Een man die een bedrijfsauto gebruikte voor illegale taxiwerkzaamheden is op staande voet ontslagen. De rechter heeft geoordeeld dat de werkgever hem terecht een boete van 5.000 euro heeft opgelegd voor onder andere het verrichten van nevenwerkzaamheden. 

De man in kwestie werkte als verkoper bij een autobedrijf. In zijn arbeidsovereenkomst is opgenomen dat hem bij een overtreding van het verbod op nevenwerkzaamheden een boete van 5.000 euro opgelegd zou worden, evenals een bedrag van 500 euro voor elke dag dat de overtreding voortduurt.

De man had al eerder zijn arbeidsovereenkomst opgezegd. Vier dagen voor de laatste dag dat hij in dienst zou zijn, vernam de werkgever dat hij als snorder mensen had vervoerd met een van zijn bedrijfsauto’s. Toen een getuige de man hierover aansprak, gaf hij aan dat zijn eigen taxi in de garage stond en hij daarom gebruik maakte van de bedrijfsauto. De directeur heeft vervolgens met een andere telefoon een rit besteld bij hem om te bevestigen dat de bedrijfsauto inderdaad zonder toestemming werd ingezet voor illegaal taxiwerk. Toen de auto arriveerde en de man met hem geconfronteerd werd, werd hij op staande voet ontslagen. 

Imagoschade

De man heeft een overtreding van zijn arbeidsovereenkomst begaan omdat hij nevenwerkzaamheden had verricht en de werkgever stelde dat het extra zwaar telt dat dit is gedaan met bedrijfsmiddelen. Daarbij beschuldigde de werkgever de man ook van imagoschade omdat hij dit deed met een bestickerde, en dus herkenbare, bedrijfsauto.

De rechter zag voldoende bewijs om de man schuldig te verklaren voor het gebruik van de bedrijfsauto voor illegale taxiwerkzaamheden. Dat de man de rit die door de directeur werd besteld uiteindelijk niet heeft uitgevoerd toen hij na aankomst met hem werd geconfronteerd, doet hier niet aan af volgens het Hof. Het bleek voldoende dat er een illegale taxirit is overeenkomen en de auto ter uitvoering daarvan op het adres kwam voorrijden.  

Hoger beroep zonder succes

De man ging in hoger beroep omdat er volgens hem sprake is geweest van een onregelmatig gegeven ontslag op staande voet. Ook deed hij een verzoek tot betaling van de eindafrekening. De eindafrekening bleek echter al in mindering te zijn gebracht bij de schadevergoeding en is daarmee al betaald. De man werd niet in zijn gelijk gesteld en dient het bedrag van 5.000 euro aan de werkgever te betalen.