijker te maken op rustige momenten. “We zagen direct een vermindering in de vermogensbehoefte op het net rond de piektijden. De gemiddelde reductie van de piekbelasting was 25 procent. Ook waren er geen problemen met het laden. Iedereen kon in zijn laadbehoefte voldoen en energie in de wagen krijgen.”

Lees ook:

• Belangrijke samenwerkingen sleutel tot zero emissie taxivervoer voor Bolt
• Rotterdam hard op weg naar zero emissie mobiliteit in 2040
• Zo wordt publiek laden aantrekkelijker voor taxi’s