De Nederlandse touringcarsector zag zijn omzet in 2017 met 4,1 procent groeien. Het was voor het eerst sinds 2012 dat de omzet toenam. Het aantal voertuigen waarmee wordt gereden groeide ook, maar het aantal medewerkers in de bedrijfstak was lager dan op enig moment in de voorgaande vijf jaar. Brancheorganisatie Busvervoer Nederland is blij met de omzetgroei, maar benadrukt wel dat het rendement bij veel bedrijven nog altijd niet overhoudt.

Het rapport ‘Kerncijfers 2017 van het Nederlandse touringcarvervoer’ werd samengesteld door Panteia, in opdracht van KNV Bus. Deze organisatie is onlangs met AltroVia gefuseerd tot Busvervoer Nederland.

In 2017 bestond de Nederlandse touringcarbranche uit een kleine 450 bedrijven die samen ruim 4.000 voertuigen hebben. In 2010 was de branche met 552 bedrijven op zijn grootst. In 2016 waren daar nog 442 ondernemingen van over. Vorig jaar was er voor het eerst in jaren weer sprake van een groei, zei het een zeer lichte: er kwamen netto vier marktpartijen bij. Het wagenpark laat eenzelfde ontwikkeling zien, al lag hier de piek in 2008 met 5.729 voertuigen. In 2016 werd het laagste punt bereikt met 3.901 voertuigen. In 2017 waren dat er zo’n 160 meer.

9,9 miljard kilometer

Al deze bedrijven, voertuigen en ruim 6.100 medewerkers waren vorig jaar goed voor 9,9 miljard reizigerskilometers: 6,5 miljard binnen Nederland en de rest daarbuiten. Een opvallende statistiek is de mate waarin elk voertuig wordt benut. Van 2006 tot en met 2012 werd er gemiddeld met elke touringcar tussen de 56.000 en 62.000 kilometer per jaar afgelegd. In de jaren daarna groeide dat flink tot tussen de 70.000 en ruim 73.000. In 2017 werd elke touringcar in Nederland gemiddeld 236 dagen ingezet.

Het aantal van 6.122 mensen die werkzaam zijn in de branche is overigens lager dan in de vier voorgaande jaren. In 2012 waren dat er nog ruim duizend meer. In 2015 zat was er even sprake van een tussentijdse stijging maar over het algemeen daalde het aantal personeelsleden van touringcarbedrijven dus vrij sterk.

65 jaar of ouder

Het rapport maakt ook duidelijk hoe vergrijsd de beroepsgroep van touringcarchauffeurs is. Van hen is ruim 43 procent tussen de 51 en 64 jaar oud. Bijna 20 procent zit tussen de 36 en 50 jaar, en een kleine 9 procent is 21 tot 35 jaar oud. Slechts 0,2 procent is jonger dan 21 jaar. Maar het meest opvallende is dat de op één na grootste groep, ruim 28 procent, 65 jaar of ouder is.

Met dat werk, waarbij ruim 6.100 mensen betrokken zijn, werd vorig jaar een omzet van 584 miljoen euro gerealiseerd. Dat is een stijging van ruim 4 procent ten opzichte van 2016, toen de teller op 535 miljoen bleef staan. En dat was de derde daling op rij, al was het wel de kleinste krimp in die reeks. Panteia stelt dan ook dat de touringcarsector in Nederland de dip achter zich heeft gelaten.

Rendement kan een stuk beter

De omzetgroei in 2017 is met name te danken een toename in lijndienstvervoer en inkomend toerisme. In de meeste vormen van touringcarvervoer werd groei gerealiseerd, van minimaal tot fors. De meerdaagse ritten steken er wat dat betreft wel uit, met een groei van ruim 160 naar bijna 180 miljoen euro. Bij de dagtochten nam de omzet toe van 252 naar 266 miljoen, en bij het openbaar lijndienstvervoer van 20 naar 28,5 miljoen euro.

Carlo Cahn plaatst namens Busvervoer Nederland wel een kanttekening bij de cijfers. “Er wordt gekeken naar omzet. Die neemt toe en dat zal in 2018 ook wel doorzetten. Maar het rendement is voor veel bedrijven wel iets wat nog een heel stuk beter zou kunnen.” Cahn noemt onder meer de oneerlijke concurrentie met het vliegverkeer die de touringcarsector parten speelt.

“Daarin hebben we wel het tij mee, want het kabinet wil belasting op vliegen invoeren. Met de invoering van btw op vliegtickets en accijns op kerosine komt er een veel gelijker speelveld. Dan zal het met goedkoop vliegen een beetje gedaan zijn, zodat de bus en de trein een veel aantrekkelijker alternatief worden.”