Een man is in hoger beroep veroordeeld tot vier jaar celstraf voor een poging tot doodslag op een taxichauffeur. Hij stak de chauffeur in 2019 meerdere keren in de schouder en borst. Van het betoog dat er sprake zou zijn van noodweer wilde het Gerechtshof niets weten.

Het incident vond iets meer dan een jaar geleden plaats binnen de grenzen van de gemeente Apeldoorn. De taxichauffeur werd op zijn oog geslagen, in zijn hand gesneden en gestoken in de borst- en schouderstreek. In het hoger beroep in deze zaak voerden de verdachte en zijn advocaat aan dat er sprake was van noodweer. Er zou volgens hen het nodige onduidelijk zijn over de aard van de verwondingen en de “gerichtheid van de mesbewegingen.” Maar het gerechtshof is het er niet mee eens dat de man vrijgesproken moet worden, omdat het bewijs van zijn daden er wel degelijk is.

Het steken van de taxichauffeur vond plaats na een conflict over de betaling van de taxirit. De advocaat voerde aan dat het niet kan worden vastgesteld of er is gestoken of gesneden. Maar de man zelf heeft zowel in de eerste rechtszaak als in het hoger beroep erkend dat hij de taxichauffeur gestoken heeft. Dat sluit ook aan bij de verwondingen van de chauffeur en de bevindingen van de arts die hem onderzocht. Dus op dit punt is er voor het Hof geen twijfel over wat er gebeurd is.

Mes weggegooid

Dat de verdachte het mes na afloop van het incident weggooide in het eerste slootje dat hij tegenkwam, bewijst voor het Gerechtshof nog een ander belangrijk punt. De man had namelijk beweerd dat de taxichauffeur een mes had gepakt om zichzelf te verdedigen tegen de slaande passagier. Die zou het mes hebben afgepakt en zichzelf ermee hebben verdedigd. Volgens de chauffeur had de man echter zelf het mes bij zich. En dat laatste vindt het Hof het meest logische. Want waarom zou hij een mes weggooien, als dat mogelijk zou kunnen bewijzen dat hij juist slachtoffer was in deze zaak?

Zo vindt het Hof het ook niet aannemelijk dat de man pas dagen later iets aan zijn partner vertelde over het incident als hij inderdaad zelf het slachtoffer was. Zoiets dagenlang verzwijgen voor degene waar je mee samenleeft, wordt niet erg logisch gevonden. Zeker niet omdat die partner nog had gevraagd naar de verwonding die de man aan zijn hand had. Hij beweerde later dat dit kwam door het afpakken van het mes, maar gezien de plek van de verwonding vindt het Hof ook dat niet geloofwaardig. Kortom: het verhaal van de taxichauffeur dat de verdachte zijn eigen mes trok, wordt geloofd.

Poging tot doodslag

Op basis van al het bewijsmateriaal staat voor het gerechtshof vast dat er meermalen gericht is ingestoken op de taxichauffeur. Dat gebeurde in de taxi, dus er was ook geen ontkomen aan. Het Hof twijfelt er dan ook niet aan dat het de bedoeling was om de taxichauffeur zwaar letsel toe te brengen. Insteken op iemands bovenlichaam brengt het risico mee dat er vitale organen of slagaders worden geraakt. Dat dit niet is gebeurd, doet aan de mogelijkheid niets af.

Daarom is er in de ogen van het Gerechtshof sprake van poging tot doodslag. En daarvoor krijgt de man een celstraf van 48 maanden opgelegd, ofwel vier jaar. Daarnaast moet hij de taxichauffeur een schadevergoeding betalen van iets meer dan 15.700 euro, onder meer voor het geleden inkomstenverlies en medische kosten.