De touringcarsector luidt opnieuw de noodklok, dit keer in een open brief aan premier Mark Rutte. Daarvoor is gekozen omdat eerdere oproepen aan politiek Den Haag geen enkele reactie hebben opgeleverd. Busvervoer Nederland stelt dat de bedrijven aan de rand van de afgrond staan en spreekt nu al van een positief scenario als ‘slechts’ 40 procent van de ondernemingen failliet gaat.

De brief aan Rutte is er gekomen omdat de sector zich in ambtelijk opzicht van het kastje naar de muur gestuurd voelt. Al halverwege maart werd gesproken van een ’totale ramp’ omdat door de coronamaatregelen alle touringcars stil kwamen te staan. Een kleine twee maanden later werd aangekondigd dat de bedrijfstak op omvallen stond, en nog een maand later was men ten einde raad omdat ook de eigen coronarichtlijn werd afgekeurd. Op 17 juni trokken de touringcars in protest naar het Haagse Malieveld. Op 1 juli werden de maatregelen versoepeld en mocht er weer gereden worden met volle bussen, maar dat gebeurt tot op heden slechts mondjesmaat. Onlangs werd duidelijk dat steeds meer bedrijven vaste chauffeurs moeten ontslaan.

Druppel op een gloeiende plaat

Bij de herhaalde roep om hulp ervaart Busvervoer Nederland dat de ministeries van Infrastructuur en van Economische Zaken telkens naar elkaar wijzen, waardoor de sector niet weet waar nou eigenlijk moet worden aangeklopt. De bedrijven hebben gemiddeld met een omzetverlies van 80 procent te maken, terwijl in het kapitaalintensieve touringcarbedrijf (de bussen zijn simpelweg nogal duur, ook als ze stilstaan) de kosten doorlopen. De steunmaatregelen worden gezien als een druppel op een gloeiende plaat, omdat de bedrijven zo’n 80 procent van hun doorlopende kosten zelf moeten betalen. En dan is het nu nog het traditionele hoogseizoen, waarin de touringcarbedrijven doorgaans een buffer opbouwen voor het rustige laagseizoen.

Busvervoer Nederland stelt dat de sector zich altijd prima wist te redden en “dat de zelfredzaamheid van de sector nu de strop is waaraan de touringcarvervoerders opgehangen worden. De ondernemers snappen niets van de oorverdovende stilte. Gelet op onze belangrijke rol in het personenvervoer, leek het de ondernemers logisch dat de overheid vroeg of laat zou beseffen dat zij ook een verantwoordelijkheid voor ons draagt. Maar in Den Haag lijkt men zich vooral zorgen te maken over de luchtvaart en het OV. Niks ten nadele van deze sectoren, maar deze eenzijdige focus is moeilijk te verteren. Meer dan de helft van de activiteiten van de (private) touringcarbedrijven is namelijk één-op-één vergelijkbaar met het OV en de luchtvaart. Alle drie de sectoren vervoeren vooral personen van a naar b.”

Maatschappelijke kaalslag

Busvervoer Nederland-voorzitter Theo Vegter waarschuwt voor een ‘maatschappelijke kaalslag’: “Bedenk dat reizen per touringcar voor lagere inkomensklassen, kinderen, jongeren, ouderen en verenigingen vaak de meest voor de hand liggende manier is om er op uit te kunnen. En dat niet alleen, zonder onze sector zullen files weer gaan toenemen. Een touringcar vervangt immers gemiddeld dertig personenauto’s. Zonder ons kunnen schoolkinderen niet naar het zwembad en mist het OV straks haar flexibele schil. Laat staan dat evenementen als de Formule1 of het Songfestival ooit door kunnen gaan zonder onze flexibel in te zetten vervoerscapaciteit.”

De sector vindt dat ze een antwoord op haar vragen verdient. Vegter: “We krijgen steeds meer de indruk verweesd te zijn en niet als een serieus onderdeel van de Nederlandse economie te worden beschouwd. Dat is een miskenning van de werkelijkheid: zonder groepsvervoer valt het maatschappelijk en culturele leven stil. Zonder onze inzet wordt de wereld van groepen kwetsbaren in de samenleving zorgwekkend klein. Dat kan de overheid niet laten gebeuren”, aldus de voorzitter van Busvervoer Nederland.