Brusselse Uber-commissie concludeert: geen sprake van illegaal of ongeoorloofd gedrag
Brusselse regeringsleden zijn niet te betrappen op ‘illegaal’ of ‘ongeoorloofd gedrag’ en Uber heeft zich niet schuldig gemaakt aan illegale lobbypraktijken. Dat concludeert de bijzondere Uber-commissie, die door het Brusselse parlement is opgetuigd, in een rapport waarin twintig vaststellingen en veertien aanbevelingen staan.
De twintig vaststellingen en veertien aanbevelingen hebben enerzijds tot doel om de verstandhouding tussen beleidsmakers en de taxisector te verbeteren. Anderzijds moeten deze aanbevelingen bijdragen aan een transparantere besluitvorming en een duidelijker kader scheppen voor beleidsmakers.
Geruststelling
Het Brusselse parlement richtte daarom eind vorig jaar deze bijzondere commissie op. Doelstelling van deze commissie was om duidelijkheid te geven over de wijze waarop Uber – en andere actoren – uit het betaalde personenvervoer de besluitvorming hebben geprobeerd te beïnvloeden. Het rapport, wat vorige week vrijdag is gepubliceerd, baseert zich in totaal op negen hoorzittingen en concludeert dat er geen oneigenlijke zaken hebben plaatsgevonden.
“Het is een geruststelling om vast te stellen dat er geen problematische lobbypraktijken voortgekomen zijn in Brussel”, zegt Arnaud Verstraete, Groen-fractieleider en verslaggever van de bijzonder Uber-commissie, daarover. “We hebben meteen de kans gegrepen om de Brusselse spelregels nog concreter te maken, voor meer transparantie.”
Groot ongenoegen
Ook Cieltje Van Achter, N-VA fractieleider en voorzitter van de bijzondere Uber-commissie, is tevreden met de conclusies van het rapport. “Uit de hoorzittingen bleek duidelijk een groot ongenoegen binnen de brede taxisector. Ik hoop dat het werk van de Uber-commissie een aanzet is om het vertrouwen te herstellen en er gelijktijdig voor te zorgen dat de besluitvorming transparanter wordt, door onder meer alle belanghebbenden, journalisten en burgers voortaan eenvoudiger inzage te geven tijdens de besluitvorming.”
Volgens Marc Loewenstein, DéFI-volksvertegenwoordiger en eveneens verslaggever van de commissie, stelden de hoorzittingen de commissie tevens in staat te concluderen dat er geen sprake was van illegaal of ongeoorloofd gedrag aan de kant van de regeringsleden. “Het onderzoek hiernaar was een van onze belangrijkste taken en de conclusie hierover is duidelijk”, zegt hij daarover.
“Tegelijkertijd was het essentieel om het overleg binnen de sector te verbeteren. Dit om eindelijk een ethisch kader in Brussel in te voeren en om de transparantie te verbeteren, zonder bij dit alles de noodzakelijke nabijheid tussen politici en burgers uit het oog te verliezen”, zo besluit Loewenstein.
Lees ook:
