Rood oplichtend daklicht bij nood? ‘Liever een knop met verbinding naar centrale’
Als een taxichauffeur in bijvoorbeeld Duitsland tijdens een rit in nood is, kan hij het stille alarm indrukken waarna zijn daklicht rood oplicht. Omstanders kunnen hieraan herkennen dat er binnen de auto een dreigende situatie voor de chauffeur is ontstaan. Harold Agterberg, directeur van de Utrechtse Taxi Centrale (UTC), denkt niet dat zo’n dergelijk systeem ook in Nederland werkt.
Volgens het Algemeen Dagblad heeft de verlichting in daklichten van taxi’s zoals in Duitsland, verschillende functies. Als het daklicht brandt is de taxi vrij, als het uit is dan zit er al een passagier in de auto. Maar wanneer het daklicht rood licht geeft, dreigt er binnen de taxi gevaar voor de chauffeur.
Volgens de krant brandt de rode lamp alleen als de taxichauffeur het ‘stille alarm’ heeft aangezet. Het rode oplichtende daklicht is voor omstanders een teken dat de chauffeur in gevaar is. Denk daarbij aan situaties waarbij de chauffeur wordt aangevallen of gegijzeld. ‘Tegelijkertijd wordt ook een alarmcode verzonden naar de taxicentrale’, zo schrijft de krant.
Noodknop
Harold Agterberg, directeur van de Utrechtse Taxi Centrale (UTC), denkt niet dat zo’n dergelijk systeem in Nederland zal werken. “Er zijn veel taxibedrijven die gewoon een knop hebben aan de kant van de bestuurder”, legt hij uit. “Chauffeurs kunnen door middel van hun been of voet die knop indrukken, waardoor er een signaal naar de centrale wordt gegeven.”
Daarnaast denk Agterberg niet dat het betrekken van omstanders, enig effect zal hebben. “Ik vraag me af of het sociale niveau in onze samenleving zo hoog is, dat ze direct op een rood daklicht reageren. Als er tegenwoordig ergens een autoalarm afgaat of een inbraaksirene, lopen de meesten gewoon door. Daarnaast moeten omstanders dan ook weten wat zo’n rood oplichtend daklicht betekent. Dan liever een knop met een verbinding naar de centrale, waarbij je zeker weet dat er ook daadwerkelijk actie ondernomen wordt.”
Minder incidenten
Tot slot constateert de UTC-directeur dat er tegenwoordig veel minder incidenten plaatsvinden dan vroeger. “Taxichauffeurs hebben eigenlijk nooit meer contant geld opzak”, zo licht Agterberg verder toe. “Alle betalingen gaan tegenwoordig via de rekening. Het plegen van een overval loont daardoor gelukkig niet meer.”
“Daarnaast kan je met de huidige technieken die er tegenwoordig zijn, op een snelle manier al heel veel dingen constateren. Afwijkend gedrag, zoals een auto die niet rijdt terwijl die dat op dat moment wel zou moeten doen, valt op. Daarbij is iedereen tegenwoordig in het bezit van een mobiele telefoon. Taxichauffeurs kunnen daarmee snel de politie of de centrale waarschuwen als er iets aan de hand is”, besluit Agterberg.
Lees ook: