Mensen die voor kankerbehandeling per taxi naar het ziekenhuis reizen, zijn niet altijd even tevreden over dat zittend ziekenvervoer. Met name de wachttijden en het moeten delen van de taxi is voor veel kankerpatiënten een probleem. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten-organisaties (NFK).

De Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) onderzoekt of het zittend ziekenvervoer in Nederland aan bepaalde minimale kwaliteitseisen voldoet. Naast diverse patiëntenorganisaties nemen ook zorgverzekeraars en de taxisector aan die verkenning deel. De vraag werd ook gesteld of een kwaliteitskader kan helpen om daar verbeteringen in door te voeren. Die vraag werd recent al met ‘ja’ beantwoord. Daar gingen onderzoek onder de verschillende gebruikersgroepen aan vooraf.

23.000 mensen met de taxi

De NFK deed via de aangesloten verenigingen onderzoek naar hoe mensen met kanker hun zittend ziekenvervoer ervaren. Cijfers uit 2017 laten zien dat in dat jaar een ruim 39.000 mensen met kanker van de vergoeding voor zittend ziekenvervoer gebruikmaakten. Dat is ongeveer de helft van het aantal mensen dat jaarlijks behandeld wordt. Van die circa 40.000 reden er 16.000 zelf en bijna 23.000 gingen met de taxi. Een zeer kleine groep gebruikte de vergoeding om met het OV van en naar behandelingen te reizen.

Het onderzoek van NFK werd gedaan onder 1.200 mensen, waarvan ruim de helft aan de enquete begon en 258 mensen hem volledig invulden. Dit zijn ook daadwerkelijk de mensen die in januari en februari 2020 minstens een keer met de taxi van en naar het ziekenhuis reisden. Van de respondenten maakte bijna 20 procent meer dan 35 dagen per jaar gebruik van de taxi; ruim twee keer zoveel als in 2017 door een andere organisatie werd gemeten. En vergeleken met vijf jaar eerder zijn de ritten gemiddeld langer.

Beroerd voelen na behandeling

70 procent moet de taxi soms of vaak delen; ruim 8 procent zelfs altijd. Van die ‘taxidelers’ is dat voor 39 procent geen probleem en voor 34 procent soms. De rest, ruim een kwart, vindt het delen vaak of altijd een probleem. Het is vooral vaak een probleem voor mensen dat ze door de combinaties van ritten langer moeten wachten of onderweg zijn. Zeker na een behandeling, als veel patiënten zich beroerd voelen, vinden ze dat vervelend. In enkele gevallen zorgt samen reizen ook voor medische bezwaren.

Over de telefonische bereikbaarheid en de klantvriendelijkheid van het taxibedrijf en de chauffeurs is de overgrote meerderheid van de ondervraagden tevreden: respectievelijk zo’n 84, 87 en bijna 90 procent. Het op tijd komen van de taxi krijgt van ruim 28 procent echter een onvoldoende. En het zittend ziekenvervoer als geheel vindt 23 procent onder de maat. Als verbeterpunten noemen de ondervraagden onder meer kortere wachttijden voor de terugrit, betere opleiding voor ziekenvervoer door chauffeurs, vaste chauffeurs, begeleiding tot in het ziekenhuis, een app met actuele reisinformatie en direct contact met het taxibedrijf, ook in de nazorg.

Opleiding voor chauffeurs

Vanuit het NFK zijn enkele aandachtspunten geformuleerd op basis van de enquête en met het oog op het al genoemde kwaliteitskader. Dat zijn de volgende zaken:

• Wachttijd verkorten / op tijd komen
• Reistijd verkorten door minder combinaties te maken
• Geen combinaties maken met wmo-vervoer of leerlingenvervoer
• Soloritten als mogelijkheid bieden voor patiënten die dat echt nodig hebben
• Chauffeurs specifiek voor ziekenvervoer opleiden
• Waar nodig begeleiding tot op de afdeling
• Vaker dezelfde chauffeurs inzetten
• Anti-rookbeleid in alle taxi’s en voor alle chauffeurs
• Maximaal vier personen in de taxi, inclusief de bestuurder
• Klachtenregeling bij het taxibedrijf en de zorgverzekeraar

Lees ook: Patiënten willen duidelijke normen voor zittend ziekenvervoer