FNV en Uber allebei positief over naderende uitkomst rechtszaak
Vakbond FNV heeft er eind juni in de rechtszaal voor gepleit dat Uber de cao Taxivervoer gaat naleven. Aanstaande maandag (13 september) zal de rechter een uitspraak doen. Beide partijen delen hun kijk op het verloop van de zaak met TaxiPro en hebben goede hoop voor de uitkomst.
De rechtszaak is door vakbond FNV aangespannen met als doel dat Uber zich richting chauffeurs niet alleen gedraagt als werkgever als het gaat om aansturing en controle, maar hen ook gaat betalen volgens de cao Taxivervoer. Ook moeten ze volgens de vakbond de bijbehorende werknemersrechten ten aanzien van de chauffeurs respecteren, zoals het sociale zekerheidsrecht en het arbeidsrecht.
Vakbondsbestuurder Amrit Sewgobind geeft aan dat FNV deze zaak enerzijds voor alle Uber-chauffeurs heeft aangespannen die volgens hen tekort worden gedaan. Anderzijds is dat gedaan voor andere chauffeurs en kleine ondernemers die last hebben van oneerlijke concurrentie door Uber. Na afloop van de zitting op 29 juni gaf hij aan zeer tevreden te zijn over het verloop hiervan.
De hoop van de vakbond was dat de zitting concreet zou gaan over de vraag of Uber een taxibedrijf en een werkgever is, of niet. Dit was volgens Sewgobind ook het geval. Volgens hem ging het meer dan verwacht over inhoudelijke zaken als het algoritme van de app, de aansturing, hoeveel inzicht chauffeurs wel en niet hebben in bepaalde zaken en waar Uber op stuurt.
Onderzoek en gesprekken met de chauffeurs
Ook vanuit Uber klinken positieve geluiden. Zij zijn ervan overtuigd dat ze hun standpunten goed hebben kunnen overbrengen. Maurits Schönfeld, algemeen directeur van Uber Noord-Europa, stelt dat het bedrijf wilde benadrukken dat zelfstandigheid enorm belangrijk is voor Uber-chauffeurs en dat dit daarom behouden moet blijven. “Onderzoek dat wij hebben uitgevoerd laat zien dat het grootste deel van de chauffeurs zelfstandig wil blijven. Dit komt door de flexibiliteit die het hen biedt om hun leven en werk in te richten zoals zij zelf willen. Dat wordt enorm gewaardeerd.”
Schönfeld geeft aan dat Uber na de zitting een uitnodiging voor een gesprek heeft gestuurd naar alle Nederlandse chauffeurs die via het platform werken. Hierin werd de vraag gesteld wat zij vinden van de rechtszaak en of zij zelfstandig willen blijven. “Aan de hand daarvan hebben we met meer dan vijftig chauffeurs gesproken en zij geven allemaal aan dat ze zelfstandig ondernemer willen blijven.”
Sewgobind zet hier zijn vraagtekens bij. Hij stelt dat de FNV op basis van eerdere ervaringen, ook uit andere landen, grote twijfels heeft bij onderzoeken van Uber. “Die verlopen meestal via de Uber-app en worden soms uitgevoerd met chauffeurs die door Uber zijn geselecteerd. De vraagstelling is vaak suggestief en de uitslagen altijd verdacht positief. Echter, de chauffeurs die wij spreken geven aan dat niemand geneigd is om te praten en de meeste chauffeurs helemaal niet reageren op de enquêtes.”
Zelfstandigheid en vrijheid binnen de cao
Uber voelt zich daarentegen gesterkt door de gesprekken die zij met de chauffeurs hebben gehad. Ook benadrukt Schönfeld dat de zelfstandigheid waar het in deze rechtszaak over gaat niet iets is dat Uber heeft veranderd, maar wat al sinds de liberalisering van de taximarkt in 2000 de norm is. Volgens hem toonde daarbij geen van de verklaringen van de chauffeurs die FNV had meegenomen naar de rechtszaal aan dat ze niet meer als zelfstandige willen werken.
Volgens Sewgobind hoeft die zelfstandigheid ook niet geheel te verdwijnen en is dit is mogelijk binnen de cao. “Straattaxi in loondienst komt – met name buiten de steden – nog altijd voor en de cao voorziet daarin, en in de mogelijkheid van flexibele contracten.” Sewgobind meent dat de arbeidsovereenkomst ooit is bedacht om de zwakkere partij in een ongelijke arbeidsrelatie te beschermen en beschermende voorzieningen te regelen zoals een eerlijk loon, pensioen, sociale verzekeringen en ontslagbescherming.
“Echte zelfstandigen hebben een dusdanige vrijheid en tarieven dat ze dit zelf kunnen betalen en regelen, maar daar is bij Uber-chauffeurs geen sprake van”, aldus Sewgobind. Hij stelt dat de vakbond daarom de rechten van de chauffeurs wil laten aansluiten bij hun feitelijke situatie of behandeling, namelijk als werknemers.
De gehele zelfstandige taximarkt aanpakken
In de ogen van Schönfeld ligt het probleem niet zozeer bij de zelfstandigheid – waar de rechtszaak nu over gaat – maar meer bij de bescherming die Sewgobind aankaart. Dit zijn naar zijn mening echter zaken die los staan van deze rechtszaak. “Hiervoor zijn we bezig met een sociaal akkoord met andere bedrijven.” Platformwerkers zouden hiermee betere bescherming krijgen zonder dat dit ten koste gaat van de flexibiliteit van het werk.
De algemeen directeur van Uber in Noord-Europa heeft het idee dat het doel van FNV niet zozeer is om Uber aan te pakken, maar meer de gehele zelfstandige taximarkt. “Volgens ons is het in het belang van al deze chauffeurs om te zorgen dat de zelfstandigheid en flexibiliteit van het werk blijft zoals het nu is, maar dat er wel wordt gekeken hoe het niveau van bescherming omhoog kan.” Dit is in zijn optiek echter niet aan de rechter, maar meer aan de politiek en de bedrijven om dat op te lossen.
Uber en FNV verwachten allebei dat ze door de rechter in hun gelijk worden gesteld. Pas als blijkt dat dit niet het geval is, zal er gekeken worden welke volgende stappen er worden gezet. Vakbond FNV gaf al eerder aan dat zij de strijd hoe dan ook door zullen zetten totdat chauffeurs krijgen waar zij volgens de bond recht op hebben.
Lees ook: