Avan. Foto: Avan

Ondergrens reisafstand en aantal ritten kan wmo-vervoer Avan verder helpen

Avan. Foto: Avan

Er moet een betere balans komen tussen de kwaliteit van en de kosten voor het wmo-vervoer in de regio Arnhem-Nijmegen. Het invoeren van een kilometerdrempel en een minimum aantal ritten per Avan-reiziger kunnen daar zeker aan bijdragen, blijkt uit onderzoek. Veel andere bedachte maatregelen kunnen echter niet zomaar worden doorgevoerd.

Opdrachtgever BVO DRAN heeft Moventem gevraagd om onderzoek te doen naar de maatregelen die het beste aan de genoemde balans bijdragen. Daarvan zijn er twaalf nader bekeken en de meeste daarvan kunnen worden doorgevoerd, maar vaak wel onder voorwaarden. Gekeken is onder meer naar het draagvlak onder de betrokken partijen, de uitvoerbaarheid en wat het onder de streep oplevert, zodat het Avan-vervoer goedkoper wordt en in kwaliteit gelijk kan blijven.

De twaalf maatregelen zijn onderzocht en dat heeft geleid tot een zogenaamde multicriteria-analyse. Die zegt iets over wat de actie in kwestie kan bijdrage aan de balans tussen kwaliteit en kosten. Vier van de bedachte maatregelen zijn gericht op efficiënter vervoer en nog eens vier op minder ritten. Twee acties gaan over lagere capaciteit en de laatste twee over minder pashouders.

Voordelen te klein

Per maatregel heeft Moventem een advies opgesteld. Slechts in één geval is dat ‘niet implementeren’ en dat betreft het verhogen van het wmo-tarief zonder korting. Dat geldt in sommige gemeenten voor wmo-reizigers die hun kilometerbudget hebben overschreden. Het advies is om deze aanpassing niet door te voeren. Het tarief is op een beperkt aantal ritten van toepassing en de (financiële) voordelen zijn te klein.

Van drie maatregelen geeft Moventem het advies om deze zonder meer door te voeren. Een toeslag bij kort vooraf een rit reserveren, met efficiënter vervoer als doel, zal tot weinig weerstand leiden. Het heeft weinig impact op het voorzieningenniveau en op termijn kan dit een aanzienlijke kostenbesparing opleveren. Bovendien biedt dit een kans om het online reserveren van ritten te stimuleren, want daar kan nog veel gewonnen worden.

Ondergrens van 500 meter

Het invoeren van een kilometerdrempel is gericht op vermindering van het aantal ritten. Ritten die korter zijn dan 500 meter worden dan niet meer uitgevoerd; voor mensen met een scootmobiel wordt 5 kilometer de ondergrens. In 2019 was bijna 0,8 procent van alle ritten korter dan 500 meter en 0,4 procent van de ritten met scootmobielgebruikers was korter dan 5 kilometer. Al met al kan de kilometerdrempel een kostenbesparing van zo’n 40.000 euro opleveren. En als er in specifieke gevallen een uitzondering wordt gemaakt, valt het met de weerstand wel mee.

De derde maatregel waarvoor het licht wat Moventem betreft op groen staat, moet leiden tot minder pashouders door de ondergrens voor toewijzing van zo’n pas te verhogen. Het idee is dat zo’n pas er alleen is voor mensen die er minstens zes keer per jaar gebruik van maken om met Avan te reizen. 4.000 pashouders voldoen daar niet aan en zij reisden samen ruim 105.000 kilometer. Als hun eigen reisbijdrage wordt verrekend met de kosten die BVO DRAN maakt voor het vervoer, moet dit een besparing van circa 160.000 euro kunnen opleveren.

Boete en eigen bijdrage

Voor de overige acht maatregelen geldt voor vijf dat ze geïmplementeerd kunnen worden, maar niet zonder met bepaalde zaken rekening te houden. Denk aan het invoeren van een boete van 10 euro bij verwijtbare loosmeldingen. De betrokkenen vinden dat over het algemeen rechtvaardig, maar ze denken ook dat in de praktijk lastig vast te stellen is wat nou wel of juist niet verwijtbaar is. Een eigen bijdrage voor de Avan-pas vinden de meesten ook goed, maar de voorgestelde 25 euro vindt men te hoog. Het gaat verder om:

  • Een spitstarief invoeren kan, maar dan wel met twee korte tijdsvensters van elk een uur om het overzichtelijk en gebruiksvriendelijk te houden.
  • Hetzelfde geldt voor een bindend advies geven over al dan niet reizen bij drukte.
  • Een advies over een alternatieve reis met het OV kan worden gegeven. Maar het moet niet bindend zijn en concrete adviezen bevatten.

Tot slot zijn er drie maatregelen waarvan het advies is deze niet te implementeren, tenzij aan bepaalde voorwaarden kan worden voldaan:

  • Een standaard training om meer mensen met het openbaar vervoer te laten reizen is ‘schieten met hagel’. Er moet dan eerst in kaart worden gebracht voor welke reizigers die overstap überhaupt haalbaar is.
  • De maximale omrijtijd verhogen zorgt voor een negatieve impact op de kwaliteit van het vervoer die met de besparing niet wordt goedgemaakt. Dit kan alleen al vervoerders lagere tarieven bij een hogere combinatiegraad willen accepteren na 2024.
  • Voor het verruimen van de ophaalmarges (ofwel langere wachttijden) geldt dezelfde overweging als voor de maximale omrijtijd.

Algemene adviezen

Los van al deze maatregelen bevat het rapport nog een tiental algemene aanbevelingen. Een daarvan is dat de potentie van het OV voor een deel van de OV-reizigers beter wordt benut. Ook kan de kennisuitwisseling tussen gemeenten beter en kan online reserveren worden aangemoedigd. De overige zeven adviezen:

  • Inventariseer het vervoersaanbod dat door vrijwilligers wordt verzorgd zodat het callcenter daar de reizigers gericht over kan adviseren.
  • Neem duurzaamheid mee in alle overwegingen.
  • Minder is niet altijd beter: een te sterke daling van het aantal ritten kan de efficientie van de uitvoering schade.
  • Overweeg kortere openingstijden om op de relatief rustige avonduren te besparen.
  • Onderzoek de mogelijkheden voor automatische communicatie over ophaaltijden. Betere actuele informatie kan helpen bij de acceptatie van eventueel langer moeten wachten.
  • Maak de kosten van andere indicaties dan de wmo-indicaties overzichtelijk zodat wmo-consulenten over een totaalplaatje beschikken.
  • Volg het reisgedrag van bestaande reizigers om ze gerichter op alternatieven te wijzen en mogelijkheden voor (her)indicaties beter te benutten.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.

Ondergrens reisafstand en aantal ritten kan wmo-vervoer Avan verder helpen | TaxiPro
Avan. Foto: Avan

Ondergrens reisafstand en aantal ritten kan wmo-vervoer Avan verder helpen

Avan. Foto: Avan

Er moet een betere balans komen tussen de kwaliteit van en de kosten voor het wmo-vervoer in de regio Arnhem-Nijmegen. Het invoeren van een kilometerdrempel en een minimum aantal ritten per Avan-reiziger kunnen daar zeker aan bijdragen, blijkt uit onderzoek. Veel andere bedachte maatregelen kunnen echter niet zomaar worden doorgevoerd.

Opdrachtgever BVO DRAN heeft Moventem gevraagd om onderzoek te doen naar de maatregelen die het beste aan de genoemde balans bijdragen. Daarvan zijn er twaalf nader bekeken en de meeste daarvan kunnen worden doorgevoerd, maar vaak wel onder voorwaarden. Gekeken is onder meer naar het draagvlak onder de betrokken partijen, de uitvoerbaarheid en wat het onder de streep oplevert, zodat het Avan-vervoer goedkoper wordt en in kwaliteit gelijk kan blijven.

De twaalf maatregelen zijn onderzocht en dat heeft geleid tot een zogenaamde multicriteria-analyse. Die zegt iets over wat de actie in kwestie kan bijdrage aan de balans tussen kwaliteit en kosten. Vier van de bedachte maatregelen zijn gericht op efficiënter vervoer en nog eens vier op minder ritten. Twee acties gaan over lagere capaciteit en de laatste twee over minder pashouders.

Voordelen te klein

Per maatregel heeft Moventem een advies opgesteld. Slechts in één geval is dat ‘niet implementeren’ en dat betreft het verhogen van het wmo-tarief zonder korting. Dat geldt in sommige gemeenten voor wmo-reizigers die hun kilometerbudget hebben overschreden. Het advies is om deze aanpassing niet door te voeren. Het tarief is op een beperkt aantal ritten van toepassing en de (financiële) voordelen zijn te klein.

Van drie maatregelen geeft Moventem het advies om deze zonder meer door te voeren. Een toeslag bij kort vooraf een rit reserveren, met efficiënter vervoer als doel, zal tot weinig weerstand leiden. Het heeft weinig impact op het voorzieningenniveau en op termijn kan dit een aanzienlijke kostenbesparing opleveren. Bovendien biedt dit een kans om het online reserveren van ritten te stimuleren, want daar kan nog veel gewonnen worden.

Ondergrens van 500 meter

Het invoeren van een kilometerdrempel is gericht op vermindering van het aantal ritten. Ritten die korter zijn dan 500 meter worden dan niet meer uitgevoerd; voor mensen met een scootmobiel wordt 5 kilometer de ondergrens. In 2019 was bijna 0,8 procent van alle ritten korter dan 500 meter en 0,4 procent van de ritten met scootmobielgebruikers was korter dan 5 kilometer. Al met al kan de kilometerdrempel een kostenbesparing van zo’n 40.000 euro opleveren. En als er in specifieke gevallen een uitzondering wordt gemaakt, valt het met de weerstand wel mee.

De derde maatregel waarvoor het licht wat Moventem betreft op groen staat, moet leiden tot minder pashouders door de ondergrens voor toewijzing van zo’n pas te verhogen. Het idee is dat zo’n pas er alleen is voor mensen die er minstens zes keer per jaar gebruik van maken om met Avan te reizen. 4.000 pashouders voldoen daar niet aan en zij reisden samen ruim 105.000 kilometer. Als hun eigen reisbijdrage wordt verrekend met de kosten die BVO DRAN maakt voor het vervoer, moet dit een besparing van circa 160.000 euro kunnen opleveren.

Boete en eigen bijdrage

Voor de overige acht maatregelen geldt voor vijf dat ze geïmplementeerd kunnen worden, maar niet zonder met bepaalde zaken rekening te houden. Denk aan het invoeren van een boete van 10 euro bij verwijtbare loosmeldingen. De betrokkenen vinden dat over het algemeen rechtvaardig, maar ze denken ook dat in de praktijk lastig vast te stellen is wat nou wel of juist niet verwijtbaar is. Een eigen bijdrage voor de Avan-pas vinden de meesten ook goed, maar de voorgestelde 25 euro vindt men te hoog. Het gaat verder om:

  • Een spitstarief invoeren kan, maar dan wel met twee korte tijdsvensters van elk een uur om het overzichtelijk en gebruiksvriendelijk te houden.
  • Hetzelfde geldt voor een bindend advies geven over al dan niet reizen bij drukte.
  • Een advies over een alternatieve reis met het OV kan worden gegeven. Maar het moet niet bindend zijn en concrete adviezen bevatten.

Tot slot zijn er drie maatregelen waarvan het advies is deze niet te implementeren, tenzij aan bepaalde voorwaarden kan worden voldaan:

  • Een standaard training om meer mensen met het openbaar vervoer te laten reizen is ‘schieten met hagel’. Er moet dan eerst in kaart worden gebracht voor welke reizigers die overstap überhaupt haalbaar is.
  • De maximale omrijtijd verhogen zorgt voor een negatieve impact op de kwaliteit van het vervoer die met de besparing niet wordt goedgemaakt. Dit kan alleen al vervoerders lagere tarieven bij een hogere combinatiegraad willen accepteren na 2024.
  • Voor het verruimen van de ophaalmarges (ofwel langere wachttijden) geldt dezelfde overweging als voor de maximale omrijtijd.

Algemene adviezen

Los van al deze maatregelen bevat het rapport nog een tiental algemene aanbevelingen. Een daarvan is dat de potentie van het OV voor een deel van de OV-reizigers beter wordt benut. Ook kan de kennisuitwisseling tussen gemeenten beter en kan online reserveren worden aangemoedigd. De overige zeven adviezen:

  • Inventariseer het vervoersaanbod dat door vrijwilligers wordt verzorgd zodat het callcenter daar de reizigers gericht over kan adviseren.
  • Neem duurzaamheid mee in alle overwegingen.
  • Minder is niet altijd beter: een te sterke daling van het aantal ritten kan de efficientie van de uitvoering schade.
  • Overweeg kortere openingstijden om op de relatief rustige avonduren te besparen.
  • Onderzoek de mogelijkheden voor automatische communicatie over ophaaltijden. Betere actuele informatie kan helpen bij de acceptatie van eventueel langer moeten wachten.
  • Maak de kosten van andere indicaties dan de wmo-indicaties overzichtelijk zodat wmo-consulenten over een totaalplaatje beschikken.
  • Volg het reisgedrag van bestaande reizigers om ze gerichter op alternatieven te wijzen en mogelijkheden voor (her)indicaties beter te benutten.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Word nu TaxiPro Premium abonnee en krijg toegang tot alle vakinformatie over de taxibranche en het zorgvervoer. Daarnaast ontvangt u korting op onze taxi evenementen.

Abonneren

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.