KNV: ‘Afspraken met opdrachtgevers nodig zolang brandstofprijs niet zakt’
De torenhoge brandstofprijzen eisen hun tol voor de taxi- en touringcarbranche. Volgens KNV vangen ondernemers in het zorg- of touringcarvervoer die contractueel vastzitten de zwaarste klappen op, maar ook bedrijven die geen of een beperkte brandstofclausule hebben afgesproken. Om het vervoer staande te houden, pleit de branchevereniging voor afspraken tussen opdrachtgevers en vervoerders.
“De bedrijven zien de steeds hogere brandstofprijzen met lede ogen aan”, aldus KNV-voorzitter Bertho Eckhardt. Veel gevallen zijn volgens hem erg ingrijpend. “Zeker als je geen mogelijkheid hebt om de prijzen volledig door te rekenen, net nu je twee jaar coronacrisis achter de rug hebt.” Er zijn bedrijven die al enige flexibiliteit hadden ingebouwd, bijvoorbeeld in de vorm van een brandstofclausule in een contract die de stijgingen corrigeert. “Die kunnen daar nu op terugvallen. Dat zie je soms in het zorgvervoer en in delen van het touringcarvervoer.”
In het geval dat er geen clausule is of de clausule anders is ingericht, kan er teruggevallen worden op de NEA-index. “Maar die volgt pas achteraf en sommige contracten volgen deze index maar deels. Dan wordt het al een stuk moeilijker, want dan moet je het tot de indexering uitzingen en mogelijk wordt de stijging dan alsnog niet geheel gecorrigeerd.” Met het oog op de schade die corona heeft aangebracht in de sectoren, zijn alle gevallen waar de ondernemer een deel van de klappen moet opvangen volgens hem echter “een zeer donker vooruitzicht”.
Klanten binnenboord houden
Eckhardt stelt dat de prijsstijging voor ondernemers in de consumentenmarkt een hard gelag is. “De meterprijzen zijn wettelijk gemaximeerd, dus er zijn grenzen aan hoeveel je door kunt rekenen aan de klant. Bij vaste tarieven voor bijvoorbeeld een luchthavenrit heb je iets meer ruimte om de prijs aan te passen, maar geen enkele ondernemer wil de klanten die hij binnenboord heeft gehouden na corona kwijtraken door zijn prijsverhogingen.”
Bij ongeregeld touringcarvervoer waarvoor geen langdurig mantelcontract is afgesloten, kunnen ondernemers de prijzen bij toekomstige opdrachten wel doorrekenen. “Al zullen ze dat liever niet doen, om dezelfde redenen als een taxiondernemer met een Schipholrit. Je wil de klant graag behouden, nu ze na corona weer mondjesmaat terugkeren.” Bedrijven die daarentegen aan het begin van het jaar voor een beperkt aantal ritten afspraken hebben gemaakt, moeten nu terug naar hun klant om vlast aan te kondigen dat de prijs aanzienlijk hoger wordt. “Klanten willen dan wel eens afhaken”, aldus Eckhardt.
De voorzitter is ervan overtuigd dat er hoe dan ook ondernemers in de knel komen. “Hoe erg is vooral afhankelijk van hoe flexibel men is om de stijgende prijzen door te rekenen en op welk moment ze dat mogen doen.” Wat verder volgens Eckhardt meespeelt is de bereidheid van opdrachtgevers om hierover het gesprek met de vervoerders aan te gaan en te bekijken wat er mogelijk is.
Oog voor de lange termijn gevolgen
KNV pleit er zelf actief voor dat het gesprek tussen beide partijen wordt gevoerd. “We vragen de opdrachtgevers daarbij om oog te hebben voor de lange termijn gevolgen van de hoge brandstofprijzen en dan met name de gevolgen voor de continuïteit van het vervoer. Voor de consumentenmarkt is het goed om na te denken over een systeem dat op elk moment marktconforme prijzen mogelijk maakt.” Aan de klanten vraagt de branchevereniging vooral begrip voor het feit dat de ondernemers de kosten moeten doorrekenen.
Het onderwerp wordt momenteel door KNV op verschillende tafels ter sprake gebracht. Bovendien worden er tussentijdse indexeringsmogelijkheden onderzocht. “De verlaging van de accijnzen per 1 april zal de pijn al wat verzachten. Tegelijkertijd is het de vraag voor hoelang een dergelijke maatregel helpt. De prijzen zouden natuurlijk best door kunnen blijven stijgen en dan is het slechts tijdelijk een doekje voor het bloeden.”
Lees ook:
