Maasstad Vervoerservice: we laten zien dat onze aanpak werkt
Maasstad Vervoerservice uit Rotterdam is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een middelgrote speler in het doelgroepenvervoer. De eigenaren, broers Harun en Ejder Yildiz, zijn altijd uitgegaan van hun eigen mentaliteit en werkwijze, om zich zo te onderscheiden van andere aanbieders. “Wij verlenen een dienst voor de zorgsector en daar handelen we ook naar.”
Harun Yildiz begon ongeveer tien jaar geleden voor zichzelf als taxichauffeur. Hij was afgestudeerd IT’er maar kwam in de recessie niet als zodanig aan de slag. Broer Ejder werkte destijds nog als elektricien, maar ook hij kreeg met de crisis te maken en raakte zijn baan als gevolg van bezuinigingen kwijt. Harun had de smaak van het taxivervoer toen al te pakken en hij haalde zijn broer aan boord. Samen begonnen ze te bouwen aan Maasstad Vervoerservice, waarbij de focus vanaf het begin op contractvervoer lag.
Succes volgde. Een belangrijke stimulans was de subsidieregeling voor taxivoertuigen op aardgas in 2011. “Aan dat subsidieprogramma hebben we meegedaan en vanaf dat moment zijn we echt gaan groeien”, legt Harun uit. “We schaften meer bussen aan, we rolden het wmo-vervoer in en er kwam steeds meer leerlingenvervoer bij. In ruim een jaar tijd groeiden we naar zo’n 25 medewerkers. En groei is er sindsdien altijd geweest.” Intussen staat de teller op 120 personeelsleden en ruim 100 voertuigen. Tegelijk is de focus weer op Rotterdam en directe omgeving komen te liggen, waar er de afgelopen jaren nog het nodige werk wat verder van huis werd gedaan.
Soms lastig
Voor de broers is vertrouwen een belangrijk uitgangspunt van de bedrijfsvoering. “Als dat er niet is, krijg je het personeel nooit echt mee”, vindt Harun. “We zijn altijd transparant richting onze medewerkers en de lijnen zijn kort”, aldus Ejder. “We zijn dit bedrijf gestart vanuit een bepaalde mentaliteit en met onze eigen werkwijze. Natuurlijk was het voor ons als jonkies in het begin soms lastig om dat over te brengen op ervaren chauffeurs. Maar we hebben laten zien dat het werkt. En eigenlijk winnen we op diezelfde manier ook steeds meer opdrachtgevers voor ons.”
Het bedrijf doet veel aan social return maar potentiële chauffeurs kloppen ook regelmatig aan. Heeft iemand het wel in zich om chauffeur te worden, maar ontbreekt het nog aan de vereiste papieren, dan wordt de persoon in kwestie door Maasstad tot chauffeur opgeleid. Vervolgens gaan ze het vervoer rijden dat het beste bij ze past, waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen wmo-vervoer en ander contractvervoer, zoals dat van leerlingen en cliënten dagbesteding. De gebroeders Yildiz reden lange tijd zelf ritten, maar naarmate hun bedrijf groter werd, veranderden ook hun rollen en werkzaamheden.
Leerproces gaat door
“Toen we rond de veertig man personeel hadden, zijn we eigenlijk zelf gestopt met rijden om ons volledig op de aansturing en administratie te kunnen richten”, legt Ejder uit. Harun vult aan: “Maar daarvoor hebben we zelf jarenlang gereden en daar heel veel van geleerd waar we vandaag de dag nog steeds van profiteren.” Ejder: “Omdat het bedrijf blijft groeien, blijft het leerproces voor ons als ondernemers doorgaan. Wij konden ons tien jaar geleden ook niet voorstellen dat we hier zouden staan, maar je moet altijd met de ontwikkelingen meegaan en proberen je bedrijfsvoering zo optimaal mogelijk te krijgen.”
Ejder Yildiz geeft het voorbeeld van de gegevens die je als vervoerder krijgt over de te vervoeren mensen. “Zulke gegeven moet je extra checken. En we gaan ook altijd na of er nog andere belangrijke informatie is die wij als vervoerder nodig hebben. Anders gaat het geheid een keer mis, dat weten we uit ervaring. Er is namelijk een groot verschil tussen iemand bij zijn huis afzetten of iemand aan een ander overdragen. Wij verlenen echt een dienst voor de zorgsector en daar handelen we ook naar.”
Harun: “Omdat we zelf al die jaren op de taxi hebben gereden, kunnen we dat soort dingen tot op de dag van vandaag vertalen in de bedrijfsvoering. En daar onderscheiden we ons mee van andere aanbieders. We kijken naar wat klanten en opdrachtgevers willen en baseren daar onze strategie op.”
Lange looptijd erg prettig
Harun en Ejder Yildiz geloven nog niet zo in de ontschotting van het doelgroepenvervoer, wat zich ook vertaalt in het duidelijke onderscheid dat ze maken tussen wmo-vervoer enerzijds en het overige contractvervoer anderzijds. Tegelijk zijn ze wel te spreken over de manier waarop Rotterdam zijn doelgroepenvervoer heeft aanbesteed: alles ineens. “Het is een soort test om dat op deze schaal te doen, maar voorlopig werkt dat goed”, vindt Harun.
“En voor ons, de taxibedrijven die het vervoer rijden, is de lange looptijd erg prettig. Het gaat om minstens zeven jaar en drie optiejaren. Het wordt beter mogelijk om te investeren en af te schrijven. Maar ook om mee te denken op het gebied van innovatie en om het vervoer te optimaliseren voor de klanten. Bij een looptijd van twee of drie jaar zijn de mogelijkheden om dat te doen erg beperkt.”
Geloof in duurzaamheid
Een ander punt is rijden met elektrische voertuigen. Daar heeft Maasstad Vervoerservice er nu dertien van, al zijn daar nog geen rolstoelbussen bij vanwege het nog beperkte aanbod. Desondanks: “We geloven in duurzaamheid en zijn daar ook echt mee bezig. Maar de langere looptijd van deze contracten maakt het wel veel beter mogelijk om daar echt stappen in te zetten”, legt Harun uit. Momenteel worden het pand en terrein van het bedrijf grondig verbouwd. Als dat gebeurd is, heeft Maasstad veertien laadpunten voor elektrische voertuigen tot zijn beschikking waar ook anderen gebruik van kunnen maken. “Zo’n investering doe je niet zo gauw bij een vervoerscontract voor twee of drie jaar.”
Maasstad Vervoerservice werkte de eerste jaren vooral als onderaannemer in het doelgroepenvervoer. Met de groei kwam ook het werken als regiecentrale om de hoek kijken, gevolgd door het zelfstandig inschrijven op aanbestedingen. Daarbij valt op dat de prijs in vervoersaanbestedingen volgens Harun Yildiz iets minder leidend wordt. “Enerzijds zijn die lage prijzen met name tot stand gekomen door een aantal grote spelers. Maar die trekken zich nu een beetje terug omdat het met die lage tarieven niet rendabel is. Tegelijk kijken opdrachtgevers wat meer naar kwaliteit en ze zijn ook bereid om daar voor te betalen.”